Terug
Gepubliceerd op 24/06/2021

2021_CBS_01839 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met bijgebouw (202100247 joh), gelegen Groenstraat 115, kadastraal afdeling 4, sectie F, nummer 690 M - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 21/06/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Ben Van Looveren; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_01839 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met bijgebouw (202100247 joh), gelegen Groenstraat 115, kadastraal afdeling 4, sectie F, nummer 690 M - Vergunning 2021_CBS_01839 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met bijgebouw (202100247 joh), gelegen Groenstraat 115, kadastraal afdeling 4, sectie F, nummer 690 M - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 27/06/2021 (bindende eindtermijn)

 

 Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021066323

Dossiernummer gemeente: 202100247

 

De gemeente Geel heeft op 16 april 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een gekoppelde eengezinswoning met bijgebouw. De aanvraag werd op 28 april 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Evert Hens wonende te Laarsveld 9/7 te 2440 Geel en Lore Swinnen wonende te Laarsveld 9/7 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Groenstraat 115

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 690M

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

woongebied

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012, gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

Het bouwterrein maakt als lot 5 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 07/04/2003 met kenmerk gemeente 1812 B. Deze verkaveling is voor he terrein van de aanvraag niet vervallen.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van de verkaveling.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (2006/00567) voor het bouwen van een eengezinswoning en garage - goedgekeurd op 02/04/2007.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2006/00365) voor het ontbossen met het oog op woningbouw - goedgekeurd op 30/10/2006.
  • Verkavelingsvergunning (1812) voor nieuwe verkaveling - geweigerd op 12/11/2001.
  • Verkavelingsvergunning (1812 B) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 07/04/2003.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een halfopen eengezinswoning en een carport/tuinberging. De eengezinswoning wordt ingeplant binnen de theoretische bouwzone. De voorgevelbouwlijn sluit aan op voorgevelbouwlijn van de aanpalende woning, Groenstraat 113. De woning heeft een traditionele vorm met een hellend dak 45° over de eerste 9,00 m en een plat dak op de overige 4,00 m. De totale diepte van de woning bedraagt 13,00 m. De totale breedte van de woning bedraagt 7,50 m. De nokhoogte bedraagt 10,50 m en de dakrandhoogte is 6,45 m. Hoogtes sluiten aan op het profiel van de buren. Achteraan de woning is een overdekt terras voorzien met een breedte van 2,75 m en een diepte van 4,00 m. Dit brengt de totale bouwdiepte op het gelijkvloers op 17,00 m. De hoogte van het overdekt terras bedraagt 3,10 m. De hoogtes zijn telkens gemeten vanaf het maaiveld rondom de woning, welke op -0,10 m van de vloerpas ligt. De woning is voorzien van een private tuin uitgerust met een terras. Links vooraan begint een oprit die toegang verleent tot de voordeur aan de zijkant van de woning en loopt tot aan de carport/tuinberging achteraan het perceel. De overige zones van het perceel worden aangelegd als tuin. Achteraan het perceel is een carport/tuinberging voorzien, welke links, rechts en achteraan op de perceelsgrens is geplaatst. De tuinberging heeft een bouwbreedte van 10,47 m en een totale bouwdiepte van 5,72 m. De bouwhoogte van de tuinberging bedraagt 2,97 m ten opzichte van de nulpas. Het profiel van de tuinberging sluit aan op het profiel van het bijgebouw van de linkerbuur.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 26 mei 2021 werd het advies ontvangen van Elia Asset

Advies: gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig

 

Op 3 juni 2021 werd het advies ontvangen van de dienst Openbare Werken van stad Geel

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente. § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen. § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing: 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Elia Asset, afgeleverd op 26 mei 2021, is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van de dienst Openbare Werken van stad Geel, afgeleverd op 3 juni 2021, is voorwaardelijk gunstig.

 

Besluit

Stedenbouwkundig Advies

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Alle verhardingen, met uitzondering van het terras, dienen te worden voorzien in waterdoorlatende materialen. Het terras dient wel af te wateren naar en te infiltreren in de eigen tuin.

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. 

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het voorwaardelijk gunstig advies van Elia dd. 25/05/2021 met kenmerk GS/N/1046221-1/BA/KVR.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de dienst Openbare Werken van stad Geel:

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes worden geplaatst door Aquafin in opdracht van stad Geel. Zij zorgen ook voor de aansluiting op de openbare riolering.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook worden voorzien op minimum 8 m uit de wegas en met een minimum van 2 m uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet best een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. De septische put, die men op het funderingsplan heeft ingetekend, is niet verplicht. Men mag deze voorzien maar men mag hier enkel het fecaal water op aansluiten.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5.000 L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000 L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 2 toiletten en een buitenkraantje voor de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2.675,5 L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 4,28 m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voor de toegang tot het perceel respecteert men de maximale toegangsbreedte. De bouwheer voorziet 3 m. Er dient geen aanpassing te gebeuren aan het openbaar domein. 

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32,66 cm boven de as van de weg.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

 

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Alle verhardingen, met uitzondering van het terras, dienen te worden voorzien in waterdoorlatende materialen. Het terras dient wel af te wateren naar en te infiltreren in de eigen tuin.

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. 

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het voorwaardelijk gunstig advies van Elia dd. 25/05/2021 met kenmerk GS/N/1046221-1/BA/KVR.

 

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van de dienst Openbare Werken van stad Geel:

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes worden geplaatst door Aquafin in opdracht van stad Geel. Zij zorgen ook voor de aansluiting op de openbare riolering.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 m uit de wegas en met een minimum van 2 m uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet best een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. De septische put, die men op het funderingsplan heeft ingetekend, is niet verplicht. Men mag deze voorzien maar men mag hier enkel het fecaal water op aansluiten.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5.000 L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000 L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 2 toiletten en een buitenkraantje voor de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2.675,5 L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 4,28 m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voor de toegang tot het perceel respecteert men de maximale toegangsbreedte. De bouwheer voorziet 3 m. Er dient geen aanpassing te gebeuren aan het openbaar domein. 

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32,66 cm boven de as van de weg.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.