Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020119020
Dossiernummer gemeente: 202000506
De gemeente Geel heeft op 15/10/2020 een aanvraag tot een omgevingsproject ontvangen voor de afbraak van aanhangen, het uitbreiden van het gelijkvloers en de regularisatie van de verdieping. De aanvraag werd op 23/11/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Guy Van Den Broeck
Herdersstraat 10 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Herdersstraat 10 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: afdeling 5, sectie N, perceel 927V
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De bouwaanvraag betreft het afbreken van de aanbouwen achter het hoofdgebouw en deze vervangen door een nieuwbouw : uitbreiding van de keuken + achterinkom en badkamer.
Tevens dient de verdieping te worden geregulariseerd omdat hiervoor geen vergunning wordt teruggevonden.
Voor de losstaande garage wordt ook geen vergunning gevonden, doch deze blijkt volgens de historiek van documenten opgevraagd bij het kadaster reeds vroeg voor 1978 gebouwd te zijn. Deze kan dan ook als vergund beschouwd worden.
De muur evenwijdig met de Langevonderstraat krijgt een speciale behandeling. Hier wordt de parament weggenomen, tegen het behouden binnenspouwblad wordt de isolatie geplaatst en daarna de nieuwe parament met een kleine luchtspouw.
Aan de binnenzijde wordt een bijkomende snelbouwsteen van 9cm toegevoegd ter versteviging en om het draagvermogen te vergroten. Op deze manier kan de nieuwe gevel op dezelfde plaatst staan als de oorspronkelijke gevel.
Er wordt een uitbreiding voorzien van keuken, inkom en badkamer.
De verdieping, die drie slaapkamers en een berging bevat, dient geregulariseerd te worden.
Wat betreft de afstanden tot de rooilijnen : het oorspronkelijke perceel had andere afmetingen, maar na modernisering en verbreding van de twee straten werden telkens onteigeningen doorgevoerd die er toe geleid hebben dat de wettelijke afstanden niet meer kloppen. Door de gevel van de achterbouw langs de Langevonderstraat te renoveren en niet weg te nemen kunnen de oorspronkelijke gevelzichten bewaard worden.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langs 2 gemeentewegen.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden.
Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Besluit
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Om de garage de juridische status van 'vergund geacht' te kunnen geven, dient hiervoor een opname in het vergunningenregister te gebeuren.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De noodoverloop van de infiltratie mag, zoals op plan is voorzien, niet aansluiten op de afvoer van het afvalwater. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Men dient de bestaande aansluiting te herbruiken en men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn. Na de putjes dient men een gemengde aansluiting met opsplitsing te voorzien. Als men geen afvoer van hemelwater voorziet naar de openbare riolering (dit is geen verplichting) hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen. Men dient er dan wel voor te zorgen dat het hemelwater geen overlast bezorgd op openbaar domein of op het naastliggend perceel. Bij de afvoer van het afvalwater adviseren we om het fecaal water (toilet) gescheiden te houden van het grijs water (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot vlak voor het huisaansluitputje DWA. Dit kan eventuele geurhinder voorkomen. Het is echter geen verplichting. Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men niet verplicht om een hemelwaterput te voorzien. Men dient wel een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2713L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 4,34 m². Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Om de garage de juridische status van 'vergund geacht' te kunnen geven, dient hiervoor afzonderlijk een opname in het vergunningenregister aangevraagd te worden.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De noodoverloop van de infiltratie mag, zoals op plan is voorzien, niet aansluiten op de afvoer van het afvalwater. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Men dient de bestaande aansluiting te herbruiken en men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn. Na de putjes dient men een gemengde aansluiting met opsplitsing te voorzien. Als men geen afvoer van hemelwater voorziet naar de openbare riolering (dit is geen verplichting) hoeft men geen huisaansluitputje RWA te plaatsen. Men dient er dan wel voor te zorgen dat het hemelwater geen overlast bezorgd op openbaar domein of op het naastliggend perceel. Bij de afvoer van het afvalwater adviseren we om het fecaal water (toilet) gescheiden te houden van het grijs water (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot vlak voor het huisaansluitputje DWA. Dit kan eventuele geurhinder voorkomen. Het is echter geen verplichting. Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men niet verplicht om een hemelwaterput te voorzien. Men dient wel een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2713L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 4,34 m². Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.