Terug
Gepubliceerd op 11/10/2022

2022_CBS_02603 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een vrijstaande woning en de oprichting van een bijgebouw langs Winkelomseheide 68 (202200351KV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 10/10/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02603 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een vrijstaande woning en de oprichting van een bijgebouw langs Winkelomseheide 68 (202200351KV) - Vergunning 2022_CBS_02603 - Omgevingsvergunning - het verbouwen van een vrijstaande woning en de oprichting van een bijgebouw langs Winkelomseheide 68 (202200351KV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 10/10/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022089254

Dossiernummer gemeente: 202200351

 

De gemeente Geel heeft op 9 juli 2022 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een vrijstaande woning en de oprichting van een bijgebouw. De aanvraag werd op 11 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Ann Braeckmans wonende te Winkelomseheide 68 te 2440 Geel en de heer Steven Daems wonende te Winkelomseheide 68 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Winkelomseheide 68

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nr. 719R11

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (02573) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 24/04/1962.
  • Stedenbouwkundige vergunning (01201) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 10/10/1955.
  • Stedenbouwkundige vergunning (08874) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 27/04/1987.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect

De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning en het bouwen van een bijgebouw.

 

De aanvraag betreft het renoveren van de eengezinswoning met het oog op hedendaags comfort. Er wordt een beperkte uitbreiding voorzien en de nodige isolatie en nieuwe technieken worden voorzien.

De bestaande gevelsteen wordt verwijderd en er wordt een nieuwe gevelafwerking met isolatie geplaatst. Deze na-isolatie kent een bijkomende dikte van 12cm ten opzichte van de bestaande situatie. Hiermee bekomen we een totale bouwdiepte van 17m plus 12cm.

 

De aanvraag betreft eveneens het slopen van de bestaande bijgebouwen. Deze zijn verouderd.

Vervolgens wordt er een nieuw bijgebouw voorzien, als autostaanplaats en tuinberging. Het wordt opgericht in de zone voor bijgebouwen, langs de linker perceelsgrens.

 

 

 

Het ontwerp

Deze aanvraag stelt de verbouwing voor van een vrijstaande eengezinswoning en de oprichting van een bijgebouw.

 

De woning wordt intern verbouwd en de achterbouw en de bestaande bijgebouwen worden gesloopt. De bestaande gevelsteen van de woning wordt verwijderd en een nieuwe gevelsteen met isolatie wordt aangebracht.

De bestaande woning heeft een gevelbreedte van 6,65 meter en een bouwdiepte van 17,65 meter op het gelijkvloers. Na de verbouwingswerken heeft de woning een gevelbreedte van 6,89 meter en een diepte van 17,12 meter op het gelijkvloers. De bestaande bouwdiepte van 8 meter op de verdieping wordt uitgebreid tot 13,82 meter.

De gevelhoogte van 5,45 meter en de nokhoogte van 9,45 meter van het hoofdgebouw blijven behouden. Het nieuwe gedeelte achteraan heeft een gevelhoogte van 3,43 meter van het gelijkvloers en 6 meter tot de verdieping.  De nieuwbouw wordt voorzien van een plat dak.

De verbouwingswerken worden uitgevoerd in een rood genuanceerde gevelsteen en voor het buitenschrijnwerk worden antraciet PVC voorzien.

 

Op 27 meter achter de voorgevelbouwlijn wordt tegen de linker perceelsgrens een bijgebouw ingeplant.

De garage met tuinberging heeft een oppervlakte van 74,2 m² en een gevelhoogte van 3,60 meter. Het bijgebouw wordt opgericht in dezelfde materialen als het hoofdgebouw en wordt voorzien van een plat dak.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werd geen bezwaar ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 5 september 2022 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

 

Op 26 september 2022 werd het advies ontvangen van Dienst Openbaar Domein – Team grijs

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Men dient de bestaande aansluitingen met huisaansluitputjes RWA en DWA te gebruiken. Het DWA-putje staat links op het perceel, het RWA-putje staat rechts op het perceel (in huidige oprit).

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA.

Putten moeten achter de bouwlijn worden geplaatst zoals beschreven bij de voorwaarden van het Agentschap Wegen en verkeer.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is:

  • niet van toepassing op de verbouwing van de woning. Men sloopt een klein gedeelte van de woning en men bouwt een nieuwe gedeelte aan wat kleiner is dan 40m².
  • van toepassing op het bijgebouw. Het horizontale dakopp. van het bijgebouw is 74m². Het is kleiner dan 100m² maar groter dan 40m². Dit betekent dat men niet verplicht is om een hemelwaterput te zetten maar wel een infiltratievoorziening.

Men wenst toch een hemelwaterput te plaatsen waarop zowel het dak van de woning als van het bijgebouw worden aangesloten. Dit is een heel gunstig principe in functie van herbruik. Herbruik staat boven infiltratie op de Ladder van Lansik.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor de toiletten en een buitenkraan, alsook het sproeien van de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

In principe zou de infiltratievoorziening enkel gedimensioneerd moeten worden op basis van de horizontale dakopp. van het bijgebouw. Maar aangezien men ook het dakopp. van de woning mee aansluit, is het aangewezen deze oppervlakte mee in rekening te brengen. Aangezien men een hemelwaterput zal plaatsen mag men 60m² in mindering brengen bij de dimensionering. Men heeft dit volgens de ingevulde gegevens in het hemelwaterformulier ook zo opgevat. 

In dit geval moet de infiltratievoorziening aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3050L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,88m² te bedragen.
  • Als men geen hemelwaterput zou plaatsen, dient men de dimensionering van de infiltratievoorziening aan te passen.

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3100L en een oppervlakte van 5m² wat voldoet.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet volgens plan geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbaar rioleringsstelsel wat een gunstig principe is.

Verplichte VLARIO-keuring

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel

Wat de toegang tot het perceel betreft, dient men de voorwaarden van het Agentschap wegen en verkeer te volgen. De toegang mag slechts een breedte hebben van 4,5m. Men mag de toegang aan de linkerzijde voorzien mits de nodige aanpassingen van het openbaar domein. Voor deze aanpassingen moet men een aanvraag doen bij stad Geel. Men mag deze aanpassingen niet zelf uitvoeren. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Er werd advies gevraagd aan Dienst Openbaar Domein – Team Mobiliteit maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Project-MER

Niet van  toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg (Winkelomseheide).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die verbouwd wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

De aanpalende eigenaars werden op 19/08/2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen  voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 5 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Dienst Openbaar Domein – Team grijs afgeleverd op 26 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Dienst Openbaar Domein – Team Mobiliteit. Er werd geen advies ontvangen binnen de termijn.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig advies met voorwaarden.

 

De verbouwingswerken kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van  de goedgekeurde plannen.

 

De garage met tuinberging dient ingeplant en opgericht zoals voorgesteld op de goedgekeurde plannen. Alle blinde gevels van het bijgebouw dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.

 

De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door het Agentschap Wegen en Verkeer in het advies met kenmerk AV/114/2022/00652

● Alle ondergrondse constructies moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.

● De toegang mag maximaal 4,5 meter breed zijn. Indien de kast van de nutsmaatschappij verplaatst moet worden, dient de aangelande dit aan te vragen bij de beheerder van de kast en de kosten hiervoor te dragen.

● De bestaande verharding ten behoeve van de bestaande toegang dient verwijderd te worden. Deze verharding moet verwijderd worden zowel in de buitenberm als in de tussenberm.

● Behoudens de toegang van maximaal 4,5 meter breed, moet het perceel op de perceelsgrens worden afgesloten door een structurele niet-overrijdbare scheiding.

● Het reclamebord aan de zijgevel is niet vergund en moet verwijderd worden.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten omschreven in hogervermeld advies van AWV.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De bestaande bouwlijn en het peil blijven behouden.

 

Men dient de bestaande aansluitingen met huisaansluitputjes RWA en DWA te gebruiken.

 

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA.

 

Putten moeten achter de bouwlijn worden geplaatst zoals beschreven bij de voorwaarden van het Agentschap Wegen en verkeer.

 

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing op het bijgebouw. Het horizontale dakopp. van het bijgebouw is 74m². Het is kleiner dan 100m² maar groter dan 40m². Dit betekent dat men niet verplicht is om een hemelwaterput te zetten maar wel een infiltratievoorziening.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor de toiletten en een buitenkraan, alsook het sproeien van de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3050L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,88m² te bedragen.
  • Als men geen hemelwaterput zou plaatsen, dient men de dimensionering van de infiltratievoorziening aan te passen.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Wat de toegang tot het perceel betreft, dient men de voorwaarden van het Agentschap wegen en verkeer te volgen. De toegang mag slechts een breedte hebben van 4,5m. Men mag de toegang aan de linkerzijde voorzien mits de nodige aanpassingen van het openbaar domein. Voor deze aanpassingen moet men een aanvraag doen bij stad Geel. Men mag deze aanpassingen niet zelf uitvoeren. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De verbouwingswerken kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van  de goedgekeurde plannen.

 

De garage met tuinberging dient ingeplant en opgericht zoals voorgesteld op de goedgekeurde plannen. Alle blinde gevels van het bijgebouw dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.

 

De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door het Agentschap Wegen en Verkeer in het advies met kenmerk AV/114/2022/00652

● Alle ondergrondse constructies moeten achter de bouwlijn geplaatst worden.

● De toegang mag maximaal 4,5 meter breed zijn. Indien de kast van de nutsmaatschappij verplaatst moet worden, dient de aangelande dit aan te vragen bij de beheerder van de kast en de kosten hiervoor te dragen.

● De bestaande verharding ten behoeve van de bestaande toegang dient verwijderd te worden. Deze verharding moet verwijderd worden zowel in de buitenberm als in de tussenberm.

● Behoudens de toegang van maximaal 4,5 meter breed, moet het perceel op de perceelsgrens worden afgesloten door een structurele niet-overrijdbare scheiding.

● Het reclamebord aan de zijgevel is niet vergund en moet verwijderd worden.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de aandachtspunten omschreven in hogervermeld advies van AWV.

 

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De bestaande bouwlijn en het peil blijven behouden.

 

Men dient de bestaande aansluitingen met huisaansluitputjes RWA en DWA te gebruiken.

 

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel (tot aan de rooilijn).

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA.

 

Putten moeten achter de bouwlijn worden geplaatst zoals beschreven bij de voorwaarden van het Agentschap Wegen en verkeer.

 

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing op het bijgebouw. Het horizontale dakopp. van het bijgebouw is 74m². Het is kleiner dan 100m² maar groter dan 40m². Dit betekent dat men niet verplicht is om een hemelwaterput te zetten maar wel een infiltratievoorziening.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor de toiletten en een buitenkraan, alsook het sproeien van de tuin.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Het volume dient minimum 3050L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,88m² te bedragen.
  • Als men geen hemelwaterput zou plaatsen, dient men de dimensionering van de infiltratievoorziening aan te passen.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

Wat de toegang tot het perceel betreft, dient men de voorwaarden van het Agentschap wegen en verkeer te volgen. De toegang mag slechts een breedte hebben van 4,5m. Men mag de toegang aan de linkerzijde voorzien mits de nodige aanpassingen van het openbaar domein. Voor deze aanpassingen moet men een aanvraag doen bij stad Geel. Men mag deze aanpassingen niet zelf uitvoeren. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.