Terug
Gepubliceerd op 12/01/2021

2021_CBS_00067 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met zwembad (202000532 joh), gelegen Duinenstraat 30, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 714D6 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 11/01/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Afwezig

Lucas Cools, Bart  Verachtert

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_00067 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met zwembad (202000532 joh), gelegen Duinenstraat 30, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 714D6 - Vergunning 2021_CBS_00067 - Omgevingsvergunning - Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met zwembad (202000532 joh), gelegen Duinenstraat 30, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 714D6 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 27/01/2021


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020143892

Dossiernummer gemeente: 202000532

 

De gemeente Geel heeft op 29/10/2020 een aanvraag tot een omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw en zwembad. De aanvraag werd op 08/12/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Herman Van Rompaey 

St.-Jansstraat 5 te 2200 Herentals

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Duinenstraat 30 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: afdeling 1, sectie I, perceel 714D6

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Verkaveling 2043 (lot 4): vergund op 18/03/2013

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

 

  1. Historiek
  • Verkavelingsvergunning (OS): 1907 (0), Nieuwe verkaveling - Niet vergund
  • Verkavelingsvergunning reguliere procedure: 2043 (0), 10 loten voor ééngezinswoningen - Vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1972/A/01959, Zandgroeve - Niet vergund

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning en het bouwen van een tuinberging en zwembad.

De tuinberging wordt niet mee opgenomen in de vergunning omdat er overeenkomstig het goedgekeurde verkavelingsplan geen strook voor bijgebouwen is voorzien voor lot 4. Hiervoor dient eerst een bijstelling van verkaveling te worden gevraagd.

De woning wordt ingeplant volgens de verkavelingsvergunning : 6m van de rooilijn, 3m van de linkerperceelsgrens in een bouwzone voor hoofdgebouwen van 17m breed x 10m diep.
Er wordt een vrijstaande woning met enkel een gelijkvloers met plat dak voorzien.
Langs de zuid-west kant van de woning wordt een ruime leefruimte met keuken georganiseerd, met maximaal zicht op de naastgelegen groene open ruimte. Langs de noordzijde komt de garage. Alle slaapkamers zijn aan de tuinzijde van de woning voorzien, meer functionele ruimtes, zoals berging en badkamer zijn aan de straatzijde ingeplant. Een centrale gang bedient al deze verschillende ruimtes.

Een openlucht zwembad van 11m x 3,5m, met een oppervlakte van 38,5m2, wordt in de tuin voorzien. Het zwembad wordt
aangelegd op meer dan 1m van de perceelsgrenzen (1,5m is de dichtstbijzijnde perceelsgrens).

De woning wordt uitgevoerd in wit gevelpleisterwerk met grijs buitenschrijnwerk.
 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Niet van toepassing.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
 (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.

 

Bespreking adviezen

Niet van toepassing.

 

Besluit

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

Voorwaarden

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen, met uitzondering van de tuinberging achteraan in de tuin. 

De tuinberging wordt niet mee opgenomen in de vergunning omdat er overeenkomstig het goedgekeurde verkavelingsplan geen strook voor bijgebouwen is voorzien voor lot 4. Hiervoor dient eerst een bijstelling van verkaveling te worden gevraagd.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA (geen verplichting), de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel t.h.v. de rooilijn. De bouwheer dient deze zelf op te zoeken en hier op aan te sluiten. Indien men ze niet terugvindt, dient men contact op te nemen met de dienst grondgebonden zaken. Putten (hemelwaterput, infiltratievoorziening, …) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn. Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen maar dit is niet verplicht. Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot vlak voor het huisaansluitputje DWA. Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De afvoeren van de dakoppervlakken van de woning en het bijgebouw dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3112,5L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 4,98m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening, meer bepaald een infiltratiebuis, met deze dimensionering. Men voorziet geen noodoverloop naar de openbare regenwaterleiding wat wordt toegestaan. De bouwheer voorziet een buitenzwembad. De overloop dient te worden aangesloten op de RWA, de filter op de DWA. Indien het gaat om een gecombineerd systeem (overloop en filter) waarbij geen opsplitsing mogelijk is, dient men aan te sluiten op DWA. Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. Het perceel is gelegen in een vergunde verkaveling waar de toegangen tot de percelen reeds aangelegd zijn. De bouwheer wenst de toegang op een andere plaats te voorzien en op te splitsen (paadje en oprit auto). Dit wordt toegestaan mits aanvraag en betaling van de aanpassing van het openbaar domein (opbreken bestaande toegang en aanleg nieuwe toegang). De bouwheer kan de aanvraag doen online via de website www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

 

 

 

 

 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

 

 De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen, met uitzondering van de tuinberging achteraan in de tuin. 

De tuinberging wordt niet mee opgenomen in de vergunning omdat er overeenkomstig het goedgekeurde verkavelingsplan geen strook voor bijgebouwen is voorzien voor lot 4. Hiervoor dient eerst een bijstelling van verkaveling te worden gevraagd.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA (geen verplichting), de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel t.h.v. de rooilijn. De bouwheer dient deze zelf op te zoeken en hier op aan te sluiten. Indien men ze niet terugvindt, dient men contact op te nemen met de dienst grondgebonden zaken. Putten (hemelwaterput, infiltratievoorziening, …) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn. Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen maar dit is niet verplicht. Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot vlak voor het huisaansluitputje DWA. Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De afvoeren van de dakoppervlakken van de woning en het bijgebouw dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3112,5L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 4,98m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening, meer bepaald een infiltratiebuis, met deze dimensionering. Men voorziet geen noodoverloop naar de openbare regenwaterleiding wat wordt toegestaan. De bouwheer voorziet een buitenzwembad. De overloop dient te worden aangesloten op de RWA, de filter op de DWA. Indien het gaat om een gecombineerd systeem (overloop en filter) waarbij geen opsplitsing mogelijk is, dient men aan te sluiten op DWA. Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. Het perceel is gelegen in een vergunde verkaveling waar de toegangen tot de percelen reeds aangelegd zijn. De bouwheer wenst de toegang op een andere plaats te voorzien en op te splitsen (paadje en oprit auto). Dit wordt toegestaan mits aanvraag en betaling van de aanpassing van het openbaar domein (opbreken bestaande toegang en aanleg nieuwe toegang). De bouwheer kan de aanvraag doen online via de website www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.