Terug
Gepubliceerd op 23/08/2021

2021_CBS_02227 - Omgevingsvergunning (2020342 krv) voor het oprichten van een kapperszaak met appartement gelegen Aardseweg 13A - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 16/08/2021 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Ben Van Looveren; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02227 - Omgevingsvergunning (2020342 krv) voor het oprichten van een kapperszaak met appartement gelegen Aardseweg 13A - Vergunning 2021_CBS_02227 - Omgevingsvergunning (2020342 krv) voor het oprichten van een kapperszaak met appartement gelegen Aardseweg 13A - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 31/08/2021

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021036545

Dossiernummer gemeente: 202100342

 

De gemeente Geel heeft op 3 juni 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een kapperszaak met appartement. De aanvraag werd op 7 juli 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw britt Wastijn wonende te Oostbergen 15A te 2460 Kasterlee en de heer geert bols wonende te Oostbergen 15A te 2460 Kasterlee

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Aardseweg 13A en 13B

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie B nr. 672F3

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect

Het betreft een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de nieuwbouw van een halfopen eengezinswoning met

een kapperszaak op de begane grond en een overkapping voor vuilbakken en fietsen achteraan het perceel.

 

Beschrijving der werken:

De nieuwe woning heeft 3 parkeerplaatsen achteraan het perceel, zoals besproken met de gemeente.

Er wordt gewerkt met een karrenspoor tot achteraan het perceel waar er meer verharding is om te kunnen parkeren. Achteraan het perceel is ook een overkapping voor fietsen en vuilnisbakken voorzien.

De constructie bestaat uit een kapperszaak van <50m2 op de begane grond en een woning op de verdieping. De 2 functies worden visueel van elkaar gescheiden door met een andere materialisatie te werken, de constructie onderaan ligt ook 9cm terug zodat de materialen een mooi esthetisch geheel vormen.

 

Het appartement omvat op de begane grond een grote inkomhal met veel opbergruimte, op de verdieping een leefruimte, keuken, gastentoilet en ruim terras. Onder het dak is er ruimte voorzien voor 2 ruime slaapkamers, een badkamer en extra toilet.

Om de slaapkamers genoeg ruimte te geven, is er gewerkt met dakkapellen die minder dan 2/3e van de dakbreedte omvatten.

 

De ruimtes van de woning voldoen aan de verordening die de stad Geel oplegt.

Er is een gemeenschappelijk meterlokaal en berging voorzien op de begane grond.

De kroonlijsthoogte is 6,5 m tov het maaiveld en de nokhoogte 11,00 m.

De kroonlijsthoogte van de dakkapels bedraagt 9,45m tov het maaiveld.

Er wordt een overkapping in dezelfde materialen als het hoofdgebouw opgetrokken.

De zijkanten worden op de perceelgrens voorzien, de afwerking van deze gevel wordt in overleg met de aanpalende buren afgesproken. De kroonlijsthoogte van de tuinberging tov het maaiveld bedraagt 3m.

Er wordt een handtekening van de aanpalende buren mee in de bouwaanvraag geplaatst.

 

 

 

Het ontwerp

Het ontwerp stelt de oprichting voor van een kapperszaak met bovenliggend appartement.

 

Voor dit ontwerp werd eerder een ongunstig stedenbouwkundig attest verleend. Na aanpassing van het programma werd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 30 november 2020 een gunstig stedenbouwkundig attest verleend.

 

De kapperszaak zal verkleind worden tot 50 m2 waardoor hier slechts één parkeerplaats voor nodig is in plaats van 2. Verder zijn nog twee parkeerplaatsen nodig voor het bovengelegen appartement (het gaat niet om de eigen woning). Er zijn bijgevolg drie parkeerplaatsen nodig die achteraan voorzien worden in grasdallen op eigen terrein. Verder is de bouwstrook voorzien op 13 m in plaats van 14 m zoals voorzien in het vorige plan. Dit om de groenzone tussen parkeerplaatsen en achtergevel nog te vergroten.

 

De kapperszaak met bovengelegen appartement wordt ingeplant op de rooilijn en tegen de linker perceelsgrens. De kapperszaak heeft een oppervlakte van 33,42 m².

De gevelbreedte is 6,61 meter. De diepte op het gelijkvloers is 13 meter. De verdieping en de dakbasis hebben een diepte van 9 meter. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,50 meter; de nokhoogte is 11 meter.

De gevels van de kapperszaak met woonst worden afgewerkt met een aluminium gevelbeplating in een anodic brown kleur en grijze leien. Het buitenschrijnwerk is aluminium in anodic brown. Voor de dakbedekking worden eveneens grijze leien voorzien.

Het terras van de eerste verdieping heeft een groendak van 11,23 m².

 

Tegen de achterste- en de rechterperceelsgrens wordt een fietsenberging opgericht van 15,63 m². De gevelhoogte is 3 meter.

Achteraan op het perceel worden 3 parkeerplaatsen naast elkaar voorzien. De oprit en de aanleg van de parkeerplaatsen worden uitgevoerd in grasdals.

 

De verhardingen voor inrit, autoparking, fietsenparking en stapstenen naar de woning, zoals aangeduid op het inplantingsplan worden nieuw aangelegd.

De verhardingen rondom het gebouw worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen waardoor het hemelwater zal wegvloeien op eigen terrein.

De bebouwde oppervlakte is 101,17 m². De verharde oppervlakte in waterdoorlatende materialen bedraagt 117,60 m² en het percentage groen op het perceel is 20,30%.

 

Er werd gezocht naar een maximale groeninrichting op het terrein door o.a. het karrenspoor, groendak, gebruik van grasdallen en tot slot de beperking van de bouwdiepte en inkrimping van het programma. Meer groen kan niet gerealiseerd worden op het perceel bij configuratie van dit programma.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd een bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 14 juli 2021 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

Op 16 juli 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Aardseweg).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en caffé, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Scheidingsmuren

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 08/07/2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd een bezwaar ingediend.

 

Bezwaarschrift

De bezwaarschriftindiener is bezorgt dat de gracht ter hoogte van de achterste perceelsgrens zal ingebuisd of gedempt worden en vreest op die manier voor wateroverlast.

 

Bespreking bezwaarschrift

De werken uitvoeren volgens plan impliceert het dempen van de gracht gelegen op de achterste perceelsgrens. Deze reliëfwijziging is vergunningsplichtig en kan niet uitgevoerd worden zonder expliciete omgevingsvergunning voor de reliëfwijziging.

Het dempen van de gracht is niet in overeenstemming met de doelstelling van het decreet integraal waterbeleid en kan dan ook niet worden toegestaan.

Naast de vergunningsplicht wordt de gracht geacht gemeen te zijn en kan de gracht naar eigendomsrecht niet gedempt of ingebuisd worden zonder toestemming van de achtergelegen gebuur.

De bouwheer dient een afstand van de gracht te bewaren zodat de gracht in stand gehouden wordt.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 14 juli 2021 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 16 juli 2021 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig met voorwaarden

 

De kapperszaak met bovenliggend appartement kan ingeplant en opgericht worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.

 

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien.

Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

 

De aanleg van een dakterras op het niveau van de verdieping is slechts toegelaten op voorwaarde dat op minimum 1,90 meter van de gemeenschappelijke perceelsgrens een terrasafsluiting wordt aangebracht die niet hoger is dan 1,20 meter.   Deze terrasafsluiting moet bestaan uit hout, geschilderd metaal en/of veiligheidsglas.

 

De dakkapellen worden opgericht op 0,40 meter uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minimum 1 meter afstand van de scheidingsmuur.

De dakkapellen hebben een maximumbreedte van 2/3 van de gevelbreedte en met een maximum van 6 meter per dakvenster. De maximumhoogte bedraagt slechts 2/3 van de dakhoogte van het hoofdgebouw.

 

Er dienen steeds ten minste 3 parkeerplaatsen in functie van het project behouden te blijven, ook na overdracht van (een deel van) het project.

 

De tuinberging dient volledig op het eigen terrein te worden ingeplant. De open gracht die zich bevindt op de achterste perceelsgrens kan niet ingebuisd of gedempt worden. Deze dient ten allen tijde open te blijven om wateroverlast te vermijden.

De bouwheer dient een afstand van de gracht te bewaren zodat de gracht in stand gehouden wordt.

 

De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden van de brandweerdiensten gesteld in het advies met kenmerk BWDP/2021-0250/001/01/BCO

 

 

Motivatie en voorwaarden riolering

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes worden geplaatst door Aquafin in opdracht van stad Geel. Aquafin maakt ook de aansluiting op de openbare riolering.

 

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van de hemelwaterput dient minimum 5000L te bedragen. Men voorziet dit volume volgens plan.

Men dient de afvoeren van het dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten, met uitzondering van het gedeelte groendak met terras. Dit deel dient men rechtstreeks aan te sluiten op de infiltratievoorziening.

 

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 3 toiletten en een buitenkraan.

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 887,6L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,42m². Het is niet duidelijk welke dimensionering men werkelijk zal voorzien. De dimensionering verschilt tussen de gegevens op het plan (te klein) en de gegevens in de beschrijvende nota (voldoende).   Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Motivatie en voorwaarden toegang tot het perceel

Voor de toegang tot het perceel dient men de maximale toegestane breedte te respecteren. Men voorziet een toegang van 3m wat voldoet. Waar de toegang komt, is er op openbaar domein een parkeerplaats voorzien. Voor de aanpassing van het openbaar domein (aanpassing parkeerplaats en overrijdbare boordsteen) dient men een aanvraag te doen. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

 

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 20 cm boven de as van de weg.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De kapperszaak met bovenliggend appartement kan ingeplant en opgericht worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.


De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien.

Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.


De aanleg van een dakterras op het niveau van de verdieping is slechts toegelaten op voorwaarde dat op minimum 1,90 meter van de gemeenschappelijke perceelsgrens een terrasafsluiting wordt aangebracht die niet hoger is dan 1,20 meter.  Deze terrasafsluiting moet bestaan uit hout, geschilderd metaal en/of veiligheidsglas.


De dakkapellen worden opgericht op 0,40 meter uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minimum 1 meter afstand van de scheidingsmuur.

De dakkapellen hebben een maximumbreedte van 2/3 van de gevelbreedte en met een maximum van 6 meter per dakvenster. De maximumhoogte bedraagt slechts 2/3 van de dakhoogte van het hoofdgebouw.


Er dienen steeds ten minste 3 parkeerplaatsen in functie van het project behouden te blijven, ook na overdracht van (een deel van) het project.


De tuinberging dient volledig op het eigen terrein te worden ingeplant. De open gracht die zich bevindt op de achterste perceelsgrens kan niet ingebuisd of gedempt worden. Deze dient ten allen tijde open te blijven om wateroverlast te vermijden.

De bouwheer dient een afstand van de gracht te bewaren zodat de gracht in stand gehouden wordt.


De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.


Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden van de brandweerdiensten gesteld in het advies met kenmerk BWDP/2021-0250/001/01/BCO



Motivatie en voorwaarden riolering

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes worden geplaatst door Aquafin in opdracht van stad Geel. Aquafin maakt ook de aansluiting op de openbare riolering.


Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.


Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van de hemelwaterput dient minimum 5000L te bedragen. Men voorziet dit volume volgens plan.

Men dient de afvoeren van het dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten, met uitzondering van het gedeelte groendak met terras. Dit deel dient men rechtstreeks aan te sluiten op de infiltratievoorziening.


De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 3 toiletten en een buitenkraan.

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 887,6L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,42m². Het is niet duidelijk welke dimensionering men werkelijk zal voorzien. De dimensionering verschilt tussen de gegevens op het plan (te klein) en de gegevens in de beschrijvende nota (voldoende).  Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.


Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.


Motivatie en voorwaarden toegang tot het perceel

Voor de toegang tot het perceel dient men de maximale toegestane breedte te respecteren. Men voorziet een toegang van 3m wat voldoet. Waar de toegang komt, is er op openbaar domein een parkeerplaats voorzien. Voor de aanpassing van het openbaar domein (aanpassing parkeerplaats en overrijdbare boordsteen) dient men een aanvraag te doen. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.



Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.


De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.


Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.


De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 20 cm boven de as van de weg.