Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021123785
Dossiernummer gemeente: 202100467
De gemeente Geel heeft op 23 juli 2021 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een hondenhok. De aanvraag werd op 13 augustus 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Nico Claes wonende te Kraaisteerten 8 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Kraaisteerten 8
Kadastrale ligging: afdeling 5 sectie N nr. 1W3
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
ligging volgens verkaveling
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
///
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag behelst het bouwen van een hondenhok in de achtertuinzone. Het hondenhok zal worden opgericht in een L-vorm. Aan de voorzijde zal de gevel een breedte hebben van 14 meter, aan de linkerzijde heeft het hondenhok een diepte van 2 meter, aan de rechterzijde een diepte van 8 meter. Aan de achterzijde springt de gevel op 2 meter van de rechterperceelsgrens 6 meter terug, tot op 2 meter van de voorgevel. Zo is de achtergevel 12 meter op 2 meter diepte en 2 meter op 8 meter diepte.
het hondenhok zal worden afgewerkt met een plat dak, met een kroonlijst op 2 meter hoog. De gevels worden afgewerkt met snelbouwsteen.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 7 september 2021 liet het Departement voor Landbouw en Visserij weten geen advies te verlenen.
///
Planologische toets
De percelen uit voorliggende aanvraag zijn niet gelegen in een algemeen of bijzonder plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een goedgekeurde (niet-vervallen) verkaveling.
De percelen uit voorliggende aanvraag zijn gelegen binnen de gewestplanbestemming ‘woongebied met landelijk karakter’. Achteraan aan het perceel is een kleine strook agrarisch gebied. De aanvraag heeft evenwel enkel betrekking op het woongebied met landelijk karakter. Het project uit voorliggende aanvraag is principieel in overeenstemming met de geldende gewestplanvoorschriften.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Kraaisteerten)
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en cafÉ, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Hoofdstuk III, afdeling I, art. 1.3.1.1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.
Het plangebied is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in principe in het kader van de watertoets dan ook geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Door de toename van de bebouwde en verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk worden beperkt. Hiervoor dient voldaan te worden aan zowel de gewestelijke als provinciale verordening inzake de opvang van hemelwater.
Gewestelijke en provinciale hemelwaterverordening
Aangezien de op te richten constructies beperkt blijft tot 40 m² dient de aanvraag niet te voldoen aan de hemelwaterverordeningen.
Conclusie
Op basis van bovenstaande informatie en mits naleving de opgelegde voorwaarden uit deze vergunning, kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de effecten op het grondwater en het watersysteem in het algemeen beperkt zullen blijven tot een aanvaardbaar niveau. Er kan dan ook in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 5 en 6 van het decreet op het integraal waterbeleid van 18 juli 2013.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
In deze paragraaf wordt het project uit voorliggende aanvraag beoordeeld op basis van de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, conform artikel 4.3.1. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Volgens artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is de goede ruimtelijke ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
Het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4. Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met de in de omgeving bestaande toestand, doch kunnen ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de goede ruimtelijke ordening in rekening worden gebracht.
Indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (vroegere verkavelingsvergunning) waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten en criteria van de goede ruimtelijke ordening behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gelegen binnen woongebied met landelijk karakter en voorziet in de oprichting van een hondenhok. Met voorliggende aanvraag zal de functie van het hoofdgebouw niet wijzigen en zal het aantal woongelegenheden eveneens behouden blijven. Om die reden is de aanvraag dan ook functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Met voorliggende aanvraag wordt er geen (onaanvaardbare) impact verwacht ten aanzien van de verkeersafwikkeling en ontsluiting van het gebied, noch op de mobiliteitsdynamiek in de omgeving. Het aantal woongelegenheden en de functie van het goed blijven ongewijzigd.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het aantal woningen blijft ongewijzigd ten opzichte van de huidige situatie. Een beoordeling van de bouwdichtheid is dan ook niet relevant.
Schaal
De aanvraag behelst het oprichten van een hondenhok, hetgeen geen impact heeft op de schaal.
Bodemreliëf
De aanvraag voorziet geen wijzigingen in het bodemreliëf.
Visueel-vormelijke aspecten
Het op te richten hondenhok zal worden gebouwd met snelbouwsteen, het dak wordt afgewerkt met geïsoleerde golfplaten. Zowel de gevels als de dakafwerking hebben visueel-vormelijk geen fraaie uitstraling.
Ieder project moet steeds worden afgewerkt met hoogwaardige, duurzame materialen. Het oprichten van een hondhok in snelbouwsteen is binnen dit kader niet aanvaardbaar. Snelbouwsteen heeft een dragende functie en kan niet worden gezien als gevelafwerking. De aanvraag dient te worden afgewerkt in kwalitatief en duurzaam materiaal zoals een gevelsteen of een houten afwerking.
Mits de aanvrager de gevels afwerkt in hoogwaardig, duurzaam en kwalitatief materiaal, is de aanvraag visueel-vormelijk in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Cultuurhistorische aspecten en erfgoed
Op het perceel, noch in de onmiddellijke omgeving zijn er cultuurhistorische aspecten aanwezig. Aan de aanvraag moest geen archeologienota worden toegevoegd.
Gezondheid, gebruiksgenot, hinderaspecten en veiligheid in het algemeen
Tijdens de bouwwerken wordt er logischerwijs stof, geluid en trillingshinder verwacht. Gelet op de omvang van het project kan echter geoordeeld worden dat deze hinder uiteindelijk beperkt zal blijven. De aanvrager dient wel de nodige (voorzorgs)maatregelen te nemen om eventuele hinder maximaal te beperken. Uiteindelijk gaat het hier over tijdelijke werken tijdens de bouwperiode van het project waardoor in alle redelijkheid geoordeeld kan worden dat het om een aanvaardbare vorm van hinder gaat.
Uiteindelijk zal het project uit voorliggende aanvraag op deze locatie geen onaanvaardbare bijkomende hinder noch veiligheidsproblemen met zich meebrengen. Ook het gebruiksgenot op het perceel en in de onmiddellijke omgeving komt niet in het gedrang met voorliggende aanvraag.
Conclusie
De aanvraag werd beoordeeld op basis van criteria als uitvoering van artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De functionele inpasbaarheid, bouwdichtheid, mobiliteitsimpact, schaal, ruimtegebruik, cultuurhistorische aspecten, bodemreliëf en visueel-vormelijke aspecten van het voorgestelde project werden in de mate van het mogelijke (afhankelijk van de relevantie) getoetst aan de omgeving. Uiteindelijk kan geconcludeerd worden dat de aanvraag met het opleggen van enkele voorwaarden in overeenstemming te brengen is met de goede ruimtelijke ordening op deze locatie.
Resultaten openbaar onderzoek
///
Bespreking adviezen
///
Conclusie
Gunstig met voorwaarden.
Voorwaarden:
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.