Terug
Gepubliceerd op 14/09/2021

2021_CBS_02410 - Omgevingsvergunning (20210462 krv) voor het uitbreiden van de woning gelegen Kanaaldijk 9. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/09/2021 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Ben Van Looveren; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02410 - Omgevingsvergunning (20210462 krv) voor het uitbreiden van de woning gelegen Kanaaldijk 9. - Vergunning 2021_CBS_02410 - Omgevingsvergunning (20210462 krv) voor het uitbreiden van de woning gelegen Kanaaldijk 9. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/09/2021 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021123089

Dossiernummer gemeente: 202100462

 

De gemeente Geel heeft op 21 juli 2021 een aanvraag ontvangen voor het uitbreiden van een gekoppelde woning. De aanvraag werd op 23 juli 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Chiel Hermans wonende te Retiesebaan 29 te 2460 Kasterlee

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Kanaaldijk 9

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nr. 584E10

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (00111) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 22/11/1948.
  • Stedenbouwkundige vergunning (01497) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 24/06/1957.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect

Het voorwerp van de aanvraag is het verbouwen van een gekoppelde woning.

 

Het betreft hier o.a. de volgende werken;

• het volledig strippen en herinrichten van de woning

• het afbreken en herbouwen van een achteraan gelegen aanbouw • vernieuwen van de daken en bouwen van een dakkapel

• vervangen van het buitenschrijnwerk

• isoleren aan buitenzijden en afgewerkt met hout en bepleistering als gevelafwerking

 

 

Het ontwerp

Het ontwerp stelt de verbouwing en de uitbreiding voor van een gekoppelde woning die dateert van 1957.

 

Het hoofdgebouw blijft behouden, de achterbouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe keuken met wasruimte en een afdak.

De bestaande woning heeft een bouwdiepte van 11,39 meter op het gelijkvloers en 8,5 meter op de verdieping. Na de verbouwingswerken bedraagt de nieuwe bouwdiepte 15,20 meter op het gelijkvloers en 8,64 meter op de verdieping.

De bestaande gevelbreedte van de woning is 6,35 meter die na isolatie en bepleistering tot op 6,49 meter wordt gebracht.

De bestaande gevelhoogte van 6,68 meter en de nokhoogte van 9,78 meter blijven behouden.

De gevels worden afgewerkt in een wit-grijze bepleistering en een gevelbekleding in hout. Voor het buitenschrijnwerk wordt zwart aluminium voorzien en de dakbedekking wordt uitgevoerd in antracietkleurige dakpannen.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 18 augustus 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Kanaaldijk).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en caffé, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Scheidingsmuren

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 23/07/2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig met voorwaarden

 

De verbouwings- en uitbreidingswerken kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

Een parkeerplaats voor minimum 1 personenwagen dient voorzien op het eigen terrein.

 

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

 

Motivatie en voorwaarden riolering

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig. Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes te herbruiken. Voor de positie van deze putjes kan u het document "20210818_Advies_Riolering_Positie_Huisaansluitputjes" raadplegen.

 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. Op het funderingsplan is het hemelwater aangesloten op het afvalwaterstelsel. Dit is niet toegestaan. Men dient een aangepast funderingsplan te bezorgen. Zie document "20210818_Advies_Riolering_Aangepast_Funderingsplan".

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA.

 

Putten (hemelwaterput, septische put) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing.  Men is niet verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De bouwheer wenst toch een combiput te plaatsen wat een gunstig principe is.

In geval van plaatsing dient de combiput aan volgende voorwaarden te voldoen:

De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De combiput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van het gedeelte hemelwateropslag moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet dit volume.

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

 

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.

 

Het volume van de infiltratiegedeelte dient minimum 796L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,2736m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 2500L en een oppervlakte van   4,31m² wat ruim voldoet. Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Motivatie en voorwaarden toegang tot het perceel

De maximale toegestane toegangsbreedte wordt gerespecteerd. Men voorziet een toegangsbreedte van ongeveer 2m93. Het openbaar domein zal een beetje aangepast moeten worden. De bestaande verharding is niet zo breed. Voor de aanpassing dient men een aanvraag te doen. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De bestaande bouwlijn en het peil dienen behouden.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De verbouwings- en uitbreidingswerken kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

Een parkeerplaats voor minimum 1 personenwagen dient voorzien op het eigen terrein.

 

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

 

Motivatie en voorwaarden riolering

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig. Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes te herbruiken. Voor de positie van deze putjes kan u het document "20210818_Advies_Riolering_Positie_Huisaansluitputjes" raadplegen.

 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. Op het funderingsplan is het hemelwater aangesloten op het afvalwaterstelsel. Dit is niet toegestaan. Men dient een aangepast funderingsplan te bezorgen. Zie document "20210818_Advies_Riolering_Aangepast_Funderingsplan".

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA.

 

Putten (hemelwaterput, septische put) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing.  Men is niet verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De bouwheer wenst toch een combiput te plaatsen wat een gunstig principe is.

In geval van plaatsing dient de combiput aan volgende voorwaarden te voldoen:

De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De combiput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van het gedeelte hemelwateropslag moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet dit volume.

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

 

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.

 

Het volume van de infiltratiegedeelte dient minimum 796L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,2736m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 2500L en een oppervlakte van   4,31m² wat ruim voldoet. Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Motivatie en voorwaarden toegang tot het perceel

De maximale toegestane toegangsbreedte wordt gerespecteerd. Men voorziet een toegangsbreedte van ongeveer 2m93. Het openbaar domein zal een beetje aangepast moeten worden. De bestaande verharding is niet zo breed. Voor de aanpassing dient men een aanvraag te doen. De kosten zijn ten laste van de aanvrager.

 

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De bestaande bouwlijn en het peil dienen behouden.