Terug
Gepubliceerd op 18/02/2021

2021_CBS_00425 - Omgevingsvergunning - Het slopen van de bestaande bebouwing en het oprichten van 3 appartementen (202000599 joh), gelegen Winkelomseheide 125, kadastraal afdeling 3, sectie K, nummer 925F12 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 15/02/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Ben Van Looveren; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_00425 - Omgevingsvergunning - Het slopen van de bestaande bebouwing en het oprichten van 3 appartementen (202000599 joh), gelegen Winkelomseheide 125, kadastraal afdeling 3, sectie K, nummer 925F12 - Vergunning 2021_CBS_00425 - Omgevingsvergunning - Het slopen van de bestaande bebouwing en het oprichten van 3 appartementen (202000599 joh), gelegen Winkelomseheide 125, kadastraal afdeling 3, sectie K, nummer 925F12 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 22/02/2021


 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 01604, Nieuwbouw eengezinswoning - Vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1991/A/04724, Propaantank - Onbeslist
  • VLAREM melding klasse 3: 1993/M3/01107, Propaantank - Niet vergund

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het slopen van de bestaande bebouwing en het oprichten van 3 appartementen met 3 garages en 2 autostaanplaatsen.

De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 16,91 m, op de verdieping 13 m en de dakbasis is 9 m.

De kroonlijsthoogte en dakhelling sluiten aan aan deze van de aanpalende woningen.

De netto-oppervlakte van de appartementen bedraagt respectievelijk 77,76 m², 84,02 m² en 52,26 m².

In de zone voor bijgebouwen worden 3 garages en 2 autostaanplaatsen voorzien. de fietsenstallingen worden voorzien in de garages en deze kunnen ook langs de achterliggende servitude ontsloten worden. De afvalberging is eveneens voorzien in deze garages.

De garages worden opgericht met een hoogte van 2,9 m en een plat dak.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werden 0 opmerkingen ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 24/12/2020 werd advies gevraagd aan brandweerzone Kempen.

Op 24/12/2020 werd advies gevraagd aan het agentschap Wegen en Verkeer.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
 (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Resultaat: er werden 0 opmerkingen ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van brandweerzone Kempen, afgeleverd op 21/01/2021, is voorwaardelijk gunstig.

Het advies van het agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 21/01/2021, is voorwaardelijk gunstig.

 

Besluit

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen te worden getroffen om de aanpalende woningen geen schade te berokkenen.
 Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur te worden uitgevoerd en een ABR polis te worden afgesloten.

Alle vrijgekomen gevels en dakranden moeten na de sloping waterdicht en met duurzame materialen worden afgewerkt. De klinkers van de linker- en rechterbuur moeten aangewerkt worden.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be) .

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.

Er dienen ten minste 5 parkeerplaatsen en 8 fietsstalplaatsen in functie van het project behouden te blijven, ook bij overdracht van (een gedeelte van) het project. 

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. 

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

Er dient gevolg te worden aan het voorwaardelijk gunstig advies van brandweerzone Kempen dd. 18/01/2021 met kenmerk BWDP/2021-0005/001/01/PVB.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het voorwaardelijk gunstig advies van het agentschap Wegen en Verkeer dd. 21/01/2021 met kenmerk AV/114/2020/00842.

Men dient bij sloop de bestaande huisaansluiting tijdelijk te dichten om ze nadien terug te herbruiken. Men dient volgende zaken in acht te nemen: privé-afvoerbuizen mogen niet over het openbaar domein lopen en kelderaansluitingen zijn niet toegestaan. De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA (ligt in de stoep aan rechterzijde), de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA (ligt in de stoep in de linkerhelft). Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) wat een gunstig principe is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 50L/m² horizontale dakoppervlakte bedragen met een maximum van 10.000L. Op de hemelwaterput dient men de afvoeren van het dak van het appartement en van het bijgebouw aan te sluiten zoals op plan is voorzien. Er moeten minstens aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De overloop van de hemelwaterput dient worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3700L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 5,92 m². Men voorziet geen noodoverloop naar de openbare riolering. Dit wordt goed bevonden en goedgekeurd. Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keurder). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. Men respecteert de maximale toegestane inritbreedte. Men voorziet deze toegang aan de rechterkant van het perceel. De vroegere toegang lag aan de linkerkant. Dit betekent dat er een aanpassing zal moeten gebeuren van de parkeerplaatsen op openbaar domein. Voor deze aanpassing dient men online een aanvraag te doen via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

Het gebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 20 cm boven de as van de weg.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Bij de afbraak van de bestaande bebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen te worden getroffen om de aanpalende woningen geen schade te berokkenen.
 Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de aanpalende woningen te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur te worden uitgevoerd en een ABR polis te worden afgesloten.

Alle vrijgekomen gevels en dakranden moeten na de sloping waterdicht en met duurzame materialen worden afgewerkt. De klinkers van de linker- en rechterbuur moeten aangewerkt worden.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be) .

Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.

Er dienen ten minste 5 parkeerplaatsen en 8 fietsstalplaatsen in functie van het project behouden te blijven, ook bij overdracht van (een gedeelte van) het project. 

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. 

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

Er dient gevolg te worden aan het voorwaardelijk gunstig advies van brandweerzone Kempen dd. 18/01/2021 met kenmerk BWDP/2021-0005/001/01/PVB.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het voorwaardelijk gunstig advies van het agentschap Wegen en Verkeer dd. 21/01/2021 met kenmerk AV/114/2020/00842.

Men dient bij sloop de bestaande huisaansluiting tijdelijk te dichten om ze nadien terug te herbruiken. Men dient volgende zaken in acht te nemen: privé-afvoerbuizen mogen niet over het openbaar domein lopen en kelderaansluitingen zijn niet toegestaan. De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA (ligt in de stoep aan rechterzijde), de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA (ligt in de stoep in de linkerhelft). Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) wat een gunstig principe is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 50L/m² horizontale dakoppervlakte bedragen met een maximum van 10.000L. Op de hemelwaterput dient men de afvoeren van het dak van het appartement en van het bijgebouw aan te sluiten zoals op plan is voorzien. Er moeten minstens aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De overloop van de hemelwaterput dient worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3700L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 5,92 m². Men voorziet geen noodoverloop naar de openbare riolering. Dit wordt goed bevonden en goedgekeurd. Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keurder). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. Men respecteert de maximale toegestane inritbreedte. Men voorziet deze toegang aan de rechterkant van het perceel. De vroegere toegang lag aan de linkerkant. Dit betekent dat er een aanpassing zal moeten gebeuren van de parkeerplaatsen op openbaar domein. Voor deze aanpassing dient men online een aanvraag te doen via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

Het gebouw moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 20 cm boven de as van de weg.