Terug
Gepubliceerd op 14/09/2021

2021_CBS_02470 - Omgevingsvergunning - het oprichten van bijgebouwen en aanleg openlucht zwembad gelegen Kemeldijk 23 (202100427SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 13/09/2021 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02470 - Omgevingsvergunning - het oprichten van bijgebouwen en aanleg openlucht zwembad gelegen Kemeldijk 23 (202100427SS) - Vergunning 2021_CBS_02470 - Omgevingsvergunning - het oprichten van bijgebouwen en aanleg openlucht zwembad gelegen Kemeldijk 23 (202100427SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 20/09/2021


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021114423

Dossiernummer gemeente: 202100427

 

De gemeente Geel heeft op 7 juli 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van bijgebouwen en aanleg zwembad. De aanvraag werd op 3 augustus 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Judith Raeymackers wonende te Ilsestraat 86 te 2260 Westerlo

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Kemeldijk 23

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 919M5

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

woonuitbreidingsgebied

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

///

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (12731) voor het verbouwen van een woonhuis - goedgekeurd op 11/05/1998.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over het oprichten van bijgebouwen, de aanleg van een openlucht zwembad plus tuinaanleg.

In de bouwvrije zijtuinstrook  links van de vrijstaande woning en tot tegen de linker perceelsgrens wordt een carport opgericht van 29m². Bouwdiepte bedraagt 8,04 meter, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn tot op een bouwdiepte van 17 meter, bouwbreedte 3 meter met bouwhoogte 3 meter, uitvoering met plat dak. De constructie wordt afgewerkt / uitgevoerd in zwart aluminium. Nota wordt genomen van de specifieke akkoordverklaring én handtekening voor akkoord op de plannen van de linksaanpalende eigenaar.

Aansluitend op de carport wordt een fietsenberging van 18m² opgericht, in de strook voor binnenplaatsen en tuinen tegen de linker perceelsgrens, Bouwdiepte 6 meter, bouwbreedte 3 meter en bouwhoogte 2,70 meter. Gevels worden afgewerkt in witte volkernpanelen  (Trespa). Nota wordt genomen van de specifieke akkoordverklaring én handtekening voor akkoord op de plannen van de linksaanpalende eigenaar.

In de strook voor bijgebouwen wordt een overdekt terras van 40m² opgericht, bouwdiepte 9,44 meter, bouwbreedte 4,34 meter, bouwhoogte 3 meter. De constructie wordt afgewerkt / uitgevoerd in zwart aluminium.

Tegen de linker perceelsgrens wordt ter hoogte van de bijgebouwen een tuinmuur opgericht over een lengte van 31,64 meter. De afwerking aan de kant van de aanvrager is voorzien in zwart hout.

De aanpalende eigenaar werd per aangetekende zending op de hoogte van de aangevraagde werken.

Achteraan op het perceel staat een tuinberging van 3 x 4 meter die behouden blijft.

In de tuinstrook wordt een openluchtzwembad aangelegd met bijhorend terras tot op 1,65 meter van de rechter perceelsgrens met een totale oppervlakte van 41m². De achterkant van het zwembad wordt geflankeerd door een muur met hoogte 1,50 meter.

In de voortuinstrook wordt een oprit aangelegd tot aan de carport als karrespoor. De strikt noodzakelijke toegang naar de voordeur wordt verhard plus een parkeerplaats in kiezelverharding.

In de achtertuin blijft het bestaande terras behouden. Er worden nieuwe tuinpaden aangelegd in waterdoorlatend materiaal.

De bestaande hoogstammige bomen blijven behouden.

Er worden geen terreinophogingen uitgevoerd.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
 Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 05/08/2021 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.

 

Bespreking adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

Conclusie

 

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Alle werken moeten uitgevoerd worden op het eigen terrein.

De uitvoering / afwerking van gevels tegen de gemeenschappelijke perceelsgrens dient te gebeuren in samenspraak met de aanpalende eigenaar.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.

De plaatsing van een hemelwaterput is niet verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten aangezien de oppervlakte van de bijgebouwen kleiner is dan 100m². De plaatsing van een hemelwaterput is echter aangewezen. De hemelwaterput moet dan voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. De hemelwaterafvoer kan ook aangesloten worden op een eventueel bestaande hemelwaterput van de woning.

Wel dient een infiltratievoorziening geplaatst te worden met een volume van minimum 2175 liter met infiltratieoppervlakte minimum 3,48m². 

De verharde oppervlakte in voortuinen moet beperkt blijven tot deze welke strikt noodzakelijk is voor de toegang van het gebouw. Ter hoogte van de rooilijn blijft de breedte beperkt tot de breedte nodig voor de strikt noodzakelijk toegang. Deze verharding kan verder uitgebreid worden naar een maximale breedte van 6m in totaal.

Onder invloed van een veranderend klimaat zullen we in Vlaanderen steeds vaker te maken krijgen met warmere zomers, daling van de grondwatertafel, hevige stortbuien, veranderingen in vegetatietypes, verlies aan biodiversiteit, groeiende kans op (tropische ziektes) enz. Er dient dus te worden ingezet op een meer klimaatbestendige inrichting. De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatend materiaal, zo ook in de onderlaag. 

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen ingeplant en uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

Alle werken moeten uitgevoerd worden op het eigen terrein.

De uitvoering / afwerking van gevels tegen de gemeenschappelijke perceelsgrens dient te gebeuren in samenspraak met de aanpalende eigenaar.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.

De plaatsing van een hemelwaterput is niet verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten aangezien de oppervlakte van de bijgebouwen kleiner is dan 100m². De plaatsing van een hemelwaterput is echter aangewezen. De hemelwaterput moet dan voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. De hemelwaterafvoer kan ook aangesloten worden op een eventueel bestaande hemelwaterput van de woning.

Wel dient een infiltratievoorziening geplaatst te worden met een volume van minimum 2175 liter met infiltratieoppervlakte minimum 3,48m². 

De verharde oppervlakte in voortuinen moet beperkt blijven tot deze welke strikt noodzakelijk is voor de toegang van het gebouw. Ter hoogte van de rooilijn blijft de breedte beperkt tot de breedte nodig voor de strikt noodzakelijk toegang. Deze verharding kan verder uitgebreid worden naar een maximale breedte van 6m in totaal.

Onder invloed van een veranderend klimaat zullen we in Vlaanderen steeds vaker te maken krijgen met warmere zomers, daling van de grondwatertafel, hevige stortbuien, veranderingen in vegetatietypes, verlies aan biodiversiteit, groeiende kans op (tropische ziektes) enz. Er dient dus te worden ingezet op een meer klimaatbestendige inrichting. De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatend materiaal, zo ook in de onderlaag. 

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd.