Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020151121
Dossiernummer gemeente: 202000573
De gemeente heeft op 16/11/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van een schuilhok. De aanvraag werd op 14/12/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Benedicte Vander Elst
Stationsstraat 131 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging:
Kadastrale ligging: Afdeling 13373, sectie K, perceel 519B
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: natuurgebieden
De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
De aanvraag betreft het oprichten van een schuilhok
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
Het ontwerp
De aanvraag handelt over het oprichten van een schuilhok voor 5 paarden en 13 schapen gelegen in natuurgebied op een perceel tussen de Grote Nete en de Tonbroekloop.
Een schuilhok is een eenvoudige constructie waarin één of meer weidedieren tijdelijk kunnen verblijven. Schuilhokken zijn geenszins uitgerust zoals stallen, die bestemd zijn voor het permanent huisvesten van dieren.
Het schuilhok wordt opgericht op een graasweide. De oppervlakte bedraagt 36m².
Eén zijde blijft volledig open. De gevelhoogte bedraagt 2,50 meter. Het hoogste punt van het schuilhok is 4,20 meter
De constructie in aanvraag wordt opgericht in makkelijk te verwijderen materialen, nl. houten planken en pannen voor de dakbedekking.
In de agrarische gebieden (graasweiden) kunnen schuilhokken voor grazende dieren worden opgericht.
In kwetsbare gebieden zijn schuilhokken niet toegelaten.
Agentschap Natuur & Bos:
VEN: De Gebroekten Grote Nete - 343 en SBZ: Habitatrichtlijngebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor - BE2100040.
Rechtsgrond:
Artikel 36ter Natuurdecreet van 21 oktober 1997 (in het kader van passende beoordeling).
Artikel 26bis §2 van het Natuurdecreet van 21 oktober 1997 (in het kader van de verscherpte natuurtoets).
Artikel 35. § 4 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Om de ecologische basiskwaliteit te behouden, kan in deze gebieden enkel een extensieve begrazing worden toegestaan, dit met maximum 2 grootvee-eenheden (GVE)/hectare,). In de aanvraag is geen duidelijkheid gegeven over het eigenlijke begrazingsblok.
Agentschap Onroerend Erfgoed:
Omgevingsvergunning art. 6.4.4, §2 / milieuvergunning art. 6.4.4, §3, eerste lid / natuur- en bosvergunning art. 6.4.4, §3, tweede lid Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013
Het desbetreffende perceel waarop het schuilhok voor paarden en schapen te plaatsen is, heeft nog veel kenmerken van het oorspronkelijke onbebouwde beemdenlandschap tussen de Grote Nete en de Tombroelenloop.
Dit typische kleinschalige landbouwgebied, vnl. graslanden met vele houtkanten en grachtenstelsels, vormt een onderdeel van de wetenschappelijke en esthetische waarden van het cultuurhistorische landschap ‘Malesbroek-Scherpenbergen’.
Het onbebouwde karakter van het perceel is hier mede doorslaggevend en bepalend voor deze waarden. Omwille van deze redenen heeft de voorliggende aanvraag een te grote negatieve impact op de nog aanwezige erfgoedwaarden.
De gevraagde handelingen stemmen niet overeen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed, namelijk met:
- passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet);
- relevante bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit (art. 6.2.6 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014);
- bijzondere voorschriften uit Beschermingsbesluit (art. 2A Beschermingsbesluit ).
de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 14/12/2020 werd advies gevraagd aan agentschap voor natuur en bos - adviezen en vergunningen antwerpen.
Op 14/12/2020 werd advies gevraagd aan onroerend erfgoed - adviezen@onroerenderfgoed.be.
Op 14/12/2020 werd advies gevraagd aan vlaamse milieumaatschappij - watertoets@vmm.be.
Op 14/12/2020 werd advies gevraagd aan provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid.
///
Planologische toets
Natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. Het zijn gebieden die een functie vervullen als merkwaardige biotoop met typische flora en/of fauna waarin minder algemeen verspreide elementen voorkomen. Ze kunnen eventueel een belangrijke waarde bezitten als landschapselement.
Wegenis
///
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt in een recent overstroomd gebied of een risicozone.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Toetsing aan de beoordelingensgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het oprichten van een schuilhok voor weidedieren. Het perceel is gelegen in natuurgebied.
In de agrarische gebieden (graasweiden) kunnen schuilhokken voor grazende dieren worden opgericht.
In kwetsbare gebieden zijn schuilhokken niet toegelaten.
De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Mobiliteitsaspect
Niet van toepassing.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het desbetreffende perceel waarop het schuilhok voor paarden en schapen te plaatsen is, heeft nog veel kenmerken van het oorspronkelijke onbebouwde beemdenlandschap tussen de Grote Nete en de Tombroelenloop.
Bijkomend wordt het terrein kadastraal omschreven als moeras, zulke drassige gebieden zijn ongeschikt om dienst te doen als graasweide voor paarden.
Visueel-vormelijke elementen
Het desbetreffende perceel waarop het schuilhok voor paarden en schapen te plaatsen is, heeft nog veel kenmerken van het oorspronkelijke onbebouwde beemdenlandschap tussen de Grote Nete en de Tombroelenloop.
Dit typische kleinschalige landbouwgebied, vnl. graslanden met vele houtkanten en grachtenstelsels, vormt een onderdeel van de wetenschappelijke en esthetische waarden van het cultuurhistorische landschap ‘Malesbroek-Scherpenbergen’.
Het onbebouwde karakter van het perceel is hier mede doorslaggevend en bepalend voor deze waarden.
De voorliggende aanvraag heeft een te grote negatieve impact op de nog aanwezige erfgoedwaarden.
De gevraagde handelingen stemmen niet overeen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed, namelijk met:
- passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet);
- relevante bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit (art. 6.2.6 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014);
- bijzondere voorschriften uit Beschermingsbesluit (art. 2A Beschermingsbesluit ).
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheids
Niet van toepassing.
Conclusie
De aanvraag is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Het programma is niet inpasbaar in de omgeving.
De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van agentschap voor natuur en bos - adviezen en vergunningen antwerpen afgeleverd op 04/01/2021 is ongunstig
Het advies van onroerend erfgoed - adviezen@onroerenderfgoed.be afgeleverd op 22/12/2020 is ongunstig
Het advies van vlaamse milieumaatschappij - watertoets@vmm.be afgeleverd op 24/12/2020 is volledig gunstig
Het advies van provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid werd niet tijdig aangeleverd
Besluit
Ongunstig omwille van:
De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Schuilhokken zijn niet toegelaten in het natuurgebied.
Het Agentschap voor Natuur en Bos geeft een ongunstig advies d.d.18/12/2020 ref. 20-225493. Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.
Volgende direct werkende norm(en):
Artikel 11 §1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwijzing van speciale beschermingszones en de vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen van 03.04.2009
Artikel 13§4, artikel 16, artikel 25§3, artikel 26 bis en artikel 36ter §3 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Artikel 4 en artikel 7 Besluit van de Vlaamse regering houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid 21.11.2003
Artikel 10 § 2 Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15.05.2009
Artikel 7 en artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998
Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft een ongunstig advies d.d. 22/12/2020 ref. 4.002/13008/104.8, omgevingsvergunning art. 6.4.4, §2 / milieuvergunning art.6.4.4, §3, eerste lid / natuur- en bosvergunning art. 6.4.4, §3, tweede lid Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013)
- passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet);
- relevante bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit (art. 6.2.6 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014);
- bijzondere voorschriften uit Beschermingsbesluit (art. 2A Beschermingsbesluit).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
1. De aanvraag heeft betrekking op een goed gelegen in natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. Schuilhokken zijn niet toegelaten in natuurgebied.
2. De volgende ongunstige adviezen:
- Het Agentschap voor Natuur en Bos geeft een ongunstig advies d.d.18/12/2020 ref. 20-225493: Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen. Er wordt verwezen naar volgende direct werkende norm(en):
Artikel 11 §1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwijzing van speciale beschermingszones en de vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen van 03.04.2009
Artikel 13§4, artikel 16, artikel 25§3, artikel 26 bis en artikel 36ter §3 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Artikel 4 en artikel 7 Besluit van de Vlaamse regering houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid 21.11.2003
Artikel 10 § 2 Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15.05.2009
Artikel 7 en artikel 8 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23.07.1998
- Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft een ongunstig advies d.d. 22/12/2020 ref. 4.002/13008/104.8, omgevingsvergunning art. 6.4.4, §2 / milieuvergunning art.6.4.4, §3, eerste lid / natuur- en bosvergunning art. 6.4.4, §3, tweede lid Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 omwille van:
- passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet);
- relevante bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit (art. 6.2.6 Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014);
- bijzondere voorschriften uit Beschermingsbesluit (art. 2A Beschermingsbesluit).