Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021046494
Dossiernummer gemeente: 202100168
De gemeente Geel heeft op 14 maart 2021 een aanvraag ontvangen voor het vellen van bomen. De aanvraag werd op 18 maart 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Patrick Cuyvers wonende te Zammelseweg 52 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Zammelseweg
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 415D2
Verslag
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het bouwterrein maakt als lot 1 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 22/04/1992 met kenmerk gemeente 1639. Deze verkaveling is voor he tterrein van de aanvraag niet vervallen
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 1639
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van de verkaveling.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
• Verkavelingsvergunning (1639) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 22/04/1992.
• Milieuvergunning 1993/M3/00861 voor mazouttank - goedgekeurd op 08/08/1994.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
Het perceel is begroeid met voornamelijk fijnsparren. Deze bomen zijn allen in min of meerdere mate aangetast door de letterzetter. Dit is een kleine schorskever die vnl. fijnsparren aantast die verzwakt en/of ziek zijn, meestal ten gevolge van de klimaatverandering. Door de aanhoudende droogte en hitte komen deze bomen in een stresstoestand terecht wat hen tot een makkelijke prooi maakt voor de letterzetter. Deze schorskever maakt gangen net onder het schorsoppervlak, belemmert zo de sapstroom, waarna de boom afsterft.
Op het perceel bevindt zich naast de fijnsparren ook een vitale zomereik en een fors exemplaar hazelaar. Naast enkele Amerikaanse vogelkersen (= exoot, en te mijden) staan er ook enkele kleinere exemplaren Zoete kers (= inheems). De eik, de hazelaar en de inheemse vogelkers dienen ook na het vellen van de fijnsparren behouden te blijven.
4. Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 22 maart 2021 t.e.m. 20 april 2021. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
5. Adviezen
Niet van toepassing.
6. Project-MER
Niet van toepassing.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en cafÉ, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente. § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiËle waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen. § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 22 maart 2021 tot en met 20 april 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Besluit
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
Mits schriftelijke bevestiging door het Agentschap voor Natuur en Bos dat deze vegetatie niet als ‘bos’ dient beschouwd te worden, geldt hierna volgend advies;
De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag.
De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag.
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 15 maart–15 juli);
Volgende soorten dienen behouden te blijven: zomereik, hazelaar en inheemse vogelkers. De inheemse vogelkers (Prunus padus) en de Amerikaanse vogelkers (Prunus Serotina) lijken op het eerste zicht erg op elkaar. De inheemse soort heeft een eerder dof, eirond blad, afgerond aan de top en aan de bovenzijde behaard. De Amerikaanse vogelkers heeft een onbehaard, eerder blinkend, leerachtig blad dat in een punt uitloopt.
Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie minstens 12 standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken
Bij de bepaling van de boomkeuze dient gekeken naar bomen die een volwassen hoogte bereiken van 6 à 12 meter (2° grootte). Vormbomen mogen worden aangeplant, maar worden niet meegerekend als compensatie (o.w.v. het te beperkte kroonvolume).
De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, 13375N0415/00D002 tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/02), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Deze staan beschreven onder art. 35 van het Veldwetboek (dd. 7 oktober 1886): Art. 35. Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.
Fruitbomen van welke soort ook mogen als leibomen, aan elke kant van de muur tussen twee erven, geplant worden zonder dat een afstand in acht wordt genomen.
Is die muur niet gemeen, dan heeft alleen de eigenaar het recht hem als steun voor zijn leibomen te gebruiken.
Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Mits schriftelijke bevestiging door het Agentschap voor Natuur en Bos dat deze vegetatie niet als ‘bos’ dient beschouwd te worden, geldt hierna volgend advies;
De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag.
De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag.
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 15 maart–15 juli);
Volgende soorten dienen behouden te blijven: zomereik, hazelaar en inheemse vogelkers. De inheemse vogelkers (Prunus padus) en de Amerikaanse vogelkers (Prunus Serotina) lijken op het eerste zicht erg op elkaar. De inheemse soort heeft een eerder dof, eirond blad, afgerond aan de top en aan de bovenzijde behaard. De Amerikaanse vogelkers heeft een onbehaard, eerder blinkend, leerachtig blad dat in een punt uitloopt.
Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie minstens 12 standplaatsgeschikte bomen aan te planten. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken
Bij de bepaling van de boomkeuze dient gekeken naar bomen die een volwassen hoogte bereiken van 6 à 12 meter (2° grootte). Vormbomen mogen worden aangeplant, maar worden niet meegerekend als compensatie (o.w.v. het te beperkte kroonvolume).
De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, 13375N0415/00D002 tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/02), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Deze staan beschreven onder art. 35 van het Veldwetboek (dd. 7 oktober 1886). Art. 35. Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.
Fruitbomen van welke soort ook mogen als leibomen, aan elke kant van de muur tussen twee erven, geplant worden zonder dat een afstand in acht wordt genomen.
Is die muur niet gemeen, dan heeft alleen de eigenaar het recht hem als steun voor zijn leibomen te gebruiken.
Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.