Terug
Gepubliceerd op 04/02/2021

2021_CBS_00234 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van 10 appartementen (SA 2456 joh), gelegen Laar, kadastraal afdeling 1, sectie H, nrs. 1366K, 1365P - Attest

College van Burgemeester en Schepenen
ma 01/02/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Ben Van Looveren; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens; Ilse DaniĆ«ls, Sectormanager Vrije Tijd; Jade Mallants

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_00234 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van 10 appartementen (SA 2456 joh), gelegen Laar, kadastraal afdeling 1, sectie H, nrs. 1366K, 1365P - Attest 2021_CBS_00234 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van 10 appartementen (SA 2456 joh), gelegen Laar, kadastraal afdeling 1, sectie H, nrs. 1366K, 1365P - Attest

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 16/03/2021 (termijn van orde)


                                                                                                             

Verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar

Aanvraag tot stedenbouwkundig attest

Dossiernummer: 2456 joh

 

De gemeente Geel heeft op een aanvraag om stedenbouwkundig attest ontvangen voor het oprichten van een meergezinswoning met 10 appartementen. Op 31 december 2020 werd het dossier ontvankelijk en volledig verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

AR'Tuur architectenbureau bvba

Roggendries 20

2440 Geel

 

Gegevens van het perceel

Administratieve ligging: Laar te 2440 Geel

Kadastrale ligging: 1e afdeling, sectie H, percelen 1365P, 1366K

 

Verslag

 

 

DEEL 1: Geldende wettelijke en reglementaire voorschriften

 

1.A. Voorschriften inzake ruimtelijke ordening ( ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, ...) + bepalingen van het plan en de voorschriften die van toepassing zijn + eventuele uitzonderingsbepalingen.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen, de verkavelingen

De aanvraag is volgens het goedgekeurd Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol gelegen in woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) provinciaal Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel, goedgekeurd op 6 juli 2012.

 

De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Laar, goedgekeurd op 10 april 2012.

 

De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein, goedgekeurd op 06/12/2000.

 

Bepalingen van het plan die van toepassing zijn op de aanvraag

De voorschriften van het goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan St.-Dimphnaplein zijn van toepassing.

 

Afwijkings- en uitzonderingsregels zonevreemde woningen, gebouwen en constructies

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

De volgende verordeningen zijn van toepassing op de aanvraag:

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Antwerpen op 24 mei 2012;
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse regering op 5 juli 2013;
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening breedband goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 9 juni 2017

 

1.B. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, ...)

 

Beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten

Niet van toepassing.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Andere

Niet van toepassing.

 

Externe Adviezen

Niet van toepassing.

 

Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden. De aanvraag valt niet onder de bouwaanvragen die moeten openbaar gemaakt worden volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen.

 

DEEL 2: Verenigbaarheid met de geldende wettelijke en reglementaire voorschriften en de goede ruimtelijke ordening.

2.A. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag (+ eventuele historiek)

 

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg (Laar).

 

Art. 4.3.5. §1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, “handel”, “horeca”, “kantoorfunctie”, “diensten”, “industrie”, “ambacht”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§3. In het geval de bouwheer instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, kan de stedenbouwkundige vergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de stedenbouwkundige vergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§4. De voorwaarde, vermeld in §1, is niet van toepassing:

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande meergezinswoning met 10 appartementen en  ondergrondse autostaanplaatsen.

De meergezinswoning wordt voorzien in een baksteenarchitectuur. De totale voorgevelbreedte bedraagt 25,70 m met een kroonlijsthoogte van 6,15 m en een set-back tot een totale hoogte van 9,3 m.

De set-back wordt voorzien langs ale zijden, hierdoor komt het gebouw minder prominent over in het straatbeeld.

De terrassen aan de dakappartementen worden aan de zuidkant voorzien op voldoende afstand van de naburige percelen om voldoende privacy te garanderen.

Alle vereiste parkeerplaatsen worden ondergronds voorzien. De fietsenstalling wordt op maaiveldniveau voorzien zodat de onmiddellijke omgeving niet belast wordt met geparkeerde auto’s op maaiveldniveau en zo wordt eveneens het gebruik van de fiets gestimuleerd.

Er worden enkele afwijkingen gevraagd van de voorschriften van het BPA St.- Dimphnaplein:

  • Gewenst bouwprofiel: 17-17-setback met behoud van maximale vloer-terreinindex en maximaal bouwvolume.
  • Een gewenste voortuinstrook van 10 m.
  • Toegangsweg tot de ondergrondse parkeerkelder wordt voorzien op de toekomstig aan te leggen openbare weg naar het binnengebied zoals voorzien is in het PRUP ‘Laar’. Zodoende kan de toegangsweg in een latere fase verder aangelegd worden en op die manier dienst doen als ontsluiting naar het nog te ontwikkelen binnengebied.

Door de toegangsweg aan de rechterkant van het perceel te leggen en hiervoor een breedte te voorzien van 12 meter, kan deze weg later voorzien worden als toegangsweg naar het binnengebied. Op deze manier zal er maar op 1 plaats op het Laar aangesloten worden wat dan ook de veiligheid ten goede zal komen.

 

Deze afwijkingen werden reeds met het volledige voorontwerp besproken op de werkgroep ‘grote projecten’ van stad Geel en goed bevonden.

 

 

 

 

2.B. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, ...)

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het BPA St.-Dimphnaplein:

  • Gewenst bouwprofiel: 17-17-setback met behoud van maximale vloer-terreinindex en maximaal bouwvolume.
  • Een gewenste voortuinstrook van 10 m.
  • Toegangsweg tot de ondergrondse parkeerkelder wordt voorzien op de toekomstig aan te leggen openbare weg naar het binnengebied zoals voorzien is in het PRUP ‘Laar’. Zodoende kan de toegangsweg in een latere fase verder aangelegd worden en op die manier dienst doen als ontsluiting naar het nog te ontwikkelen binnengebied.

 

2.C. Verenigbaarheid met andere voorschriften

De aanvraag is in overeenstemming met de andere voorschriften.

 

2.D. Beoordeling van de externe adviezen

Niet van toepassing.

 

2.F. Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

2.G. Eindadvies en voorstel van voorwaarden

 

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

Er wordt een afwijking toegestaan voor volgende afwijkingen van het BPA St.-Dimphnaplein:

  • Gewenst bouwprofiel: 17-17-setback met behoud van maximale vloer-terreinindex en maximaal bouwvolume.
  • Een gewenste voortuinstrook van 10 m.
  • Toegangsweg tot de ondergrondse parkeerkelder wordt voorzien op de toekomstig aan te leggen openbare weg naar het binnengebied zoals voorzien is in het PRUP ‘Laar’. Zodoende kan de toegangsweg in een latere fase verder aangelegd worden en op die manier dienst doen als ontsluiting naar het nog te ontwikkelen binnengebied.

 

 

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal er grondafstand dienen te gebeuren aan stad Geel.
De zone voor de wegenis naar het binnengebied zal gratis en kosteloos aan stad Geel dienen te worden overgedragen..
Deze strook zal op het inplantingsplan bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dienen te worden aangeduid met de juiste afmetingen en oppervlakte als "gratis en kosteloos te worden overgedragen aan stad Geel".
 Tevens zal er een overeenkomst met stad Geel dienen te worden onderhandeld om deze strook te kunnen gebruiken als toegang tot de ondergrondse parkeergarage.

Er dienen steeds ten minste 10 parkeerplaatsen (garages, carports) in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project.
Het aantal fietsstalplaatsen dient in overeenstemming te zijn met de gemeentelijk stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen, gedeeltelijk herziening 2018.
Fietsenstalplaatsen moeten beantwoorden aan onderstaande voorwaarden:
– ze moeten eenvoudig en veilig bereikbaar zijn vanuit de openbare weg en vanuit de woning
– ze moeten overdekt zijn
– ze moeten afgesloten kunnen worden in functie van veiligheid
– ze moeten indien mogelijk worden gerealiseerd op het gelijkvloers en dicht bij de individuele
toegangen van de woningen voor een maximaal gebruiksgemak
– in de ruimte waar de fietsstalplaatsen worden gerealiseerd moeten voldoende stopcontacten
worden voorzien die het opladen van elektrische fietsen mogelijk maken
– De fietsenstallingen worden ingericht volgens de kwaliteitseisen zoals beschreven in het
vademecum fietsvoorzieningen (hoofdstuk 4: ontwerprichtlijnen voor fietsvoorzieningen). Bij
conflicten tussen de parkeerverordening en deze ontwerprichtlijnen, primeert de gemeentelijke
parkeerverordening

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be


 De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.fluvius.be.

 

De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:
* met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;
* de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
* de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening.
* de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;
* de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
* de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;
 * het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

Het gebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Het huishoudelijk afvalwater dient te worden geloosd in de reeds aanwezige huisaansluiting op het bestaande rioleringsnet (bij verbouwing en herbouwen en op plaatsen waar een wachtaansluiting voorzien is, niet bij nieuwbouw waar geen wachtaansluiting voorzien is)

De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelstel te worden afgevoerd.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.

 

De belasting naar aanleiding van het afleveren van een verkavelingsvergunning, een vergunning voor het bouwen van een groepswoningbouwproject en voor het bouwen van appartementen, studio's, kamerwoningen en studentenkamers is van toepassing op de aanvraag. Meer info hierover kan gevonden worden op www.geel.be.

 

Ondertekening

Geel, 4 januari 2021

 

 

 

 

Jade Mallants

Gemeentelijke omgevingsambtenaar

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot stedenbouwkundig attest  goed te keuren en een gunstig stedenbouwkundig attest af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 
                                                                                               

                                                                                 

De voorgenomen werken of handelingen kunnen in aanmerking komen voor goedkeuring, omwille van volgende redenen:

 

DEEL 1: Geldende wettelijke en reglementaire voorschriften

 

1.A. Voorschriften inzake ruimtelijke ordening ( ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, ...) + bepalingen van het plan en de voorschriften die van toepassing zijn + eventuele uitzonderingsbepalingen.

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen, de verkavelingen

De aanvraag is volgens het goedgekeurd Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol gelegen in woongebied.

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

 

De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) provinciaal Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel, goedgekeurd op 6 juli 2012.

 

De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Laar, goedgekeurd op 10 april 2012.

 

De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein, goedgekeurd op 06/12/2000.

 

Bepalingen van het plan die van toepassing zijn op de aanvraag

De voorschriften van het goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan St.-Dimphnaplein zijn van toepassing.

 

Afwijkings- en uitzonderingsregels zonevreemde woningen, gebouwen en constructies

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

De volgende verordeningen zijn van toepassing op de aanvraag:

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Antwerpen op 24 mei 2012;
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse regering op 5 juli 2013;
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening breedband goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 9 juni 2017

 

1.B. Andere voorschriften en decreten (zoals monumenten en landschappen, wegen, natuurwetgeving, ...)

 

Beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten

Niet van toepassing.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Andere

Niet van toepassing.

 

Externe Adviezen

Niet van toepassing.

 

Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden. De aanvraag valt niet onder de bouwaanvragen die moeten openbaar gemaakt worden volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen.

 

DEEL 2: Verenigbaarheid met de geldende wettelijke en reglementaire voorschriften en de goede ruimtelijke ordening.

2.A. Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag (+ eventuele historiek)

 

Het perceel is gelegen langs een gemeenteweg (Laar).

 

Art. 4.3.5. §1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie “wonen”, “verblijfsrecreatie”, “dagrecreatie”, “handel”, “horeca”, “kantoorfunctie”, “diensten”, “industrie”, “ambacht”, “gemeenschapsvoorzieningen” of “openbare nutsvoorzieningen”, kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§3. In het geval de bouwheer instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, kan de stedenbouwkundige vergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de stedenbouwkundige vergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§4. De voorwaarde, vermeld in §1, is niet van toepassing:

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande meergezinswoning met 10 appartementen en  ondergrondse autostaanplaatsen.

De meergezinswoning wordt voorzien in een baksteenarchitectuur. De totale voorgevelbreedte bedraagt 25,70 m met een kroonlijsthoogte van 6,15 m en een set-back tot een totale hoogte van 9,3 m.

De set-back wordt voorzien langs ale zijden, hierdoor komt het gebouw minder prominent over in het straatbeeld.

De terrassen aan de dakappartementen worden aan de zuidkant voorzien op voldoende afstand van de naburige percelen om voldoende privacy te garanderen.

Alle vereiste parkeerplaatsen worden ondergronds voorzien. De fietsenstalling wordt op maaiveldniveau voorzien zodat de onmiddellijke omgeving niet belast wordt met geparkeerde auto’s op maaiveldniveau en zo wordt eveneens het gebruik van de fiets gestimuleerd.

Er worden enkele afwijkingen gevraagd van de voorschriften van het BPA St.- Dimphnaplein:

  • Gewenst bouwprofiel: 17-17-setback met behoud van maximale vloer-terreinindex en maximaal bouwvolume.
  • Een gewenste voortuinstrook van 10 m.
  • Toegangsweg tot de ondergrondse parkeerkelder wordt voorzien op de toekomstig aan te leggen openbare weg naar het binnengebied zoals voorzien is in het PRUP ‘Laar’. Zodoende kan de toegangsweg in een latere fase verder aangelegd worden en op die manier dienst doen als ontsluiting naar het nog te ontwikkelen binnengebied.

Door de toegangsweg aan de rechterkant van het perceel te leggen en hiervoor een breedte te voorzien van 12 meter, kan deze weg later voorzien worden als toegangsweg naar het binnengebied. Op deze manier zal er maar op 1 plaats op het Laar aangesloten worden wat dan ook de veiligheid ten goede zal komen.

 

Deze afwijkingen werden reeds met het volledige voorontwerp besproken op de werkgroep ‘grote projecten’ van stad Geel en goed bevonden.

 

 

2.B. Verenigbaarheid met voorschriften inzake ruimtelijke ordening (ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvoorschriften, verordeningen, ...)

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het BPA St.-Dimphnaplein:

  • Gewenst bouwprofiel: 17-17-setback met behoud van maximale vloer-terreinindex en maximaal bouwvolume.
  • Een gewenste voortuinstrook van 10 m.
  • Toegangsweg tot de ondergrondse parkeerkelder wordt voorzien op de toekomstig aan te leggen openbare weg naar het binnengebied zoals voorzien is in het PRUP ‘Laar’. Zodoende kan de toegangsweg in een latere fase verder aangelegd worden en op die manier dienst doen als ontsluiting naar het nog te ontwikkelen binnengebied.

 

2.C. Verenigbaarheid met andere voorschriften

De aanvraag is in overeenstemming met de andere voorschriften.

 

2.D. Beoordeling van de externe adviezen

Niet van toepassing.

 

2.F. Beoordeling van de goede plaatselijke aanleg

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

2.G. Eindadvies en voorstel van voorwaarden

 

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

Er wordt een afwijking toegestaan voor volgende afwijkingen van het BPA St.-Dimphnaplein:

  • Gewenst bouwprofiel: 17-17-setback met behoud van maximale vloer-terreinindex en maximaal bouwvolume.
  • Een gewenste voortuinstrook van 10 m.
  • Toegangsweg tot de ondergrondse parkeerkelder wordt voorzien op de toekomstig aan te leggen openbare weg naar het binnengebied zoals voorzien is in het PRUP ‘Laar’. Zodoende kan de toegangsweg in een latere fase verder aangelegd worden en op die manier dienst doen als ontsluiting naar het nog te ontwikkelen binnengebied.

 

 

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal er grondafstand dienen te gebeuren aan stad Geel.
De zone voor de wegenis naar het binnengebied zal gratis en kosteloos aan stad Geel dienen te worden overgedragen..
Deze strook zal op het inplantingsplan bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dienen te worden aangeduid met de juiste afmetingen en oppervlakte als "gratis en kosteloos te worden overgedragen aan stad Geel".
 Tevens zal er een overeenkomst met stad Geel dienen te worden onderhandeld om deze strook te kunnen gebruiken als toegang tot de ondergrondse parkeergarage.

Er dienen steeds ten minste 10 parkeerplaatsen (garages, carports) in functie van het project behouden te worden, ook na overdracht van (een deel van) het project.
Het aantal fietsstalplaatsen dient in overeenstemming te zijn met de gemeentelijk stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen, gedeeltelijk herziening 2018.
Fietsenstalplaatsen moeten beantwoorden aan onderstaande voorwaarden:
– ze moeten eenvoudig en veilig bereikbaar zijn vanuit de openbare weg en vanuit de woning
– ze moeten overdekt zijn
– ze moeten afgesloten kunnen worden in functie van veiligheid
– ze moeten indien mogelijk worden gerealiseerd op het gelijkvloers en dicht bij de individuele
toegangen van de woningen voor een maximaal gebruiksgemak
– in de ruimte waar de fietsstalplaatsen worden gerealiseerd moeten voldoende stopcontacten
worden voorzien die het opladen van elektrische fietsen mogelijk maken
– De fietsenstallingen worden ingericht volgens de kwaliteitseisen zoals beschreven in het
vademecum fietsvoorzieningen (hoofdstuk 4: ontwerprichtlijnen voor fietsvoorzieningen). Bij
conflicten tussen de parkeerverordening en deze ontwerprichtlijnen, primeert de gemeentelijke
parkeerverordening

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be


 De bouwheer heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en/of aardgas, inzake de distributie van elektriciteit en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website van de distributienetbeheerder(s) via www.fluvius.be.

 

De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:
* met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;
* de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
* de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening.
* de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen;
* de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
* de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;
 * het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

Het gebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Het huishoudelijk afvalwater dient te worden geloosd in de reeds aanwezige huisaansluiting op het bestaande rioleringsnet (bij verbouwing en herbouwen en op plaatsen waar een wachtaansluiting voorzien is, niet bij nieuwbouw waar geen wachtaansluiting voorzien is)

De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelstel te worden afgevoerd.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.

 

De belasting naar aanleiding van het afleveren van een verkavelingsvergunning, een vergunning voor het bouwen van een groepswoningbouwproject en voor het bouwen van appartementen, studio's, kamerwoningen en studentenkamers is van toepassing op de aanvraag. Meer info hierover kan gevonden worden op www.geel.be.

 

 

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 

Het college van burgemeester en schepenen volgt het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 4 januari 2021.

 

De voorgenomen werken of handelingen kunnen in aanmerking komen voor goedkeuring.

 


Opmerkingen:

1.

De bovenstaande adviezen worden louter ter inlichting gegeven. Ze gelden zolang de voorschriften inzake ruimtelijke ordening niet worden gewijzigd. De voorschriften van goedgekeurde ruimtelijke plannen of toegestane verkavelingen, alsook rooiplannen of gemeenteverordeningen, zijn maar geldig zolang de verordenende bepalingen waaruit ze voortvloeien, hun bindende kracht behouden.

2.

Door dit attest is men niet ontheven van het aanvragen en verkrijgen van de bouwvergunning voor het uitvoeren van werken of verrichten van handelingen. of van de verkavelingsvergunning Met dit attest wordt in genendele vooruitgelopen op de beslissingen van de administratie ten aanzien van de vergunningsaanvragen. Sommige van die aanvragen moeten openbaar gemaakt of aan een onderzoek worden onderworpen, in de gevallen omschreven in het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000, en latere wijziging(en) betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingen.

3.

De voor het opmaken van dit attest gebruikte elementen evolueren snel, dat het geraden is na twee jaar, te rekenen van de afgifte van dit attest, er een nieuw aan te vragen alvorens een bouw- of verkavelingsaanvraag in te dienen.