Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021005536
Dossiernummer gemeente: 202100023
De gemeente Geel heeft op 15/01/2021 een aanvraag tot een omgevingsproject ontvangen voor de regularisatie van de plaatsing van een aardappelautomaat. De aanvraag werd op 03/02/2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Raf Vangeel
Hondstraat 5 te 2440 geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Koning-Albertstraat 109 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: afdeling 5, sectie M, perceel 441G
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: agrarische gebieden
Ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen (enkel van toepassing op zonevreemde woningen) goedgekeurd op 29/01/2009
bestemming: overdruk zonevreemde woningen II
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het plaatsen van een aardappelautomaat tegen een woning.
De automaat wordt geplaatst op privé-terrein en het akkoord van de eigenaar van de grond is bij de aanvraag gevoerd.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 03/02/2021 werd advies gevraagd aan het departement Landbouw en Visserij.
Niet van toepassing.
Planologische toets
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de regularisatie van de plaatsing van een aardappelautomaat in agrarisch gebied bij een hoeve, die niet van de eiganaar van de automaat is.
Er zijn gelijkenissen bij publiciteit en automaten wat betreft de impact op de goede ruimtelijke ordening.
De publiciteit/automaat moet o.a. betrekking hebben op de activiteit die wordt uitgeoefend in het gebouw waarbij ze hoort.
Bij elke aanvraag dient de functionele inpasbaarheid beoordeeld te worden. Een aantal ruimtelijke aanvaardbare locaties voor de plaatsing
van een automaat kunnen o.m. de ligging zijn in kernen en onmiddellijk bij een handelszaak in functie van de eigen zaak.
De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.
Mobiliteitsimpact
Dergelijke plaatsing gaat de verkeersbewegingen ter plaatse verhogen. Er is enkel parkeergelegenheid op het openbaar domein.
Visueel-vormelijke elementen
De automaat is op zich een kleine constructie maar het blijft een losstaand bijkomend element wat een visuele impact heeft op het
straatbeeld. Dit zorgt voor een verrommeling/verstoring van het straatbeeld. De automaat wordt verlicht om het comfort van de klanten te verhogen en het aangeboden product zichtbaar te maken. Ook deze straling heeft een impact op de omgeving.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat aanvraag niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van het departement Landbouw en Visserij, afgeleverd op 05/03/2021, is voorwaardelijk gunstig.
Besluit
Er wordt een ongunstig advies gegeven omwille van volgende redenen:
Er zijn gelijkenissen bij publiciteit en automaten wat betreft de impact op de goede ruimtelijke ordening.
De publiciteit/automaat moet o.a. betrekking hebben op de activiteit die wordt uitgeoefend in het gebouw waarbij ze hoort.
Bij elke aanvraag dient de functionele inpasbaarheid beoordeeld te worden. Een aantal ruimtelijke aanvaardbare locaties voor de plaatsing
van een automaat kunnen o.m. de ligging zijn in kernen en onmiddellijk bij een handelszaak in functie van de eigen zaak.
De automaat is op zich een kleine constructie maar het blijft een losstaand bijkomend element wat een visuele impact heeft op het
straatbeeld. Dit zorgt voor een verrommeling/verstoring van het straatbeeld. De automaat wordt vaak verlicht om het comfort van de klanten te verhogen en het aangeboden product zichtbaar te maken. Ook deze straling heeft een impact op de omgeving.
Tevens wordt de automaat geplaatst in de bouwvrije voortuinstrook, wat niet kan worden toegestaan.
De aanvraag is in strijd met een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Er zijn gelijkenissen bij publiciteit en automaten wat betreft de impact op de goede ruimtelijke ordening.
De publiciteit/automaat moet o.a. betrekking hebben op de activiteit die wordt uitgeoefend in het gebouw waarbij ze hoort.
Bij elke aanvraag dient de functionele inpasbaarheid beoordeeld te worden. Een aantal ruimtelijke aanvaardbare locaties voor de plaatsing
van een automaat kunnen o.m. de ligging zijn in kernen en onmiddellijk bij een handelszaak in functie van de eigen zaak.
De automaat is op zich een kleine constructie maar het blijft een losstaand bijkomend element wat een visuele impact heeft op het
straatbeeld. Dit zorgt voor een verrommeling/verstoring van het straatbeeld. De automaat wordt vaak verlicht om het comfort van de klanten te verhogen en het aangeboden product zichtbaar te maken. Ook deze straling heeft een impact op de omgeving.
Tevens wordt de automaat geplaatst in de bouwvrije voortuinstrook, wat niet kan worden toegestaan.
De aanvraag is in strijd met een goede ruimtelijke ordening.