Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020140878
Dossiernummer gemeente: 202000522
De gemeente Geel heeft op 22/10/2020 een aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het uitbreiding van een woning. De aanvraag werd op 27/11/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Kristof Haesen
Pastoor Op de Beeckstraat 4 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Pastoor Op de Beeckstraat 4 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie F, perceel 631G4
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 06/07/2012
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
De aanvraag betreft het uitbreiding van een woning
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het uitbreiden van een ééngezinswoning.
De bouwdiepte van de woning wordt op het gelijkvloers uitgebreid van 8,43m tot 12,78m.
In de aanbouw wordt een eetplaats en een slaapkamer ingericht.
De hoogte van de aanbouwbedraagt 3,27m.
Nota wordt genomen van de handtekeningen van de aanpalende buren.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 04/12/2020 t.e.m. 02/01/2021. Er werden 0 bezwaren ingediend.
Op 27/11/2020 werd advies gevraagd aan Geel - dienst openbare werken en verkeer.
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Pastoor Op de Beeckstraat).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 04/12/2020 tot 02/01/2021.
Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van Geel – dienst openbare werken en verkeer afgeleverd op 06/01/2021 is volledig gunstig
Besluit
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies onder voorwaarden.
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten
Er dient voldaan aan het advies van dienst Openbare Werken en Verkeer:
Het perceel is gelegen in centraal gebied.
Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig.
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men niet verplicht een hemelwaterput te voorzien. Men is wel verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen.
De bouwheer voorziet toch een hemelwaterput van 5000L in functie van herbruik voor de spoeling van een toilet en voor buitenkranen. De afvoer van het nieuwe gedeelte wordt hier op aangesloten.
De noodoverloop van de hemelwaterput gaat naar de verplichte infiltratievoorziening. Qua dimensionering dient men een deel van de bestaande dakoppervlakte ook in rekening te brengen, in dit geval 47,5m². Anderzijds mag men 60m² in mindering brengen o.w.v. de plaatsing van een hemelwaterput.
Het komt er op neer dat het volume van de infiltratievoorziening minimum 875L dient te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 1,4m².
Wat de bouwheer voorziet, volume van 1200L en oppervlakte van 5,04m², is dus ruim voldoende.
Men voorziet geen noodoverloop naar de openbare riolering, wat de voorkeur geniet.
Men dient ook de afvoer van de achterkant van het bestaande dak aan te sluiten, ofwel op de hemelwaterput (bij voorkeur i.f.v. herbruik) ofwel rechtstreeks naar de infiltratievoorziening.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten
Er dient voldaan aan het advies van dienst Openbare Werken en Verkeer:
Het perceel is gelegen in centraal gebied.
Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig.
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men niet verplicht een hemelwaterput te voorzien. Men is wel verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen.
De bouwheer voorziet toch een hemelwaterput van 5000L in functie van herbruik voor de spoeling van een toilet en voor buitenkranen. De afvoer van het nieuwe gedeelte wordt hier op aangesloten.
De noodoverloop van de hemelwaterput gaat naar de verplichte infiltratievoorziening. Qua dimensionering dient men een deel van de bestaande dakoppervlakte ook in rekening te brengen, in dit geval 47,5m². Anderzijds mag men 60m² in mindering brengen o.w.v. de plaatsing van een hemelwaterput.
Het komt er op neer dat het volume van de infiltratievoorziening minimum 875L dient te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 1,4m².
Wat de bouwheer voorziet, volume van 1200L en oppervlakte van 5,04m², is dus ruim voldoende.
Men voorziet geen noodoverloop naar de openbare riolering, wat de voorkeur geniet.
Men dient ook de afvoer van de achterkant van het bestaande dak aan te sluiten, ofwel op de hemelwaterput (bij voorkeur i.f.v. herbruik) ofwel rechtstreeks naar de infiltratievoorziening.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.