Terug
Gepubliceerd op 23/08/2021

2021_CBS_02228 - Omgevingsvergunning - Het kappen van een eik (202100317 joh), gelegen Eindekens 63, kadastraal afdeling 4, sectie E, nummer 31B2 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 16/08/2021 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Ben Van Looveren; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02228 - Omgevingsvergunning - Het kappen van een eik (202100317 joh), gelegen Eindekens 63, kadastraal afdeling 4, sectie E, nummer 31B2 - Vergunning 2021_CBS_02228 - Omgevingsvergunning - Het kappen van een eik (202100317 joh), gelegen Eindekens 63, kadastraal afdeling 4, sectie E, nummer 31B2 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 16/08/2021 (bindende eindtermijn)

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021086388

Dossiernummer gemeente: 202100317

 

De gemeente Geel heeft op 14 mei 2021 een aanvraag ontvangen voor het vellen van een zieke eik. De aanvraag werd op 29 juni 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Filip Lecomte wonende te Eindekens 63 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Eindekens 63

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nr. 31/2 B

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

agrarisch gebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II. Het RUP is niet van toepassing op deze aanvraag.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het vellen van een zieke eik.

In de tuin bevindt zich een oude, zieke eik. Het betreft een zomereik welke in 2003, toen de aanvragers het huis kochten, reeds beschadigd was. De boom is naar schatting 20 meter hoog en heeft een omtrek op 1 meter hoogte van 2,4 meter. De beschadiging/wonde bevindt zich in de stam en is ruim 2 meter lang. De wonde strekt zich uit tot in en voorbij de kern van de stam. Op de wonde bevindt zich een echte tonderzwam wat er op wijst dat de boom sterk verzwakt en stervende is. De vrees is dat de boom op een gegeven moment om zal vallen en beschadigingen gaat toebrengen aan de constructies in de omgeving en de tuinaanplanting. 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 5 augustus 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken (groenambtenaar)

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 5 augustus 2021 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

De aanvraag betreft het vellen van een zieke eik.

 

  1. De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag. 
  2. De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de aanvang van de werken. 
  3. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  4. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  1. Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) en in het belang maximaal behoud van bomen, wordt gevraagd om ter compensatie 1 standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse boom aan te planten met minimum plantmaat (bij aankoop) van 12/14. Deze maataanduiding geeft de omtrekklasse aan op 1m hoogte gemeten. Soorten uit volgende niet-limitatieve lijst komen hiervoor in aanmerking: zomereik, linde, zoete kers, els, berk, es en wilg. 
  1. De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, 13374 E 31 B 2 tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  2. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
    Deze staan beschreven onder art. 35 van het Veldwetboek (dd. 7 oktober 1886).
     Art. 35. Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.
    Fruitbomen van welke soort ook mogen als leibomen, aan elke kant van de muur tussen twee erven, geplant worden zonder dat een afstand in acht wordt genomen.
      Is die muur niet gemeen, dan heeft alleen de eigenaar het recht hem als steun voor zijn leibomen te gebruiken.
  3. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  4. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat. 

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
   
  1. De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag. 
  2. De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de aanvang van de werken. 
  3. Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
  4. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);
  1. Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) en in het belang maximaal behoud van bomen, wordt gevraagd om ter compensatie 1 standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse boom aan te planten met minimum plantmaat (bij aankoop) van 12/14. Deze maataanduiding geeft de omtrekklasse aan op 1m hoogte gemeten. Soorten uit volgende niet-limitatieve lijst komen hiervoor in aanmerking: zomereik, linde, zoete kers, els, berk, es en wilg. 
  1. De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, 13374 E 31 B 2 tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. 
  2. Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
    Deze staan beschreven onder art. 35 van het Veldwetboek (dd. 7 oktober 1886).
     Art. 35. Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.
    Fruitbomen van welke soort ook mogen als leibomen, aan elke kant van de muur tussen twee erven, geplant worden zonder dat een afstand in acht wordt genomen.
      Is die muur niet gemeen, dan heeft alleen de eigenaar het recht hem als steun voor zijn leibomen te gebruiken.
  3. Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
  4. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.