Terug
Gepubliceerd op 23/08/2021

2021_CBS_02175 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van 9 eengezinswoningen en 1 garage (202100303joh), gelegen Vaartstraat/Zusters Van Berlaarstraat, kadastraal afdeling 2, sectie B, nrs. 648Z2, 648Y2, 649R2 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 16/08/2021 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Ben Van Looveren; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02175 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van 9 eengezinswoningen en 1 garage (202100303joh), gelegen Vaartstraat/Zusters Van Berlaarstraat, kadastraal afdeling 2, sectie B, nrs. 648Z2, 648Y2, 649R2 - Vergunning 2021_CBS_02175 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van 9 eengezinswoningen en 1 garage (202100303joh), gelegen Vaartstraat/Zusters Van Berlaarstraat, kadastraal afdeling 2, sectie B, nrs. 648Z2, 648Y2, 649R2 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 18/09/2021 (bindende eindtermijn)

 

  

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021081317

Dossiernummer gemeente: 202100303

 

De gemeente Geel heeft op 7 mei 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van 9 eengezinswoningen en 1 garage. De aanvraag werd op 24 juni 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

GO Consult real estate consultancy BVBA gevestigd te Retieseweg 101A te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Vaartstraat 10, 12, 14, 16, Zusters van Berlaarstraat 1, 3, 5, 7 en 9

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nrs. 648Z2, 648Y2 en 649R2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De verkaveling werd gewijzigd bij de besluiten van 06/07/2020 (verkaveling 201900526) Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan. 

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 201900526.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan, maar niet met de stedenbouwkundige voorschriften.

Het ontwerp is niet in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften m.b.t. de dakhelling. 

Voor het bouwen met een plat dak kan een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden toegestaan.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Artikel 4.3.5. § 3 van de VCRO stelt het volgende:

 

In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

 

In deze aanvraag staat de opdrachtgever zowel in voor de aanleg van de weg als voor de bouw van de woningen. 

Het is trouwens zo dat de woningen in de nog aan te leggen weg tegen de rooilijn gebouwd worden waardoor de nieuw aangelegde weg deels terug opgebroken zou moeten worden voor de bouw van de woningen wat uiteraard niet echt logisch is.

Het technisch dossier voor de aanleg van de weg heeft het studiebureau onlangs ingediend bij de dienst openbare werken.

 

De aanvraag betreft:

- Het bouwen van 9 ééngezinswoningen. Deze worden in 2 clusters voorzien: een cluster van 4 woningen

langs de Vaartstraat en een cluster van 5 woningen langs een nieuw aan te leggen weg. Het betreft een

aaneengesloten bebouwing, waarbij de woningen een halfopen karakter hebben. De garages bevinden

zich in de zijtuinstrook en vormen het koppelelement tussen de woningen.

- Het bouwen van 1 garage, niet verbonden aan de bijhorende woning, in de tuinzone achteraan van lot 4.

De garage wordt tegen de woning op lot 5 aangebouwd.

De woningen beantwoorden grotendeels aan de verkavelingsvoorschriften met de volgende gevraagde

afwijkingen:

  • het bouwen van een plat dak op de gekoppelde woningen van loten 1-2-3-4-6-7-8-9 i.p.v. een hellend dak.
  • de niet-waterdoorlatende verharding voor terrassen met een maximale oppervlakte van 30m².

 

Per woning is er een garage voorzien, met de mogelijkheid om nog een auto op de inrit voor de garage te plaatsen.

De architectuur is hedendaags, maar sober, en zal geen storend element vormen in het straatbeeld.

De volumes van de gebouwen, evenals het materiaalgebruik, zijn verantwoord gezien het heterogeen karakter van het straatbeeld.

De inplanting van de garage in de zijtuinstrook strookt volledig met de huidige tendens om de zone voor tuinen optimaal te benutten en de lengte van de opritten zoveel mogelijk te beperken.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 4 juli 2021 t.e.m. 2 augustus 2021. Er werd een bezwaarschrift ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 16 juli 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

 Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en caffé, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 4 juli 2021 tot en met 2 augustus 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.

 

Evaluatie bezwaarschrift

Het bezwaarschrift handelt over het aanleggen van een weg en het oprichten van de woningen, dat reeds werd vastgelegd in de goedgekeurde verkaveling.

Deze aanvraag betreft enkel het uitvoeren van werken in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften. Enkel wordt een afwijking gevraagd voor het bouwen met een plat dak, maar daar wordt geen bezwaar tegen gemaakt.

Het bezwaar is dus ongegrond. 

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 16 juli 2021 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Voor 

  • het bouwen van een plat dak op de gekoppelde woningen van loten 1-2-3-4-6-7-8-9 i.p.v. een hellend dak.
  • de niet-waterdoorlatende verharding voor terrassen met een maximale oppervlakte van 30m².

kan een afwijking zoals bepaald in  artikel 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden gevraagd.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbare Werken van stad Geel:

 

Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig in de Vaartstraat. De nieuwe woningen die gebouwd worden op lot 1 t.e.m. 3 dienen hier op aan te sluiten. In de nieuw aan te leggen weg (Zusters Van Berlaarstraat) zal ook een gescheiden stelsel worden aangelegd. De nieuwe woningen die gebouwd worden op lot 4   t.e.m. 9 dienen hier op aan te sluiten.

Voor alle woningen geldt het volgende:

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De huisaansluitputjes en de aansluitingen zullen op de percelen voorzien worden bij de aanleg van de verkaveling. De eenmalige kost voor het in gebruik nemen van 8 nieuwe lozingspunten dient betaald te worden door de aanvrager van deze vergunning. Eén lozingspunt was reeds in gebruik en dient niet betaald te worden. Dit betreft de vroegere woning met adres Vaartstraat 12.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om bij elke woning een hemelwaterput te voorzien. Een infiltratievoorziening is verplicht bij de woningen op loten 1 t.e.m. 6. Bij de woningen op loten 7, 8 en 9 dient men geen infiltratievoorziening te plaatsen omdat de percelen kleiner zijn dan 250m². Men voorziet op deze loten wel een infiltratievoorziening. Deze dienen dan te voldoen aan de opgelegde voorwaarden van de verordening. 

De plaatsing en het gebruik van de hemelwaterputten en de infiltratievoorzieningen dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput bij elke woning dient aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet bij elke woning een volume van 7500L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten. Bij de woning op lot 4 dient men ook de afvoer van de losstaande garage op de hemelwaterput aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor toiletspoeling en een buitenkraan .
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

 

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Bij woning op lot 1: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 900L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,44m². 

Bij woningen op lot 2 en 3: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 860L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,38m². 

Bij woning op lot 4: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 862,5L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,38m². 

Bij woningen op lot 5, 6, 7, 8: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 1125L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,80m². 

Bij woning op lot 9: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 880,25L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,41m². 

Men dient rekening te houden met een hoge grondwaterstand bij de plaatsing van de infiltratievoorzieningen. De bodem van de infiltratievoorziening moet hoger geplaatst worden dan de gemiddelde grondwaterstand. Indien mogelijk kan men ook opteren voor een bovengronds infiltratiesysteem i.p.v. een ondergronds systeem.

Er worden infiltratievoorzieningen geplaatst die voldoen aan de verordening. Het systeem waarbij de overloop naar de openbare riolering hoger ligt dan de overloop naar de infiltratievoorziening en waarbij de infiltratievoorziening terugwaarts overloopt, is toegestaan. Op dit punt dient men een toezichtsput te bouwen zodat de werking ervan te zien is. Op de noodoverloop naar de openbare riolering dient men een terugslagklep te plaatsen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Voorwaarden toegang tot perceel:

De toegangen tot de percelen in de Zuster Van Berlaarstraat dienen te worden voorzien zoals op het ingediende inplantingsplan.

Bij de toegangen tot de percelen in de Vaartstraat dient men rekening te houden met de parkeerplaatsen op het openbaar domein. Er moeten 2 parkeerplaatsen van elk 6m behouden blijven; 1 parkeerplaats ter hoogte van lot 3 en 4. En 1 parkeerplaats ter hoogte van lot 1 en 2. 

Concreet betekent dit volgende toegangsbreedtes:  

Lot 1: ± 5m (aan rechterzijde)

Lot 2: ± 5m75 (aan linkerzijde)

Lot 3: ± 4m80 (aan rechterzijde)

 

De woningen moeten voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woningen op loten 1,2,3 en 4 ligt hiermee maximum 29 cm boven de as van de weg en op loten 5,6,7,8 en 8, 20 cm boven de as van de weg.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

     

    De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

    Voor 

    • het bouwen van een plat dak op de gekoppelde woningen van loten 1-2-3-4-6-7-8-9 i.p.v. een hellend dak.
    • de niet-waterdoorlatende verharding voor terrassen met een maximale oppervlakte van 30m².

    wordt een afwijking zoals bepaald in  artikel 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegestaan.

     

    Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

    De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
     Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

     

    Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Openbare Werken van stad Geel:

     

    Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig in de Vaartstraat. De nieuwe woningen die gebouwd worden op lot 1 t.e.m. 3 dienen hier op aan te sluiten. In de nieuw aan te leggen weg (Zusters Van Berlaarstraat) zal ook een gescheiden stelsel worden aangelegd. De nieuwe woningen die gebouwd worden op lot 4   t.e.m. 9 dienen hier op aan te sluiten.

    Voor alle woningen geldt het volgende:

    Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

    De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

    De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De huisaansluitputjes en de aansluitingen zullen op de percelen voorzien worden bij de aanleg van de verkaveling. De eenmalige kost voor het in gebruik nemen van 8 nieuwe lozingspunten dient betaald te worden door de aanvrager van deze vergunning. Eén lozingspunt was reeds in gebruik en dient niet betaald te worden. Dit betreft de vroegere woning met adres Vaartstraat 12.

    Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

    Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om bij elke woning een hemelwaterput te voorzien. Een infiltratievoorziening is verplicht bij de woningen op loten 1 t.e.m. 6. Bij de woningen op loten 7, 8 en 9 dient men geen infiltratievoorziening te plaatsen omdat de percelen kleiner zijn dan 250m². Men voorziet op deze loten wel een infiltratievoorziening. Deze dienen dan te voldoen aan de opgelegde voorwaarden van de verordening. 

    De plaatsing en het gebruik van de hemelwaterputten en de infiltratievoorzieningen dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

    De hemelwaterput bij elke woning dient aan volgende voorwaarden voldoen:

    • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet bij elke woning een volume van 7500L.
    • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten. Bij de woning op lot 4 dient men ook de afvoer van de losstaande garage op de hemelwaterput aan te sluiten.
    • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor toiletspoeling en een buitenkraan .
    • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

     

    De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    Bij woning op lot 1: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 900L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,44m². 

    Bij woningen op lot 2 en 3: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 860L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,38m². 

    Bij woning op lot 4: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 862,5L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,38m². 

    Bij woningen op lot 5, 6, 7, 8: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 1125L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,80m². 

    Bij woning op lot 9: Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 880,25L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,41m². 

    Men dient rekening te houden met een hoge grondwaterstand bij de plaatsing van de infiltratievoorzieningen. De bodem van de infiltratievoorziening moet hoger geplaatst worden dan de gemiddelde grondwaterstand. Indien mogelijk kan men ook opteren voor een bovengronds infiltratiesysteem i.p.v. een ondergronds systeem.

    Er worden infiltratievoorzieningen geplaatst die voldoen aan de verordening. Het systeem waarbij de overloop naar de openbare riolering hoger ligt dan de overloop naar de infiltratievoorziening en waarbij de infiltratievoorziening terugwaarts overloopt, is toegestaan. Op dit punt dient men een toezichtsput te bouwen zodat de werking ervan te zien is. Op de noodoverloop naar de openbare riolering dient men een terugslagklep te plaatsen.

    Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

     

    Voorwaarden toegang tot perceel:

    De toegangen tot de percelen in de Zuster Van Berlaarstraat dienen te worden voorzien zoals op het ingediende inplantingsplan.

    Bij de toegangen tot de percelen in de Vaartstraat dient men rekening te houden met de parkeerplaatsen op het openbaar domein. Er moeten 2 parkeerplaatsen van elk 6m behouden blijven; 1 parkeerplaats ter hoogte van lot 3 en 4. En 1 parkeerplaats ter hoogte van lot 1 en 2. 

    Concreet betekent dit volgende toegangsbreedtes:  

    Lot 1: ± 5m (aan rechterzijde)

    Lot 2: ± 5m75 (aan linkerzijde)

    Lot 3: ± 4m80 (aan rechterzijde)

     

    De woningen moeten voldoen aan de EPB-eisen.

     

    Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

     

    De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

     

    De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

    Het peil van de woningen op loten 1,2,3 en 4 ligt hiermee maximum 29 cm boven de as van de weg en op loten 5,6,7,8 en 8, 20 cm boven de as van de weg.

     

    Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.