Notulen  Gemeenteraad

De gemeenteraad wordt verzocht het verslag van vorige zitting goed te keuren.

Wat is een digitaal archief? De kerndoelstelling van een e-Depot is het beheren, bewaren en ontsluiten van digitale informatie, dit zowel op korte als lange termijn. Met digitale informatie bedoelen we hier informatie die niet meer actief gebruikt wordt en het volledige administratieve proces doorlopen heeft. 

Toegankelijkheid en Raadpleegbaarheid

• Door middel van het toekennen en uitlezen van metadata zorgt een digitaal archief ervoor dat alle informatie eenvoudig vindbaar en bijgevolg raadpleegbaar is. De raadpleegbaarheid van informatie hangt natuurlijk sterk samen met de leesbaarheid.

Leesbaarheid

• Dit betekent dat een digitaal archief instaat voor het op korte en lange termijn leesbaar houden van informatie (ongeacht het formaat van de informatie en de opeenvolgende versies van software waarmee een document of bestand werd aangemaakt). 

Integriteit en Authenticiteit

• Door het waarborgen van zowel de integriteit als de authenticiteit van informatie zorgt een digitaal archief ervoor dat informatie ongewijzigd blijft in de tijd. Een digitaal archief focust vooral op de integriteit en authenticiteit van de inhoud en niet op die van vorm / formaat (dit laatste mag én moet zelfs wijzigen om de leesbaarheid doorheen de tijd te kunnen garanderen). 

Veiligheid

• Het waarborgen van veiligheid is noodzakelijk voor het borgen van de integriteit en authenticiteit van de informatie. Veiligheid gaat o.a. om ervoor te zorgen dat enkel de juiste personen toegang krijgen tot de juiste informatie, dat er voldoende viruscontroles gebeuren, dat persoonsgegevens worden bewaard, beheerd en getoond conform de AVG en/of andere wet- en regelgeving. 

Het e-Depot van de Vlaamse overheid - 'Digitaal Archief Vlaanderen' (DAV) - is een gemeenschappelijke dienstverlening waarmee Het Facilitair Bedrijf een oplossing wil bieden op het vlak van digitaal archiefbeheer. Het is opgezet voor zowel entiteiten van de Vlaamse Overheid als lokale besturen, omdat het al langer een interbestuurlijk probleem is: al jaren kampen (lokale) overheden met dezelfde vragen en behoeften. Digitaal Archief Vlaanderen voldoet aan de noden van een organisatie om zowel tijdelijk als permanent te bewaren, archief op een correcte wijze te archiveren en dit volledig volgens de regels van de kunst.

Het correct beheren en ontsluiten van digitale informatie wordt gegarandeerd d.m.v. het Serieregister van de Vlaamse overheid. Dit is de toegangspoort tot het e-Depot: alle beheersregels (bewaartermijnen; selectiecriteria; persoonsgegevens; informatieclassificatie en -veiligheid) die gedefinieerd zijn in het Serieregister, worden geïmplementeerd in het e-Depot. Idem dito wat openbaarheid betreft, wat een eenvormig rollen- en rechtenbeheer in het e-Depot mogelijk maakt, zodat digitale informatie op een correcte wijze ontsloten wordt voor een zo ruim mogelijk publiek: intern d.m.v. het toegangs- (ACM) en gebruikersbeheer (IDM) van de Vlaamse overheid, extern d.m.v. een publieksportaal (ref. 'mijn burgerprofiel'). Kortom: op die manier wordt theorie dan ook omgezet naar praktijk.

Het 'inhoudelijk beheer' van alle data in het e-Depot, zijnde het rechtenbeheer en het toepassen van de verschillende beheersregels, blijft de bevoegd- en verantwoordelijkheid van Lokaal Bestuur Geel. Het 'technisch beheer', in het kader van lange termijnbewaring, wordt opgevolgd door de Vlaamse overheid die over de nodige expertise en middelen beschikt, omdat dit nu eenmaal een complex gegeven is: viruscontrole; controleren van bestandsformaten; genereren van preservatie- en raadpleegkopieën (originele bestanden worden nooit verwijderd); opslag over verschillende (geografisch gescheiden) locaties heen; continue back-up; encrypteren van persoonsgevoelige informatie; logging van alle acties (logging wordt permanent bewaard, ook als het om data gaat die op termijn vernietigd zal worden); integratie (d.m.v. API's) met andere applicaties; technology watch (onderzoek naar transformatie- en raadpleegformaten voor complexe bestandsformaten); enzovoort.

Het gebruik van het Serieregister is kosteloos. Wel zijn er kosten verbonden aan het gebruik van het e-Depot. De Vlaamse overheid draagt grotendeels zelf de investeringskosten. Een lokaal bestuur betaalt enkel voor exploitatie en opslag van data. Bovendien worden een stad / gemeente en een OCMW beschouwd als één klant.

De kosten voor het gebruik van het e-Depot van de Vlaamse overheid liggen beduidend lager dan die van commerciële e-Depots, of bijvoorbeeld de ontwikkeling van een eigen e-Depot, en omwille van schaalgrootte worden de kosten natuurlijk gedrukt (voor meer info - zie bijlage: Nota-Digitaal-Archief-Vlaanderen-als-Centrale-Dienstverlening-VR.pdf - p. 5-6: 'Door dit gemeenschappelijk aan te bieden voor overheden in Vlaanderen vermijdt een overheidsinstantie een jaarlijkse kost van gemiddeld 100.000 euro per overheidsinstantie voor de applicatie en de opslag' + p. 10 'Overzicht totale kostenraming'). Het feit dat lokale overheden zelf ook niet afhankelijk zijn van een bepaalde leverancier is natuurlijk een extra voordeel. De kosten om aan te sluiten bij een e-Depot moeten ook geplaatst worden tegenover de stijgende kosten van het huidige databeheer: het groeiend volume aan verouderde data, op zowel netwerkschijven als in applicaties, heeft immers ook financiële gevolgen. Zo zullen we ook niet langer moeten investeren in het onderhoud van oude applicaties - wat vaak gepaard gaat met bijhorende licentiekosten - wanneer we digitale informatie uit zo'n applicaties kunnen exporteren om te archiveren (en te 'lezen of interpreteren' zonder afhankelijk te zijn van de oorspronkelijke applicatie(s)).

Tot slot willen we ook even meegeven dat Digitaal Archief Vlaanderen verschillende koppelingen (API's) met het e-Depot voor ogen heeft: Digitaal Archief Vlaanderen verkent nl. de mogelijkheden om integraties te voorzien met een aantal applicaties die wel vaker door lokale besturen gebruikt worden - en waarvoor momenteel geen (structurele) archiveringsoplossingen bestaan - en voert dan ook gesprekken met betrokken leveranciers (o.a. Green Valley; BCT; Cipal-Schaubroeck; OMETA; LB365; e.a.). Een aantal (piloot)projecten zijn momenteel lopende, anderen staan dan weer op de planning.

Ter info: n.a.v. het Serieregister hebben we een 'Toetredings- en verwerkersovereenkomst' voor de dienstverlening Digitaal Archief Vlaanderen ondertekend. Deze overeenkomst is ondertussen vervangen door een 'hoofdovereenkomst' (met daarnaast een aantal specifieke bestelformulieren). Dit alles is afgestemd met onze DPO - Monique Proost. Zowel de hoofdovereenkomst als het bestelformulier voor het e-Depot maakt deel uit van dit besluit. 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 bepaalt dat Lokaal Bestuur Geel bestuurlijk verantwoordelijk is voor het beheren, bewaren en ontsluiten van alle bestuursdocumenten die opgemaakt of ontvangen worden. Dit houdt in dat gegevens gedurende hun volledige levenscyclus (van creatie tot vernietiging of archivering) in goede, geordende en toegankelijke staat moeten bewaard worden en dat het beheer hiervan in zgn. (beheers)regels - bijvoorbeeld bewaartermijnen en selectiecriteria - is vastgelegd. 

Lokaal Bestuur Geel zet in op een efficiënt en effectief digitaal informatiebeheer dat conform is aan de huidige noden van een organisatie: we werken steeds minder met papier, digitaal werken wordt steeds meer de norm, en de hoeveelheid aan digitale informatie binnen organisaties neemt alleen maar toe. Bijgevolg dringt zich op vlak van digitale archivering een oplossing op. Net zoals we beschikken over een analoog archiefdepot is een digitaal archiefdepot - ofwel een e-Depot - daar een logische tegenhanger van.

De huidige coronacrisis wordt weerspiegeld in de subsidieaanvragen. Zowel het aantal aanvragen als de aangevraagde bedragen liggen een stuk lager dan de voorbije jaren. Dit zorgt ervoor dat er een groot "restbudget" aan subsidies voor het jeugdwerk is.Normaal worden deze overgedragen aan de jeugdraad. Gezien het grote bedrag, zouden we dit graag verdelen onder de verschillende jeugdverenigingen volgens de principes van de basissubsidie.

Er zijn dit jaar minder subsidieaanvragen binnengebracht dan tijdens een "normaal" werkjaar: 

• Slechts 2 aanvragen voor veiligheidssubsidies: geen grote evenementen of evenementen met security
• Minder aanvragen lokalensubsidies: minder tijd aanwezig in de lokalen, werken aan lokalen geen prioriteit tijdens coronacrisis
• Slechts één aanvraag vernieuwende programmatie: minder evenementen en activiteiten
• Bijna geen aanvragen voor vormingssubsidies: minder georganiseerde vormingen door grote koepels, weinig motivatie bij leiding om te mixen met andere jeugdverenigingen uit Vlaanderen
• ...

Het subsidiereglement voor het jeugdwerk geeft het volgende aan: 

"Eventuele overschotten van de subsidies toegekend ter uitvoering van het goedgekeurde Meerjarenplan, worden automatisch overgemaakt aan het erkende adviesorgaan, in het bijzonder de Geelse Jeugdraad. Deze overschotten worden door de Geelse Jeugdraad besteed, afgestemd op de noden van dat ogenblik en dit binnen een periode van 2 jaar. De jeugdraad noteert in het jaarverslag voor welk thema of doel de overschotten zijn aangewend."

Gezien de grootte van het restbudget zouden we dit graag éénmalig verdelen onder de jeugdverenigingen volgens de principes van de basissubsidie:

"De basissubsidies voor het jeugdwerk worden op evenredige wijze onder alle Geelse jeugdbewegingen en gespecialiseerde jeugdverenigingen, die voldoen aan de voorwaarden opgesomd in artikel 1, verdeeld in functie van het leden- en leidingaantal.

Elke vereniging ontvangt 250 euro als basisbedrag. De rest van het subsidiebedrag wordt berekend volgens het aantal leden en leiding waarbij:

• elk actief lid wordt beschouwd als 1 eenheid,
• elke begeleider wordt beschouwd als 2 eenheden,
• een persoon met een handicap wordt beschouwd als 3 eenheden,
• een persoon met een vrijetijdspas wordt beschouwd als 3 eenheden
• een begeleider met attest “animator in het jeugdwerk” wordt beschouwd als 4 eenheden."

De coronacrisis is ondertussen bezig aan een tweede jaar en het ziet er niet naar uit dat we snel zonder maatregelen verder kunnen.
Onze jeugdverenigingen stellen zich al maanden flexibel op en volgen deze maatregelen strikt op. Maanden van plannen, annuleren, creatief zijn, regels volgen, teleurstellingen maar ook hoop. Door het restbudget van de subsidies voor het jeugdwerk te verdelen onder de jeugdverenigingen willen we hen in staat stellen hun werking verder te zetten en continuïteit te garanderen. Het organiseren van de dagdagelijkse werking, activiteiten en evenementen vraagt zowel op creatief als financieel vlak veel van onze verenigingen: 

• Voorzien extra materialen voor het coronaveilig organiseren (extra sanitair, ontsmetting, scannen covidsafe, huren hekken, extra togen...)
• Lagere capaciteit van zalen en locaties zorgen voor minder inkomsten,  maar vaste kosten blijven echter hetzelfde
• Huren/zoeken extra of grotere locaties voor dagdagelijkse werking, weekends en activiteiten
• Extra kosten voor het coronaveilig organiseren van het zomerkamp (bubbelwerking, extra sanitair, grotere kampplaatsen, extra tenten, ...)
• Gemiste inkomsten voor afgelaste evenementen en activiteiten
• ...

In 2020 werd de kampsubsidie om deze reden verdubbeld. Daarnaast was er ook het noodfonds om financiële ondersteuning te bieden. Beide ondersteuningsmaatregelen zijn niet van toepassing in 2021. Door het verdelen van het restbudget kan elke vereniging voor zichzelf bepalen waar hun prioriteiten liggen en willen we hen wapenen om volgende maanden hun werking verder te zetten. 

Gezien het verhoogde subsidiebedrag zal bijna elke vereniging in 2022 hun jaarrekening van 2021 moeten neerleggen bij de dienst jeugd ter controle. Dit zal nauwgezet opgevolgd worden door de medewerkers van de dienst jeugd. We ondersteunen en motiveren de verenigingen om de vrijgemaakte financiële middelen op een duurzame en verantwoordelijke manier te spenderen aan hun werking. 

De verdeling van het restbudget werd op zaterdag 13 november positief geadviseerd door het dagelijks bestuur van de Geelse jeugdraad. De afgevaardigden van de algemene vergadering hebben dit advies per mail ontvangen. Het werd unaniem bekrachtigd. 

Deze samenwerkingsovereenkomst formaliseert de samenwerking die er al meer dan 15 jaar bestaat tussen stad Geel, KOGEKA, GO! Geel en vzw Arktos voor de organisatie van schoolondersteuning in het secundair onderwijs in Geel. Reeds jaren wordt er samengewerkt. Door de modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen in een overeenkomst, creëren we duidelijkheid voor zowel de stad als Arktos voor het engagement in het meerjarenplan 2020 - 2025.

De schoolondersteuning is een samenwerking tussen meerdere partijen die elk vanuit een andere constructie een bijdrage leveren in de samenwerking. Deze samenwerking formaliseert het financiële engagement van de stad binnen deze samenwerking ter ondersteuning van het secundair onderwijs in Geel.

Financieel verandert deze samenwerking niets aan de bestaande engagementen zoals ze opgenomen zijn in het meerjarenplan 2020 - 2025.

In de praktijk poolen zowel de stad Geel, KOGEKA als GO! Geel middelen om ondersteuning op maat te laten organiseren vanuit Arktos voor het secundair onderwijs georganiseerd vanuit KOGEKA en GO! Geel. Occasioneel wordt ook een ondersteuningsvraag vanuit BuSO Oosterlo opgenomen. 

Gedurende de opstartconvenant 2019 - 2020 werkte Arktos aan de opstart van een vormingshuis rond ontmoeting en vorming voor jongeren van 12 tot 25 jaar. Eerst werd vooral ingezet op vindplaatsgericht werken op de straat, later werd een wekelijks contactmoment georganiseerd op jeugdcentrum De Bogaard. Het gebrek aan een locatie om het vormingshuis uit te bouwen, remde de uitbouw van de werking.

De intrek in het oude gebouw van het Vredegerecht, samen met vzw Al-arm in de zomer van 2021, biedt echter een duurzaam perspectief voor de ontwikkeling van het vormingshuis in Geel. Dit vormingshuis heeft ondertussen ook een naam: MIX. Arktos neemt daarnaast ook deel aan het jeugdwelzijnsoverleg Geel - Laakdal - Meerhout en het lokale jeugdwerkersoverleg.

De voorbije projectperiode werd positief beoordeeld door de projectgroep, bestaande uit: Arktos, schepen van sociale zaken, schepen van jeugd (onderling af te stemmen), diensthoofd jeugd, diensthoofd gelijke kansen. Vandaar het voorstel om een overeenkomst af te sluiten voor de rest van het meerjarenplan 2020 - 2025.

De resultaatsgebieden die in de samenwerkingsovereenkomst zijn opgenomen zijn: ontmoeting, vorming, vindplaatsgericht werken in de publieke ruimte, outreachend werken (scholen en partnerorganisaties), samenwerken, signaleren aan de lokale overheid.

Deze resultaatsgebieden zijn jaarlijks uitgewerkt in een evolutionair pad.

Het is van belang de inzet van Arktos binnen deze overeenkomst te plaatsen in een structurele samenwerking tussen Arktos, JAC Geel, het mobiel jeugdwelzijnswerk van de dienst gelijke kansen, JH De Vonk (en wellicht in de toekomst ook de deskundige jeugdwelzijn). Die samenwerking krijgt in de praktijk gestalte in een lokaal jeugdwerkersoverleg.

Deze samenwerkingsovereenkomst regelt de wederzijdse afspraken tussen de stad Geel en de vzw Verslavingskoepel Kempen om een werking met ervaringsdragers verslaving in Geel te versterken. In de praktijk wordt een wekelijkse contactgroep verslaving georganiseerd in Geel en maken zowel Sociaal Huis als Ziekenhuis Geel gebruik van ervaringsdragers vanuit vzw Verslavingskoepel Kempen.

De samenwerking tussen de stad Geel en Verslavingskoepel Kempen dateert van 2015. In 2019 werd een formele overeenkomst afgesloten voor 2020 - 2021. Deze is afgelopen en positief geëvalueerd door de betrokken diensten. Deze overeenkomst bestendigt de samenwerking tussen de stad Geel en Verslavingskoepel Kempen voor de resterende looptijd van het meerjarenplan 2020 - 2025. 

Deze samenwerking draagt bij aan de ontwikkeling van een zorgcontinuüm rond verslaving in Geel met volgende interventies: preventie, zelfhulpgroepen, ervaringsdragers Verslavingskoepel, rechtstreeks toegankelijke eerstelijns hulpverlening, MESOC (Medisch Sociaal Opvang Centrum).

Er wordt ter kennisgeving verwezen naar de samenwerkingsovereenkomst 2020 - 2021 in bijlage. 

In de aanpassing meerjarenplan werden middelen voorzien (door verschuiving) om de kost van de samenwerkingsovereenkomst van 2022 tot 2025 structureel te dragen. Daarbij is ook ruimte voorzien om in te spelen op de mogelijkheid (die nu nog door de deskundige drughulp en Verslavingskoepel Kempen onderzocht wordt) om een alternatieve contactgroep op te starten voor jongeren en jongvolwassenen. De deskundige drughulp zal ook in de toekomst actief betrokken worden bij de intervisiemomenten van de ervaringsdragers voor regio Geel. 

Vlaamse Codex RO, artikel 2.1.11, §2, eerste lid, 4°

Besluit van 30 maart 2018 van de Vlaamse Regering houdende nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen.

De gemeenteraad keurt op 4 september 2017 (jaarnummer 00119) het beleidsplan ruimte Geel goed als ‘beleidsmatig gewenste ruimtelijke ontwikkeling’. Het beleidsplan ruimte Geel bestaat uit de strategische visienota Geel 2040 en uit vier beleidskaders (veelzijdige stad, leefbare dorpen, duurzame bedrijvigheid, publieke ruimte en mobiliteit). Door het uitblijven van een juridisch sluitend kader kan de officiële goedkeuringsprocedure met o.a. het organiseren van een openbaar onderzoek niet worden ingezet.

Op 30 maart 2018 keurt de Vlaamse regering het besluit houdende nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen goed (Belgisch Staatsblad van 25 april 2018). Dit besluit geeft de opmaakprocedure voor ruimtelijke beleidsplannen een juridische onderbouwing.

Vanaf 2018 is verder gewerkt aan DNA-onderzoek over de open en bebouwde ruimte en de verdichtingsmogelijkheden binnen het bebouwde gebied, een vijfde beleidskader over de open ruimte, en diverse inhoudelijke en redactionele aanpassingen aan de overige beleidskaders.

Het college van burgemeester en schepenen keurt op 2 november 2020 (jaarnummer 03019) het ontwerp beleidskader open ruimte en het draaiboek voor verdere afhandeling van het beleidsplan ruimte Geel principieel goed en beslist om het ontwerp beleidskader open ruimte voor te leggen aan de landbouwraad, de MiNa-raad en de GECORO. Het ontwerp beleidskader open ruimte is eveneens voorgelegd aan de andere bestuursniveaus.

Het college van burgemeester en schepenen neemt op 1 februari 2021 (jaarnummer 00289) kennis van de geactualiseerde teksten van het beleidsplan ruimte Geel en beslist om deze op zaterdag 27 februari 2021 voor te leggen op een infosessie voor leden van de gemeenteraad, GECORO en stuurgroep (genodigden van de stedelijke, provinciale en Vlaamse administratie).

De gemeenteraad stelt op 1 april 2021 (jaarnummer 00062) het beleidsplan ruimte Geel unaniem voorlopig vast.

Het college van burgemeester en schepenen beslist op 26 april 2021 (jaarnummer 01182) om van 3 mei tot en met 31 juli 2021 het openbaar onderzoek omtrent het beleidsplan ruimte Geel te organiseren. Een digitale info- en inspraakvergadering wordt georganiseerd op 27 mei 2021.

Het college van burgemeester en schepenen neemt op 27 september 2021 (jaarnummer 02633) kennis van het verslag van het openbaar onderzoek en geeft opdracht dit over te maken aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO).

Overeenkomstig artikel 45 § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen, brengt de GECORO binnen negentig dagen na de einddatum van het openbaar onderzoek een standpunt uit over het gevolg dat het best gegeven kan worden aan de reacties uit het openbaar onderzoek.

De GECORO behandelde in de bijeenkomst van 12 oktober 2021 het verslag van het openbaar onderzoek en maakte op basis hiervan een eindadvies op. Dit is als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Het eindadvies van de GECORO geeft aanleiding tot een aanpassing van de teksten van het beleidsplan ruimte. De aangepaste teksten zijn als bijlage opgenomen bij dit besluit en worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor definitieve aanvaarding. Overeenkomstig artikel 2.1.11, § 2, eerste lid, 4°, van de VCRO, stelt de gemeenteraad het beleidsplan ruimte definitief vast binnen honderdvijftig dagen na de einddatum van het openbaar onderzoek.

Het definitief vastgestelde beleidsplan ruimte wordt onmiddellijk na de definitieve vaststelling bezorgd aan de Vlaamse Regering en aan de deputatie. Als de Vlaamse Regering of de deputatie, met toepassing van artikel 2.1.11, § 2, tweede lid, van de VCRO, een voorbehoud maakt bij bepaalde opties uit het gemeentelijk beleidsplan ruimte, moet dat voorbehoud voldoen aan al de volgende criteria:

1. het bevat een precieze aanduiding van tekstpassages;
2. het is gemotiveerd op grond van strijdigheid met het (ontwerp van) beleidsplan ruimte Vlaanderen, respectievelijk het (ontwerp van) provinciaal beleidsplan ruimte;
3. het wordt naar de gemeente gestuurd binnen 45 dagen na de ontvangst van het definitief vastgestelde gemeentelijk beleidsplan ruimte.

Het college van burgemeester en schepenen maakt het besluit tot definitieve vaststelling van het beleidsplan ruimte binnen zestig dagen na het verstrijken van de termijn vermeld onder punt 3, bekend door:

• 1° een bekendmaking bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 2.1.12, eerste lid, van de VCRO, met vermelding van de publicatie, vermeld in punt 2°;
• 2° een integrale publicatie van het vaststellingsbesluit en het gemeentelijk beleidsplan ruimte op de website van de gemeente, overeenkomstig artikel 2.1.12, derde lid, van de VCRO.

Als de Vlaamse Regering of de deputatie een voorbehoud heeft gemaakt bij bepaalde opties uit het beleidsplan ruimte, moeten bovenstaande bekendmakingen een verwijzing bevatten naar deze tekstpassages.

Overeenkomstig artikel 2.1.12, eerste lid, van de VCRO, treedt het beleidsplan ruimte in werking veertien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en kunnen het beleidsplan ruimte en het vaststellingsbesluit vanaf dan worden ingezien op het stadhuis.

Gezien artikel 13 uit de samenwerkingsovereenkomst tussen stadsbestuur en vzw Geel Centrum, overhandigt de vzw Geel Centrum het jaarverslag, het financieel verslag en de goedkeuring van de rekeningen aan het stadsbestuur.

Artikel 13 – Rapportering - jaarverslag – financieel verslag

Met het oog op de uitoefening van het toezicht op de naleving van deze overeenkomst, de aanwending van de middelen die door de stad ter beschikking worden gesteld van de vereniging en de evaluatie van de uitvoering van de opdrachten van de vereniging, legt de vereniging voor elk werkingsjaar een jaarverslag en een financieel verslag voor goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

Het jaarverslag omvat een rapportering over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst.

Het financieel verslag omvat:

• de jaarrekening (balans en resultatenrekening);
• de verslagen van de bestuursorganen m.b.t. de goedkeuring van de rekeningen en van het budget.

Jaarlijks worden het jaarverslag en het financieel verslag van de vereniging van het voorgaande jaar voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

Bijlage

In bijlage zijn enkele documenten terug te vinden:

• samenwerkingsovereenkomst vzw Geel Centrum en stadsbestuur
• jaarverslag
• financieel verslag
• goedkeuring van de rekeningen (door de Algemene Vergadering van vzw Geel Centrum)

Boekhoudkundig is er een winst te noteren. Dit is te verklaren door een financiële corona-injectie in 2020: 

• door wegvallen van inkomsten uit Frinket Foodtruckfestival en Duivels Geel;
• door uitwerken van corona-initiatieven zoals lichtshow op de St.-Amandskerk, bijkomende eindejaarsdecoratie op marktplein, ...

Een deel van de facturen van de eindejaarsverlichting (o.a. uitlichten Roosendaelhof) zijn in de loop van januari 2021 toegekomen, en zijn dus ingeboekt in 2021. In bijlage is een gedetailleerd overzicht terug te vinden van de uitgaven januari 2021 t.e.m. juli 2021 (dagboek) waaraan het 'overschot' van de corona-injectie uit 2020 besteed is.

In het kader van de opdracht “Leveren na afroeping van elektrisch materiaal voor de voorraad van het magazijn gedurende vier jaar” werd een bestek met nr. 2021-120 opgesteld door de Financiële dienst.

De geraamde uitgave voor deze opdracht is terug te vinden in de bijlage.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

De huidige opdracht beoogt het sluiten van een raamovereenkomst met één enkele deelnemer waarbij niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst werden bepaald.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exacte benodigde hoeveelheden.

Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.

Stadsbestuur Geel treedt op als aankoopcentrale voor OCMW Geel, AGB Cultuur en AGB Sport bij de gunning en de uitvoering van de opdracht.

Het vorige bestek voor de levering van elektrische materialen voor de voorraad van het magazijn is afgelopen op 31/8/2021.

Op 30/8/2021 keurde het college van burgemeester en schepenen een verlenging van 1 jaar goed.

Er dient een nieuw bestek opgemaakt te worden.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

 Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

 De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43.

 Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

 Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Regelgeving: bevoegdheid

De GR is bevoegd op basis van artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het CBS is bevoegd op basis van artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Het contract van de handdoekautomaten loopt af. Een nieuwe overeenkomst dringt zich op.

In het kader van de opdracht “Huren en onderhoud van handdoekautomaten voor diverse stedelijke gebouwen” werd een bestek met nr. 2021-135 opgesteld door de Schoonmaakdienst.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. 

• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van € 214.000,00 niet) en artikel 43.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Regelgeving: bevoegdheid

De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het CBS is bevoegd op basis van artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur. 

In zitting van 6 mei 2019 vaardigde de gemeenteraad Wendy Dens af als vertegenwoordigster van de Brugpartij in de gemeentelijke MiNa-raad. Zij diende haar ontslag in. De Brugpartij wenst dat zij vervangen wordt door Lien De Wulf.

Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen

Verschillende waterlopen in Geel zijn momenteel in beheer bij provincie Antwerpen, Vlaamse Milieumaatschappij en Vlaamse Waterweg nv. Stad Geel zelf heeft geen grachten (uitgezonderd de baangrachten) en waterlopen meer in beheer sinds de onbevaarbare waterlopen van derde categorie (gemeente waterloopbeheerder) opgewaardeerd zijn naar tweede categorie (provincie waterloopbeheerder) of door opheffing van de erkende waterlopen.

Sinds de laatste wijziging van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen is het mogelijk voor gemeenten om grachten te erkennen als publieke gracht. Dit houdt in dat de gemeente het onderhoud van de gracht overneemt. De bedding en oever van de erkende publieke grachten blijven eigendom van de grondeigenaar, maar de gemeente heeft wel het recht alle nodige werken uit te voeren voor het onderhoud en herstel van de gracht. Ook kan mits motivatie een erfdienstbaarheidsstrook tot vijf meter opgelegd worden, waarbinnen diensten voor het onderhoud recht van doorgang hebben en waarbinnen onschadelijk plantenmateriaal gedeponeerd kan worden. 

Verschillende grachten hebben in de praktijk toch nog een belangrijke functie in het watersysteem en worden bijgevolg ook reeds onderhouden door stad Geel. We stellen voor 76 grachten te erkennen tot publieke gracht om het goed functioneren van het watersysteem te garanderen. In bijlage is voor elke te erkennen gracht een plan bijgevoegd met aanduiding van eventuele erfdienstbaarheidsstrook en motiveringsnota met reden tot overname, beschrijving erfdienstbaarheidsstrook en reden opleggen erfdienstbaarheidsstrook.

Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen

In het kader van de opdracht “Maaien van bermen en grachten conform het bermbeheerplan” werd een bestek met nr. 2021-136 opgesteld door Openbare Werken & Verkeer.

De raming voor deze opdracht is terug te vinden in de bijlage. 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

Momenteel evalueert de stad de opvolging van eerder uitbesteedde opdrachten. Naar rapportering wordt in dat kader een aanpassing in de werking voorzien. Dit rapporteringsinstrument is momenteel nog in voorbereiding en zal klaar zijn eind december 2021. Dit zal wellicht aanleiding geven tot een kleine aanpassing in bestek/publicatie. Er wordt gevraagd aan de raad of het college de machtiging kan krijgen om een dergelijke aanpassing nog te mogen doorvoeren.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36 en artikel 57.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

De GR is bevoegd op basis van artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Het CBS is bevoegd op basis van artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur.

In het kader van de opdracht “Maaien van bermen en grachten conform het bermbeheerplan” werd een bestek met nr. 2021-136 opgesteld door Openbare Werken & Verkeer.

Decreet houdende de gemeentewegen van 12 augustus 2019

Op 18 mei 2021 ontving stad Geel een verzoekschrift om de gemeenteraad dertigjarig algemeen publiek gebruik van de wegenis op privaat terrein tussen Eikenvelden 30-36 en Stans Mathevestraat te laten vaststellen. Deze vaststelling houdt in uitvoering van het decreet houdende de gemeentewegen van 12 augustus 2019 in dat op de wegenis een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid ontstaat en de gemeente een rooilijnplan dient op te stellen, wat de wegenis als gemeenteweg vast legt.

Het bericht van de burger bevatte een grote hoeveelheid informatie over de fysieke aanwezigheid van de wegenis, maar weinig over effectief feitelijk gebruik. Op vraag van stad Geel heeft de verzoeker bijkomende getuigenissen verzameld van burgers van effectief gebruik, omdat het hierboven genoemd decreet specifiek de nadruk legt op ontegensprekelijk bewijs van publiek gebruik gedurende een onafgebroken periode van minstens dertig jaar.

Er zijn negentien schriftelijke verklaringen van gebruik van de wegenis aangeleverd aan het stadsbestuur. Negen hiervan geven meer dan dertigjarig gebruik aan, de andere tien een kortere periode of hierbij is de periode van gebruik onduidelijk.

De aangeleverde informatie geeft duidelijk weer dat de wegenis reeds ruim meer dan dertig jaar aanwezig is, dat de wegenis steeds het uitzicht van openbare wegenis heeft gehad, dat de wegenis lange tijd aangeduid is op kaarten en wandelingen, en dat de wegenis gedurende meer dan dertig jaar publiek gebruikt is.

Er is voldoende bewijs aanwezig voor de gemeenteraad om het dertigjarig publiek gebruik van de weg vast te stellen, wat resulteert in een publieke erfdienstbaarheid over de wegenis, vervolgens het stadsbestuur te belasten met de opmaak van een rooilijnplan en de weg bijgevolg als gemeenteweg vast te leggen.

Decreet houdende de gemeentewegen van 12 augustus 2019

Decreet houdende de gemeentewegen van 12 augustus 2019

Op 18 mei 2021 ontving stad Geel een verzoekschrift om de gemeenteraad dertigjarig algemeen publiek gebruik van de wegenis op privaat terrein tussen Gasthuisstraat 66-68 en Fien Geerinckxstraat te laten vaststellen. Deze vaststelling houdt in uitvoering van het decreet houdende de gemeentewegen van 12 augustus 2019 in dat op de wegenis een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid ontstaat en de gemeente een rooilijnplan dient op te stellen wat de wegenis als gemeenteweg vast legt.

Het bericht van de burger bevatte een grote hoeveelheid informatie over de fysieke aanwezigheid van de wegenis, maar eerder weinig over effectief feitelijk gebruik. Op vraag van stad Geel heeft de verzoeker bijkomende getuigenissen verzameld van effectief gebruik, omdat het hierboven genoemd decreet specifiek de nadruk legt op ontegensprekelijk bewijs van publiek gebruik gedurende een onafgebroken periode van minstens dertig jaar.

Er zijn twintig schriftelijke verklaringen van gebruik van de wegenis aangeleverd aan het stadsbestuur. Negen hiervan geven meer dan dertigjarig gebruik aan, de andere elf een kortere periode of hierbij is de periode van gebruik onduidelijk.

De aangeleverde informatie geeft duidelijk weer dat de wegenis reeds ruim meer dan dertig jaar aanwezig is, dat de wegenis steeds het uitzicht van openbare wegenis heeft gehad, dat de wegenis lange tijd aangeduid is op kaarten en wandelingen, en dat de wegenis gedurende meer dan dertig jaar publiek gebruikt is.

Er is voldoende bewijs aanwezig voor de gemeenteraad om het dertigjarig publiek gebruik van de weg vast te stellen, wat resulteert in een publieke erfdienstbaarheid over de wegenis, en vervolgens het stadsbestuur te belasten met de opmaak van een rooilijnplan en de weg bijgevolg als gemeenteweg vast te leggen.

Decreet houdende de gemeentewegen van 12 augustus 2019

Door de werken aan de kapel van Elsum is er sinds 29 maart enkelrichtingsverkeer van kracht in de straat Elsum, van Violetstraat tot Valkenborch, in de richting van de kapel. De werken aan de kapel zullen in december afgerond zijn. Vanaf dan vervalt ook de signalisatievergunning en de bijhorende verkeersmaatregelen.

De dienst mobiliteit van de stad en de verkeersdienst van de politie wensen toch de enkelrichting definitief te behouden en wel om volgende redenen:  

• Elsum als enkelrichtingsstraat is ook opgenomen in de goedgekeurde uitwerkingsnota van het mobiliteitsplan.
  
• Dit gedeelte van Elsum zit vervat in de wegeniswerken van Baantveld lot 2. In deze plannen werd Elsum ook als enkelrichtingsstraat uitgewerkt. Deze plannen werden aan het grote publiek – en zeker ook aan de bewoners – getoond tijdens de infomarkt in de Waai op 15 oktober 2019. Men is dus op de hoogte van de toekomstige plannen voor de enkelrichting.
  
• De werken Baantveld lot 2 staan gepland in 2023-2024. Het is niet logisch om nu terug te gaan naar een dubbelrichting om dan nadien terug een enkelrichting te hebben na de werken. Dit is enkel zorgen voor verwarring, beter wordt de huidige situatie bestendigd.
  
• De dienst mobiliteit ontving tot nu toe geen bemerkingen over de enkelrichting, wat betekent dat men zich heeft aangepast aan de nieuwe situatie.
• Tijdens een laatste overleg met de handelaars van Elsum gaven zij aan dat ze, na een eerste periode van gewenning, geen fundamentele bemerkingen hebben op de aangepaste verkeerssituatie.

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Het M.B. waarbij de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden der verkeerstekens worden bepaald;

Het Ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementering en de plaatsing der verkeerstekens;

Art.119 en 134 van de nieuwe gemeentewet;

De wet tot wijziging van de nieuwe gemeentewet van 12 december 2006 ;

Art. 40, 41, 56 §1, 279§1, 287en 288 van het decreet lokaal bestuur;

Art. 13 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, K.B. 16 maart 1968, en art. 80.1 van het 

K.B. 01 december 1975 worden de verkeerstekens geplaatst door de overheid die de toestemming geeft;

De beslissing van het college  van burgemeester en schepenen dd. 11/10/2021;

Na evaluatie van de proefperiode wordt de enkelrichting in de Kalvariebergstraat, gedeelte tussen Kalvariebergstraat en Eindhoutseweg, in de richting van de Zammelseweg permanent bestendigd.

Dit reglement heeft enkel betrekking op gemeentewegen;

De huidige proefopstelling, enkelrichting Kalvariebergstraat, gedeelte begrepen tussen Eindhoutseweg en Kalvariebergstraat, in de richting van Zammelseweg, is nu al zeer geruime tijd in voege en er werden geen bijkomende opmerkingen of problemen ontvangen. 

Doordat het MPI ook maatregelen heeft genomen door op eigen terrein meer bussen te laten halteren en er daardoor minder kans is op opstoppingen langs de Eindhoutseweg, is de situatie met de bussen fel verbeterd. Doordat er in de huidige proefopstelling een verbeterd gebruik is van de personeelsparking MPI, vermindert ook de parkeerdruk in Oosterlo zelf en ontstaan er minder conflicten op het kruispunt Eindhoutseweg - Zammelseweg. 

Daardoor adviseert de verkeersdienst op basis van de laatste gegevens het behoud van de huidige enkelrichting (richting Zammel).

De wet betreffende de politie over het wegverkeer;

Het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Het M.B. waarbij de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden der verkeerstekens worden bepaald;

Het Ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementering en de plaatsing der verkeerstekens;

Art.119 en 134 van de nieuwe gemeentewet;

De wet tot wijziging van de nieuwe gemeentewet van 12 december 2006 ;

Art. 40, 41, 56 §1, 279§1, 287en 288 van het decreet lokaal bestuur;

Art. 13 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, K.B. 16 maart 1968, en art. 80.1 van het K.B. 01 december 1975 worden de verkeerstekens geplaatst door de overheid die de toestemming geeft;

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd. 08/11/2021;

Algemeen

In de Geelse wijk (straat) Vidse, een wijk uit de jaren 1960, gaat de sociale huisvestingsmaatschappij, Geelse Huisvesting (GH), 32 woningen slopen om ze te vervangen door 49 nieuwe woongelegenheden: 9 koopwoningen en 40 appartementen.

Het project is opgedeeld in 3 delen die gefaseerd zullen gebouwd worden. Tegelijkertijd wordt ook de omgeving, inclusief het openbaar domein, volledig heringericht.

In een eerste fase zullen 8 woningen, eigendom GH, afgebroken worden en worden er 20 nieuwe appartementen gebouwd. Als deze in gebruik genomen zijn door nieuwe bewoners, start de GH met de afbraak van de andere woningen en de bouw van opnieuw 20 appartementen en 9 koopwoningen.

Alle woonaangelegenheden komen in een mooie gemeenschappelijke ruimte te liggen met aandacht voor ontmoeten en groen. Deze gemeenschappelijke ruimte wordt ingericht met 100% subsidiëring vanuit de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), wat impliceert dat deze ruimte na aanleg dient overgedragen te worden naar openbaar domein. De parkeervoorzieningen worden geclusterd en naar de rand gebracht. De parkeervoorzieningen op de hoek Vidse/Meidoornstraat blijven privaat eigendom van de GH, de andere parkeerplaatsen dienen overgedragen te worden naar openbaar domein.

Voor het verzamelen en verwijderen van afval zullen er ondergrondse afvalsystemen geplaatst worden waarin de huurders van de GH hun afval kunnen deponeren.

Het projectgebied tussen de straten Kwakkelberg en Vidse wordt volledig heraangelegd na de bouw van de woningen met 100% subsidiëring van VMSW. De stad Geel besliste eerder al om mee in te stappen in het project om ook de aanliggende straten Vidse en Meidoornstraat een facelift te geven. Immers, door mee in te stappen geniet de stad tevens van 60% subsidie. Hiervoor is een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt tussen stad Geel en GH.

Timing

Start bouwwerken fase 1: aanvang afbraak: 22 november 2021, uitvoeringstermijn geraamd op 440 kalenderdagen

Start bouwwerken fase 2 en koopwoningen: voorjaar 2023

Aanleg omgeving: najaar 2023

Overdracht openbaar domein: 2024

Eigendomsstructuur

Op heden is de eigendomsstructuur binnen het projectgebied als volgt (zie bijlage: fig. 2):

• openbare wegenis Vidse (openbaar domein stad Geel - op heden geen kadastrale nummer)
• private eigendom stad Geel (bijlage fig. 3)
• eigendom Geelse Huisvesting (bijlage fig. 4)

Na realisatie van het project door de GH, zal de eigendomsstructuur er volledig anders uitzien. (Zie bijlage fig. 2 - de rode lijnen rond de gebouwen = nieuwe rooilijn)

Om het project mogelijk te maken, zijn volgende eigendomsoverdrachten/handelingen noodzakelijk:

1. Desaffectatie wegenis Vidse (op heden openbaar domein) naar privaat domein stad Geel, voor het vestigen van een zakelijk recht ten voordele van de GH ter uitvoering van het nieuwe bouwproject.

2. Een bijkomend zakelijk recht (bv grondoverdracht, recht van opstal, ...) op de op heden reeds private eigendommen van stad Geel ten voordele van de GH om het bouwproject te kunnen realiseren.

3. Toestemming van stad Geel om de weg Vidse heraan te leggen ter hoogte van de woningen met huisnummers 29-30-31-32.

4. Na afronding van dit project, het zakelijk recht aangegaan in stap 1 en 2 aanpassen of eventueel een grondruil: overdracht 'nieuwe' omgeving naar stad Geel ter affectatie in openbaar domein.

Te desaffecteren: 

Volgend wegenisgedeelte wordt onttrokken uit openbaar domein en overgedragen naar privaat domein stad Geel naar aanleiding van het vestigen van een (tijdelijk) zakelijk recht ten voordele van Geelse Huisvesting.

Een deel van de gemeenteweg genaamd Vidse, Lot A met een grootte van 10 a 35 ca en lot B met een grootte van 4 a 00 ca conform het opmetingsplan d.d. 18/11/2021 opgemaakt door LSG Landmeters. 

Over te dragen aan GH door middel van een zakelijk recht/grondruil/grondoverdracht, voor uitvoering bouwwerken:

1. Gedesaffecteerde wegen: zie fig. 5 (al dan niet het gedeelte: Vidse 29 - 30 - 31 - 32).

2. Privaat domein stad Geel: zie fig. 3

Over te dragen aan de stad Geel na realisatie project:

1. Zie fig. 2: zie nieuwe (rode) rooilijnen:

2. Blijft private eigendom GH:

• woonblok fase 1
• woonblok fase 2
• 9 woningen
• 9 parkeerplaatsen hoek Vidse-Meidoornstraat

De aanpalende wegen Vidse en Meidoornstraat blijven gedurende het ganse project steeds openbaar toegankelijk.

Het project beoogt een vermeerdering van het aantal sociale woningen in Geel en het verhogen van de kwaliteit van de sociale woningen. Dit project heeft als extra troef dat de openbare ruimte ook een volledige facelift krijgt. Door deze combinatie kunnen de Geelse Huisvesting en de stad Geel genieten van een subsidiëring voor heraanleg openbaar domein via de VMSW.

Onderstaande punten dienen verholpen te worden zodat de Geelse Huisvesting het project te Vidse kan realiseren:

1. Desaffectatie wegenis 'Vidse', conform bovenvermeld opmetingsplan.

        => belangrijk in kader van het vestigen van een zakelijk recht, wat niet kan aangegaan worden op openbaar domein.

        => belangrijk aangezien de GH reeds gestart is met de afbraakwerken en momenteel ook een retributie zou betalen voor de (eventuele) inname openbaar domein.

2. Toestemming van de stad Geel om te starten met bouwen op private eigendom van de stad in afwachting van een zakelijk recht dat de (tijdelijke) overdracht van de grond aan de GH vastlegt. Er wordt tussen beide partijen getracht om een zakelijk recht gevestigd te hebben op de private eigendommen van de stad binnen de 6 maanden vanaf huidige beslissing, behoudens de 'werkdruk' bij notariaat Verbist-Eerens (notaris van GH).

3. Goedkeuring van de stad Geel omtrent een (kosteloos) zakelijk recht/grondoverdracht, ... op de private eigendommen van de stad Geel te Vidse aan GH voor de realisatie van het bouwproject. Het kosteloos karakter van deze zakenrechtelijke transactie wordt als volgt verantwoord: 

• De Geelse Huisvesting neemt hier het initiatief tot een stadskernvernieuwing gekoppeld aan verhogen sociale huisvesting.
• het openbaar domein ter hoogte van Vidse wordt door GH volledig heraangelegd met 100 % subsidiëring van VMSW voor een totaal geraamd bedrag van 787 468,50 euro excl BTW; Deze investering is volledig ten voordele van toekomstig openbaar domein. De kosten voor de projectregie zijn ook ten laste van Geelse Huisvesting.
• De stad zelf participeert in het project door heraanleg omliggende wegen Meidoornstraat en Vidse; zij ontvangt hiervoor 60 % subsidie; raming der werken 128 230 euro excl BTW; hiervan wordt 76 938 euro door VMSW betaalt, de rest ten laste van de stad.
• Dus na realisatie van het project krijgt de stad het openbaar en privaat domein ook gratis terug, volledig heraangelegd voor een geraamde kost van 915 698,5 euro excl BTW, waarvan de stad zelf geraamd 51 292 euro bekostigt heeft.

 4. Na realisatie project: goedkeuring stad Geel met overdracht (affectatie) grond GH aan stad Geel (dit werd reeds eerder beslist in de samenwerkingsovereenkomst).

Alle kosten (notaris, landmeter, ...) verbonden aan de zakelijke rechten/overdrachten zijn ten laste GH. 

Gelet op bovenvermelde is het dan ook aangewezen om de wegenis 'Vidse', in gele kleur aangeduid op het opmetingsplan d.d. 18/11/2021 opgemaakt door LSG landmeters, te desaffecteren uit het openbaar domein van de stad Geel en over te dragen naar privaat domein stad Geel.

Tevens wordt er getracht om binnen de 6 maanden vanaf huidige beslissing een zakelijk recht tussen beide overeen te komen waarbij er een toelating gegeven wordt aan de GH om werkzaamheden uit te voeren op de private eigendommen van de stad conform fig. 3 in bijlage.

Een sociale huisvestingsmaatschappij ontvangt pas subsidies voor infrastructuurwerken en aanpassingswerken aan de woonomgeving als deze werken - samen met de grond waarin of waarop ze worden uitgevoerd - overgedragen worden aan de stad/gemeente om in het stedelijk/gemeentelijke openbaar domein te worden opgenomen (affectatie). 

De overdracht van de gesubsidieerde of ten laste genomen infrastructuur naar stedelijk/gemeentelijk openbaar domein is dus een ondubbelzinnige en afdwingbare subsidievoorwaarde. 

De stad/gemeente is onderhoudsplichtig voor de aangelegde infrastructuur vanaf de voorlopige oplevering of de ingebruikname van de infrastructuur. Dit is ongeacht of de overdracht naar stedelijk/gemeentelijk openbaar domein al plaatsvond of niet.
De overdracht dient binnen de opgelegde termijn van één jaar na de voorlopige oplevering te gebeuren.

De dienst openbare werken en verkeer adviseert deze overdracht positief.

Naar aanleiding van bovenvermelde, stelde de Kleine Landeigendom Zuiderkempen notaris Marc Verlinden aan voor het opstellen van een akte in kader van de kosteloze grondoverdracht.

Landmeter Dominique Debloudts maakte op 23 januari 2019 het opmetingsplan op, hierop werden de over te dragen loten bepaald, met name lot 3 (groenzone - oppervlakte 6a 50ca - gereserveerd perceelsidentificatienummer: 449/Z/p0000) en lot 4 (wegenis - oppervlakte 11a 92ca - gereserveerd perceelsidentificatienummer: 449/A/2/p0000). Deze percelen worden overgedragen naar de stad Geel ter opname in openbaar domein (affectatie).

De Kleine Landeigendom Zuiderkempen verbindt er zich toe om de groenzone, lot 3, zo spoedig mogelijk aan te leggen.

De gemeenteraad hechtte in de zitting van 22 mei 2017 zijn goedkeuring aan de lastvoorwaarden, kostenraming en wijze van gunnen van de wegeniswerken op het private perceel gelegen te Geel, Korte Plek, verkaveling 'Elsumblok', kadastraal gekend als: 4de afdeling, sectie E, nummer 449 V, in eigendom van de Kleine Landeigendom Zuiderkempen. De werken werden uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen en bestek, en het einddossier werd volledig aangeleverd. Bijgevolg kon worden overgegaan tot voorlopige oplevering van de werken. 

Het college van burgemeester en schepenen keurde op 20 september 2021 de voorlopige oplevering van bovenvermelde werken goed.

Op de gemeenteraad van 08/11/2021 is de aanpassing van de multiplicator AGB cultuur goedgekeurd.

Daar dit punt nog niet op de agenda van de raad van bestuur AGB cultuur is geweest en bijgevolg ook nog niet is goedgekeurd door de raad van bestuur AGB cultuur, is de beslissing van de gemeenteraad van 08/11/2021 voorbarig en niet uitvoerbaar. Er dient een nieuw besluit genomen te worden door de gemeenteraad op basis van een besluit van de raad van bestuur van AGB Cultuur d.d. 08/12/2021.

Kader - Beslissing BTW E.T. 129.288 d.d. 19-01-2016

De vraag werd opgeworpen of het louter vermelden van een winstoogmerk (al dan niet gepaard gaand met de mogelijkheid van winstuitkering) op zich volstaat om een AGB uit te sluiten van sommige vrijstellingen inzake BTW, in het licht van de bijzondere band die er bestaat tussen een AGB en zijn gemeente of stad.

De beslissing BTW nr. E.T.129.288 d.d. 19-01-2016 stelt dat de administratie zal onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn en kan desgevallend besluiten dat de vrijstellingen (art. 44 van het BTW-wetboek) alsnog van toepassing zijn. Wat zoveel wil zeggen dat het recht op aftrek van het AGB voor bepaalde activiteiten die onder art. 44 vallen, zal opgeheven worden.

Om uit te maken of een AGB al dan niet moet aangemerkt worden als instelling zonder winstoogmerk moet ook rekening worden gehouden met de volgende elementen:

• voor het bepalen van de winst moet rekening worden gehouden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies,...) en mag men niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen anderzijds.
• het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking genomen te worden. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (bv. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verlies-positie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.

In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het AGB worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band tussen het AGB en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat. Men kan hierbij niet terugkomen op beslissingen van de dienst Voorafgaande Beslissingen die in he verleden zijn genomen en die stellen dat werkingssubsidies toch in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. De AGB's die een dergelijke beslissing hebben bekomen, behouden die individuele beslissing mits de omstandigheden overeenstemmen met deze van de aanvraag en bovendien slechts voor de geldigheidsduur van die individuele beslissing.

De door gemeente aan het AGB toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs, behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook worden gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk/doel winst uit te keren, al dan niet theoretisch zijn.

Kort samengevat wil dit dus zeggen dat wanneer de gemeente beslist om een prijssubsidie toe te kennen ipv werkingssubsidies, dit bedrag wel deel uitmaakt van de ontvangsten om de winstgevendheid te berekenen. Kiezen zij om om dit niet te doen, dan is het AGB verlieslatend en zal het zijn BTW-statuut verliezen.

In 2016 werd er geopteerd om de werkingssubsidies om te zetten in prijssubsidie.

Een correcte budgettering is uitermate belangrijk bij het bepalen van de multiplicator. De multiplicator is het getal dat de stad betaalt bovenop het bedrag van dat de burger betaalt.

Er moet dus op regelmatige tijdstippen bekeken worden of het budget in lijn van de verwachtingen ligt.

Een overschatting van de exploitatiekosten of het niet uitvoeren van geplande investeringen die ingeschreven zijn in het budget betekent dus ook een overschatting van de prijssubsidie. Deze overschatting leidt ook naar extra belasting.

Uit de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is gebleken dat de multiplicator moet aangepast worden naar 10,87. Dit zal ons winstoogmerk naar de BTW-instanties bewijzen en wij zullen een winst nastreven van 5.000 euro in de algemene boekhouding.

Deze factor zal ingaan na goedkeuring door de gemeenteraad.

Kader - Beslissing BTW E.T. 129.288 d.d. 19-01-2016

De vraag werd opgeworpen of het louter vermelden van een winstoogmerk (al dan niet gepaard gaand met de mogelijkheid van winstuitkering) op zich volstaat om een AGB uit te sluiten van sommige vrijstellingen inzake BTW, in het licht van de bijzondere band die er bestaat tussen een AGB en zijn gemeente of stad. 

De beslissing BTW nr. E.T.129.288 d.d. 19-01-2016 stelt dat de administratie zal onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn en kan desgevallend besluiten dat de vrijstellingen (art. 44 van het BTW-wetboek) alsnog van toepassing zijn. Wat zoveel wil zeggen dat het recht op aftrek van het AGB voor bepaalde activiteiten die onder art. 44 vallen zal opgeheven worden.

Om uit te maken of een AGB al dan niet moet aangemerkt worden als instelling zonder winstoogmerk, moet ook rekening worden gehouden met de volgende elementen:

• voor het bepalen van de winst moet rekening worden gehouden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies,...) en mag men niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen anderzijds.
• het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking genomen te worden. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (bv. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verlies-positie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.

In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het AGB worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band tussen het AGB en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat. Men kan hierbij niet terugkomen op beslissingen van de dienst Voorafgaande Beslissingen die in he verleden zijn genomen en die stellen dat werkingssubsidies toch in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. De AGB's die een dergelijke beslissing hebben bekomen, behouden van die individuele beslissing en mits de omstandigheden overeenstemmen met deze van de aanvraag maar slechts voor de geldigheidsduur van die individuele beslissing.

De door gemeente aan het AGB toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook worden gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren die al dan niet theoretisch zijn.

Kort samengevat wil dit dus zeggen dat wanneer de gemeente beslist om een prijssubsidie toe te kennen in plaats van werkingssubsidies, dit bedrag wel deel uitmaakt van de ontvangsten om de winstgevendheid te berekenen. Kiezen zij om om dit niet te doen, dan is het AGB verlieslatend en zal het zijn BTW-statuut verliezen.

In 2016 werd er geopteerd om de werkingssubsidies om te zetten in prijssubsidie.

Een correcte budgettering is uitermate belangrijk bij het bepalen van de multiplicator. De multiplicator is het getal dat de stad betaalt bovenop het bedrag dat de burger betaalt.

Er moet dus op regelmatige tijdstippen bekeken worden of het budget in lijn van de verwachtingen ligt.

Een overschatting van de exploitatiekosten of het niet uitvoeren van geplande investeringen die ingeschreven zijn in het budget, betekent dus ook een overschatting van de prijssubsidie. Deze overschatting leidt ook naar extra belasting.

Uit de aanpassingen van het meerjarenplan 2020-2025 in boekjaar 2022 is gebleken dat de multiplicator toe te passen vanaf 01-01-2022 op 4.54 zal liggen. Dit zal ons winstoogmerk naar de BTW-instanties bewijzen.

Deze factor zal ingaan op 01/01/2022.