Terug
Gepubliceerd op 18/03/2021

2021_CBS_00734 - Omgevingsvergunning (202000614 krv) voor het oprichten van een vrijstaande woning gelegen Gooreindse Leunen 39. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 15/03/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Marleen Verboven; Bart Julliams; Ben Van Looveren; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Stijn Valgaeren, sectormanager grondgebonden zaken

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_00734 - Omgevingsvergunning (202000614 krv) voor het oprichten van een vrijstaande woning gelegen Gooreindse Leunen 39. - Vergunning 2021_CBS_00734 - Omgevingsvergunning (202000614 krv) voor het oprichten van een vrijstaande woning gelegen Gooreindse Leunen 39. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER:  22/04/2021

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020165262

Dossiernummer gemeente: 202000614

 

De gemeente Geel heeft op 08/12/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het bouwen van een vrijstaande woning. De aanvraag werd op 01/02/2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Evy Van Gelder 

Eksterstraat 16 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Gooreindse Leunen 39 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie E, perceel 199C2

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

bestemming: agrarische gebieden

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling. De voorschriften van de geldende verkaveling zijn van toepassing.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Het ontwerp is niet in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften m.b.t. de gevel- en dakmaterialen.

Voor de afwerking van de gevels deels in grijze geprofileerde metaalplaten en een dakbedekking in grijze geprofileerde metaalplaten kan een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden toegestaan.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek
  • Verkavelingsvergunning (OS): 0145 B (0), Nieuwe verkaveling - Vergund

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een vrijstaande woning

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag volgens de architect
 
bouwen van nieuwe woning met kantoor

De woning bevat vooraan ook een kantoorruimte van 50m². Deze ruimte zal gebruikt worden als verzekeringskantoor. 

Er worden 2 parkingplaatsen vooraan voorzien alsmede een parkingplaats privé voor de garage. De bovengrondse garage wordt in de zijdelingse bouwvrije zijtuinstrook geplaatst op 6m achter de voortuinstrook. 

In bijlage is het akkoord van de linkerbuurman te vinden. (is de vader van de bouwheer) 

De bouwheer heeft enkele old-timers en voorziet een lift naar de kelder. Bovengronds is hier geen constructie nodig en zie je ook niets. Het platform wordt voorzien van dezelfde bevloering als de oprit. 

Deze autolift wordt ingepland op 1m van de perceelgrens. 

Qua materialen proberen we de woning een hedendaagse look te geven. De sokkel van de woning (gelijkvloers) is gans uitgevoerd in bruin-rode baksteen. De wanden van het eerste verdiep en het dak worden uitgevoerd in hetzelfde materiaal in antraciet. (Rockpanel of gelijkwaardig)

De opritten wordt voorzien in waterdoorlatende klinkers en de parkingzone in grasdals.

Er komt ook een nieuwe inbuizing van 4,5m voorzien aan de rechterkant van het perceel vooraan.

Ter plaatse van de woning , parking en oprit moeten enkele bomen gerooid. Deze zijn echter spontaan zelf opgeschoten want oorspronkelijk was gans de verkaveling een grasland zonder bomen noch struiken.

 

 

Het ontwerp
 
Het ontwerp stelt de oprichting voor van een vrijstaande woning met een garage in de rechter bouwvrije zijtuinstrook.

De woning heeft een gevelbreedte van 14 meter en een bouwdiepte van 15,10 meter op het gelijkvloers. De bouwdiepte op de verdieping is 13,75 meter. De overblijvende 1,75 meter wordt aangelegd met een groendak. Ook de garage in de bouwvrije zijtuinstrook wordt voorzien van een groendak. De garage wordt ingeplant in de rechter bouwvrije zijtuinstrook op 6 meter uit de voorgevelbouwlijn.

De akkoordverklaring van de rechts aanpalende eigenaar m.b.t. de oprichting van een garage in de bouwvrije zijtuinstrook werd aan het dossier toegevoegd.

De gevelhoogte van de woning is 5,53 meter, de nokhoogte bedraagt 9,23 meter.

De woning wordt opgericht deels in een roodbruin genuanceerde gevelsteen en deels met grijze geprofileerde platen. Het buitenschrijnwerk is grijs aluminium en natuurkleurig hout, voor de dakbedekking worden grijze geprofileerde platen voorzien.

Voor de oprichting van een woning met een gevel- en dakafwerking in geprofileerde platen wordt een afwijking van de voorschriften bekomen.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 05/02/2021 t.e.m. 06/03/2021. Er werden 0 bezwaren ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 01/02/2021 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

Op 01/02/2021 werd advies gevraagd aan agentschap voor natuur en bos - adviezen en vergunningen antwerpen.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Gooreindse Leunen).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 05/02/2021 tot 06/03/2021.

Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 26/02/2021 is volledig gunstig

Het advies van agentschap voor natuur en bos - adviezen en vergunningen antwerpen afgeleverd op 23/02/2021 is volledig gunstig

Opmerkingen adviezen:

De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 21- 202463. • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1720 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. • De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid. 

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

 

Besluit

Gunstig met voorwaarden

 

Voorwaarden

De woning dient ingeplant op minimum 12 meter en maximum 13,9 meter uit de wegas.

Nota wordt genomen van de akkoordverklaring van de rechts aanpalend eigenaar m.b.t. de oprichting van een garage in de rechter bouwvrije zijtuinstrook.

De autolift dient op minstens 1 meter van de scheiding te worden geplaatst.

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos gesteld in het advies met kenmerk 21-202463. Het boscompensatievoorstel wordt ongewijzigd goedgekeurd.

De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 21- 202463. • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1720 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. • De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid. 

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. 

Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, wel een gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …) dient voorbehandeld te worden. 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag door de bouwheer rechtstreeks worden aangesloten op de voorliggende gracht nabij het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Dit putje wordt geplaatst door Aquafin in opdracht van stad Geel. Aquafin maakt ook de aansluiting van het afvalwater op de gracht. De bouwheer dient de dienst Openbare Werken en Verkeer van stad Geel te verwittigen als het perceel bouwklaar is, zodat het huisaansluitputje kan geplaatst worden. 

Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening, …) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn. 

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Voor de dimensionering dient men rekening te houden met het aantal inwoners/gebruikers. Men mag, zoals op plan voorzien is, ook 2 septische putten plaatsen van 3000L. Eén put voor het fecale water en één put voor het grijs water en de noodoverloop van de andere put. 

Volgens de hemelwaterverordening is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000L. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 4 toiletten, wasmachine en 2 buitenkranen. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 4000L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 6,4m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met deze dimensionering. Men voorziet een noodoverloop naar de gracht. Dit is geen verplichting, maar wordt wel toegestaan. 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. 

Men respecteert de maximaal toegestane inritbreedte. De bouwheer voorziet een toegang van 4,5m. Voor de aanpassing van het openbaar domein (inbuizing gracht, overwelving, ...) dient men een aanvraag te doen. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.

 

Lasten

///

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De woning dient ingeplant op minimum 12 meter en maximum 13,9 meter uit de wegas.

Nota wordt genomen van de akkoordverklaring van de rechts aanpalend eigenaar m.b.t. de oprichting van een garage in de rechter bouwvrije zijtuinstrook.

De autolift dient op minstens 1 meter van de scheiding te worden geplaatst.

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos gesteld in het advies met kenmerk 21-202463. Het boscompensatievoorstel wordt ongewijzigd goedgekeurd.

De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 21- 202463. • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1720 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. • De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid. 

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. 

Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, wel een gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …) dient voorbehandeld te worden. 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag door de bouwheer rechtstreeks worden aangesloten op de voorliggende gracht nabij het huisaansluitputje DWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Dit putje wordt geplaatst door Aquafin in opdracht van stad Geel. Aquafin maakt ook de aansluiting van het afvalwater op de gracht. De bouwheer dient de dienst Openbare Werken en Verkeer van stad Geel te verwittigen als het perceel bouwklaar is, zodat het huisaansluitputje kan geplaatst worden. 

Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening, …) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn. 

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Voor de dimensionering dient men rekening te houden met het aantal inwoners/gebruikers. Men mag, zoals op plan voorzien is, ook 2 septische putten plaatsen van 3000L. Eén put voor het fecale water en één put voor het grijs water en de noodoverloop van de andere put. 

Volgens de hemelwaterverordening is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000L. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 4 toiletten, wasmachine en 2 buitenkranen. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 4000L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 6,4m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met deze dimensionering. Men voorziet een noodoverloop naar de gracht. Dit is geen verplichting, maar wordt wel toegestaan. 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. 

Men respecteert de maximaal toegestane inritbreedte. De bouwheer voorziet een toegang van 4,5m. Voor de aanpassing van het openbaar domein (inbuizing gracht, overwelving, ...) dient men een aanvraag te doen. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.