UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER:10/10/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022060159
Dossiernummer gemeente: 202200417
Inrichtingsnummer: 20211012-0003
De stad Geel heeft op 2 augustus 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een nieuwe loods, aanleg nieuwe parking, vellen van bomen, slopen van constructies, onthardingen, aanleg nieuwe groenelementen. De aanvraag werd op 23 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Autonoom Provinciebedrijf Hooibeekhoeve AUTOPRB gevestigd te Hooibeeksedijk 1 te 2440 Geel, mevrouw Ilse Van Den Broek wonende te Hooibeeksedijk 1 te 2440 Geel en Provincie Antwerpen PROVOVER gevestigd te Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Aardseweg 195 en Hooibeeksedijk 1
Kadastrale ligging: sectie G nrs. 149H, 149K, 150F, 150C, 150G, 150K, afdeling 2 sectie A nrs. 886H3, 886K3 en 887B2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijke uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
stedenbouwkundig
De aanvraag betreft het uitvoeren van volgende werken op de site ‘Hooibeekhoeve’ en ‘Beemdenhoeve’:
Momenteel is de parking voor bezoekers verspreid over een kleine parking midden in de bedrijfszone, een overloopparking ten zuiden van de site en een derde parking op de site Beemdenhoeve.
Beemdenhoeve bevindt zich op zo’n 300m (vogelvlucht) van de Hooibeekhoeve. De site wordt enkel gebruikt voor het stallen van machinepark en sleufsilo’s. De woning is in heel slechte staat.
De bedoeling is om alle activiteit te centreren op de site Hooibeekhoeve. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de hoogspanningslijnen van Elia. Door het herindelen van de site komt er een ruimtelijke opdeling tussen bedrijfswerking en vrij toegankelijke ruimte voor bezoekers. Deze opdeling is nodig om een sanitaire afsluiting van het bedrijf mogelijk te maken in geval van epidemie zonder de educatieve werking van het centrum te hypothekeren.
Machineloods
De nieuwe machineloods wordt opgericht in directe aansluiting met de stallen en administratief gebouw, aan de zuidzijde van de huidige gebouwen.
De loods heeft een oppervlakte van 1600m². De nokhoogte bedraagt 10,04m, de kroonlijsthoogte bedraagt 5,33m. De dakbedekking bestaat uit zwarte vezelcement platen. De gevels zijn voorzien van een plint in prefabbeton met erboven een gevelbekleding.
In deze loods worden verschillende functies ondergebracht:
Rondom de loods wordt een werkverharding met een oppervlakte van 2867m² aangelegd in gewapend beton voor zwaar verkeer.
Het grootste deel van deze verharding wordt in helling gelegd zodat het regenwater op natuurlijke wijze afwatert naar het grachtenstelsel en wadi.
Een deel van de verharding moet voorzien worden in vloeistofdichte materialen. Deze zone watert niet af, maar wordt deels voorzien van slibvang, KWS-afscheider en deels periodiek leeggemaakt voor een erkend bedrijf.
Voor de aanleg van deze verharding moeten 3 bomen geveld worden.
Bezoekersparking
De nieuwe bezoekersparking wordt aangelegd onder de luchtlijnen en rondom de pyloon. Ook de grachten en wadi zijn daar voorzien.
De parking biedt plaats aan 31 auto’s en 2 bussen. Wachtleidingen voor laadpalen worden voorzien. In eerste instantie zullen 3 laadpalen geplaatst worden.
De parkeerplaatsen wordt aangelegd in half-verharding. De toegangswegen in beton.
De parking wordt ingebed in groene elementen (wadi, vogelbosje, knotwilgen).
Voor fietsers en andersvaliden wordt parkeermogelijkheden voorzien op het groene binnenplein.
Conciërgewoning
De te slopen conciërgewoning bevindt zich ten noorden van de nieuwe loods. De ruimte die hierdoor vrijkomt wordt ingericht als erf (groene ruimte).
Sleufsilo’s
Nieuwe sleufsilo’s wordt bijgevoegd in de zone van de reeds aanwezige silo’s aan de noordzijde van de site. De aanwezige toegangsweg kan zo dubbel gebruikt worden.
Voor de aanleg van de sleufsilo’s is een bijkomende verharding van 1576m² nodig.
Om de bereikbaarheid van de sleufsilo’s te verbeteren moet er 1 boom geveld worden.
Voor de aanleg van de sleufsilo’s moet een meidoornhaag verdwijnen.
Bomen
De risicovolle dreefbomen worden geveld. Dit gaat over 4 bomen (tamme kastanjebomen).
De andere bomen en kleine landschapselementen moeten verdwijnen in het kader van de uit te voeren werken.
Er wordt een landschappelijke inpassing en verweving tussen bedrijf en omgeving gecreëerd door:
- Het inrichten van een groen bezoekersplan met leibomen, hagen, picknickruimten
- Zone voor inzaaiing van demonstratie-fauna-akker ter hoogte van de parkingzone
- Vogelbosje met streekeigen hakhout ter hoogte van de parkingzone
- Grote wadi voor infiltratie van regenwater en flauwe noordoever voor de ontwikkeling van oevervegetatie en kleine waterhoudende diepe zones voor amfibieën
- Omkadering van de bedrijfscontouren dmv knotwilgen en hagen
Het uitzicht op het open landbouwgebied wordt zoveel mogelijk gevrijwaard door te clusteren op de bedrijfssite van Hooibeekhoeve.
Beemdenhoeve
Alle gebouwen en verhardingen op de site ‘Beemdenhoeve’ worden gesloopt en verwijderd. Deze ganse site verdwijnt en wordt akkerland.
In totaal gaat het over 2113m² aan stallen, 413m² aan constructies en 3359m² aan verhardingen.
Milieu
Er worden bij deze nieuwe loods enkele ingedeelde inrichtingen aangevraagd, daarnaast worden ook bij de bestaande infrastructuur enkele wijzigingen aangevraagd. Volgende rubrieken worden gewijzigd:
• Rubriek 5.3.1°a): opslag van 0,563 ton zonder gevarenpictogram (nieuw);
• Rubriek 6.4.1°: opslag van 210 liter brandbare vloeistoffen (nieuw);
• Rubriek 15.1.2°: uitbreiding van de stalplaatsen voor voertuigen met 35 plaatsen;
• Rubriek 15.2.: werkplaats voor onderhoud aan tractoren (nieuw);
• Rubriek 16.3.2°a): uitbreiding van de drijfkracht van de warmtepompen met 23,8 kW;
• Rubriek 17.3.2.1.1.1°b): uitbreiding van de diesel- en stookolieopslag met 0,566 ton;
• Rubriek 17.3.4.1°b): opslag van 0,42 ton GHS05-producten (nieuw);
• Rubriek 17.3.6.1°b): opslag van 0,42 ton GHS07-producten (nieuw);
• Rubriek 17.3.8.1°: opslag van 0,42 ton GHS09-producten (nieuw);
• Rubriek 17.4.: uitbreiding van de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen met 945 liter;
• Rubriek 45.14..3°: uitbreiding van de opslag van kracht- en groenvoeders met 2.426 m³.
Verder vinden enkele verplaatsingen plaats, bijvoorbeeld van de stro-opslag en de wasplaats.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 6 september 2022 t.e.m. 5 oktober 2022. Er werd een bezwaarschrift ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
In het bezwaarschrift wordt de bezorgdheid geuit over de discretionaire opdeling Noord-Zuid Beheersvisie, de bomen die geveld worden in de dreef, over de inplanting van de nieuwe silosleuven die de uitvoering van het beheersplan in de weg zal staan, het onderhoud/behoud van de dreef, de invloed van het herstel van de bedding op het wortelgestel.
Op 2 september 2022 werd het advies ontvangen van ELIA ASSET
Advies: geen bezwaar
Op 4 oktober 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken i.v.m. riolering
Advies riolering
Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld. Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden. Deze staan beschreven in het adviesrapport van Aquafin en dienen te worden opgevolgd.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Er werd advies gevraagd aan Openbare Werken i.v.m. groen maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn. Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.
Op 21 september 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken i.v.m. de trage weg
De trage weg gelegen tussen de percelen 886K3 en 887B2 (Hooibeeksedijk 1) moet qua breedte behouden blijven en toegankelijk blijven voor publieke doorgang. Tevens dient hij ook gratis en kosteloos te worden afgestaan aan de Stad Geel.
Advies: gunstig
Niet van toepassing
Planologische toets
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Hooibeeksedijk).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Natuurtoets
De exploitatie is gelegen op circa 1,4 km van Habitatrichtlijngebied, 2,7 km van VEN-gebied en 5,6 km van Vogelrichtlijngebied ‘De Zegge’.
Er wordt geen uitbreiding of hernieuwing van de veehouderij gevraagd. Er worden wel twee nieuwe stookinstallaties met een gezamenlijk vermogen van 360 kW aangevraagd. Om de impact van deze installaties te beoordelen voegt de aanvrager een voortoets toe aan de aanvraag. Op basis van de voortoets kan geconcludeerd worden dat er geen risico op betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied (SBZ-H) verwacht wordt.
Milieuaspecten
Water
De exploitant geeft aan geen afvalwater te lozen. De rubrieken met betrekking tot de lozing van afvalwater en het oppompen van grondwater zijn niet langer van toepassing. De exploitant geeft aan dat ze in het kader van het ACLIMA-project trachten het water zo circulair mogelijk in te zetten.
Het bedrijfsafvalwater, afkomstig van de melkrobot en tankstation/wasplaats, zal gezuiverd worden door een groot belucht rietveld. Het afvalwater afkomstig van het tankstation en wasplaats passeert een KWS-afscheider en slibvangput alvorens naar het rietveld geleid te worden. Na passage door het rietveld zal het afvalwater gebruikt worden voor laagwaardige toepassingen zoals het reinigen van de stallen. Dit water komt dan in de mestkelders terecht waarbij het afgevoerd wordt als mest. Een tweede rietveld werd in gebruik genomen voor het zuiveren van het huishoudelijk afvalwater afkomstig van het bezoekerscentrum. Beide effluenten komen samen in één pompput om in de stallen gebruikt te worden.
Door de acties en onderzoeken binnen het ACLIMA plan zal het waterverbruik veel meer gemonitord worden en zal zeker het drinkwater verbruik verminderen. Het hemelwater van de nieuwe proefveldloods zal in 2024 niet meer naar de wadi gaan maar opgevangen worden in een gedeelte van de jongveestal dat nu nog als mestopslag is aangeduid en vergund.
Lucht
Stookinstallaties
De exploitant vraagt twee nieuwe stookinstallaties aan met een vermogen van 110 kW en 250 kW. Beide installaties gebruiken stookolie als brandstof. Gelet op de plaatsing van beide stookinstallaties op basis van het uitvoeringsplan lijken de afgassen van de stookinstallaties via aparte schouwen geloosd te worden. Ze dienen bijgevolg niet als een samenstel van stookinstallaties beschouwd te worden conform artikel 5.43.2.1. van Vlarem II.
Koelinstallaties
De exploitant vraagt in voorliggende aanvraag een uitbreiding van de exploitatie van koelinstallaties, warmtepompen en compressoren aan. In de huidige situatie zijn deze vergund voor een vermogen van 15,2 kW, de exploitant wenst vergund te worden voor een vermogen van 39 kW.
In bijlage C7 van de aanvraag wordt een overzicht gegeven van de vermogens. Er werd bij de koelinstallaties eveneens informatie toegevoegd met betrekking tot de hoeveelheid en het type koelmiddel per toestel. De installaties maken gebruik van volgende koelmiddelen:
Type koelmiddel | GWP |
R32 | 675 |
R290 | 3 |
R404a | 3.922 |
R410a | 2.088 |
Er dient te worden opgemerkt dat nog één koelinstallatie die de exploitant opgeeft gebruik maakt van koelmiddelen R404a met een GWP-waarde van 2.500 of meer. Overeenkomstig de EU-verordening 517/2014 geldt sinds 1 januari 2020 een verbod op het bijvullen van koelmiddelen met een GWP-waarde van 2.500 of meer aan bestaande koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van 40 ton CO2-eq. Vanaf 2030 geldt dit ook voor gerecycleerde en geregenereerde koelmiddelen met een GWP-waarde van 2.500 of meer. Het betreft de koelinstallatie van de melkveestal, deze heeft een koelmiddelopslag van 10,2 kg. Dit komt neer op een inhoud van 40,004 ton CO2-equivalentie. Het lijkt aangewezen de exploitant op bovenstaande te wijzen.
De exploitant geeft aan dat op de koelinstallaties met een CO2-equivalentie van meer dan 5 ton jaarlijks een lekdetectietest wordt uitgevoerd, conform artikel 5.16.3.3. van Vlarem II, en dat deze tevens jaarlijks onderhouden worden.
Geluid
De voornaamste bronnen van geluid zijn de transportbewegingen van het personeel, de bezoekers en de leveranciers. Ook de runderen zullen geluid produceren, deze zijn echter niet het voorwerp van de aanvraag. De exploitant geeft aan dat er met de bouw van de nieuwe loods niet meer bezoekers, personeel of leveringen verwacht worden. Het voorwerp van de aanvraag lijkt bijgevolg geen aanleiding te geven tot het verwachten van onaanvaardbare geluidshinder.
Mobiliteit
De exploitant geeft aan dat er geen bijkomende mobiliteit verwacht wordt naar aanleiding van voorliggende aanvraag.
Bodem
Mogelijke bronnen van bodemverontreiniging die het voorwerp van de aanvraag uitmaken zijn de ondergrondse opslag van stookolie, de brandstofverdeelinstallatie, de wasplaats, het onderhoud van tractoren, de opslag van gevaarlijke producten en de opslag van voeders.
De ondergrondse houder voor stookolie is dubbelwandig en voorzien van een permanent lekdetectiesysteem. De exploitant voegde het keuringsverslag toe aan de aanvraag, hierop werden twee opmerkingen vastgesteld. De exploitant geeft aan dat de herkeuring reeds besteld is. Het lijkt aangewezen dat de exploitant het attest van de herkeuring bezorgt aan de toezichthoudende overheid.
Het afvalwater afkomstig van de tankpiste wordt via een KWS en slibvang met coalescentiefilter opgevangen in een pompput van waaruit dit naar het rietveld geleid wordt. Op de tankpiste vinden tevens de wasactiviteiten en onderhoudsactiviteiten plaats. De tankpiste is volledig verhard en vloeistofdicht. De vaste houder horende bij de verdeelinstallatie wordt 3-jaarlijks gekeurd, hiervan wordt geen keuring toegevoegd. Het lijkt aangewezen dat de exploitant het laatst beschikbare keuringsverslag bezorgt aan de toezichthoudende overheid.
Met betrekking tot het gebruik van sproeimiddelen geeft de exploitant aan dat op het veld de sproeitanks volledig worden leeggemaakt en een eerste keer gespoeld. Op de wasplaats worden de sproeitoestellen en tractoren volledig gereinigd van pesticiden. Dit water wordt opgevangen via een slibvangput in en bufferput van 10.000 liter. Deze restvloeistof wordt niet op de Hooibeekhoeve behandeld maar tijdelijk opgeslagen en afgevoerd naar een erkende verwerker. Alles is wel voorzien om later deze restvloeistoffen ter plaatse te behandelen d.m.v. een fytobak. De exploitant geeft aan dat dan de nodige vergunningsaanvraag ingediend zal worden.
De sappen van de ruwvoeders worden opgevangen in putten en uitgereden op het veld. Om de sappen van het hemelwater te scheiden wordt een first flush systeem gebruikt. Hemelwater komt in de gracht terecht.
Gelet op bovenstaande informatie lijkt het voorwerp van de aanvraag geen aanleiding te geven tot bodemverontreiniging.
Gevaarlijke producten
De exploitant vraagt de opslag aan van volgende producten:
De exploitant geeft aan dat alle gevaarlijke producten op lekbakken staan. De fytoproducten en ontvlambare producten in de proefveldloods staan in brandveilige kasten.
De fytoproducten dienen, conform artikel 5.5.1.3, §2 van Vlarem II in een volledig afgesloten lokaal bewaard te worden, zodat de inrichting niet toegankelijk is voor onbevoegden. De toegangspoorten/- deuren dienen buiten de openingsuren gesloten te zijn.
Conform artikel 5.6.1.3.1. van Vlarem II dient ook de opslag van brandbare vloeistoffen boven een inkuiping of lekbak plaats te vinden. De exploitant dient dit te voorzien.
Op basis van het uitvoeringsplan voldoen de opslagplaatsen aan de scheidingsafstanden conform artikel 5.6.1.1.4, §3 van Vlarem II.
Conclusie milieutechnische beoordeling
Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.
Het lijkt echter wel aangewezen om bij eventuele vergunningverlening in de mate van het mogelijke rekening te houden met onderstaande bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden.
De exploitant voegde het keuringsverslag toe aan de aanvraag, hierop werden twee opmerkingen
vastgesteld. De exploitant geeft aan dat de herkeuring reeds besteld is.
Het lijkt aangewezen dat de exploitant het attest van de herkeuring bezorgt aan de toezichthoudende overheid. De vaste houder horende bij de verdeelinstallatie wordt 3-jaarlijks gekeurd, hiervan wordt geen keuring toegevoegd. Het lijkt aangewezen dat de exploitant het laatst beschikbare keuringsverslag
bezorgt aan de toezichthoudende overheid.
De fytoproducten dienen, conform artikel 5.5.1.3, §2 van Vlarem II in een volledig afgesloten lokaal
bewaard te worden, zodat de inrichting niet toegankelijk is voor onbevoegden. De toegangspoorten/-
deuren dienen buiten de openingsuren gesloten te zijn.
Conform artikel 5.6.1.3.1. van Vlarem II dient ook de opslag van brandbare vloeistoffen boven een
inkuiping of lekbak plaats te vinden. De exploitant dient dit te voorzien.
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ voorwaardelijk gunstig geadviseerd te worden.
De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk gunstig geadviseerd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
5.3.1°a) | opslag van 563 kg pesticiden zonder gevarenpictogram (Nieuw) | 0,563 ton | 3 |
6.4.1° | Opslag van 210 l brandbare vloeistoffen (Nieuw) | 210 liter | 3 |
6.5.1° | Verplaatsing van het verdeelstation van de Beemdenhoeve naar de nieuw te bouwen loods (Verandering) | 1 verdeelslang | 3 |
9.4.3.c)2° | stalplaatsen voor een totaal van 270 runderen waarvan 135 melkkoeien, 40 runderen tussen 1 - 2 jaar en 95 runderen <1 jaar en een pocketvergister voor het verwerken van maximaal 2.920 m³/jaar bedrijfseigen mest (Ongewijzigd) | 270 runderen | 1 |
15.1.2° | Verplaatsing van de stalplaats voor motorvoertuigen en aanhangwagens van de Beemdenhoeve naar de nieuw te bouwen loods. Vermeerdering met 23 te stallen voertuigen/aanhangwagens (Verandering) | 35 aantal voertuigen | 2 |
15.2. | 1 werkplaats waar af en toe aan tractoren en machines wordt gewerkt (Nieuw) | 1 werkplaats | 3 |
15.4.2°a) | Verplaatsing van de wasplaats voor voertuigen/machines (Verandering) | 9 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag | 3 |
16.3.2°a) | Actualisatie en bijkomende installaties met een geïnstalleerde drijfkracht van 23,2 kW (Verandering) | 39 kW | 3 |
17.3.2.1.1.1°b) | De ondergrondse tank van 4.500 l is vervangen door een OG tank van 5.000 l. De BG tank van 2.500 l diesel voor de landbouwvoertuigen wordt verplaatst naar de nieuwe loods proefveldwerking. (Verandering) | 6,2470 ton | 3 |
17.3.4.1°b) | Opslag van 420 kg bijtende vloeistoffen (Nieuw) | 0,42 ton | 3 |
17.3.6.1°b) | Opslag van 420 kg schadelijke stoffen (Nieuw) | 0,42 ton | 3 |
17.3.8.1° | Opslag van 420 kg producten die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu (Nieuw) | 0,42 ton | 3 |
17.4. | Vermeerdering met 945 l opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Verandering) | 1154 liter | 3 |
19.6.2°a) | Verplaatsing van het stro in de stal van de Beemdenhoeve naar de loods (Verandering) | 150 m³ | 3 |
19.6.2°b) | Verplaatsing van de opslag van het stro van de Beemdenhoeve naar het afdak aan de achterzijde van de loods (Verandering) | 300 m³ | 3 |
28.2.c)2° | Opslag van 5625 m³ mengmest, 128 m³ stalmest en 4 m³ mestsappen. Totaal 5757 m³ (Ongewijzigd) | 5757 m³ | 2 |
43.1.1°b) | Twee stookinstallaties met een gezamenlijk thermisch ingangsvermogen van 360 kW (Nieuw) | 360 kW | 3 |
45.4.e)1° | Opslag van 15 ton melk (Ongewijzigd) | 15 ton | 3 |
45.14.3° | Vermeerdering met 2400 m³ opslag ruwvoeders in sleuven en 3 bijkomende silo's voor krachtvoeders met een gezamenlijke inhoud van 26 m³ (Verandering) | 7469 m³ | 2 |
De volgende bijzondere voorwaarden worden geadviseerd:
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het uitvoeren van werken op de site Hooibeekhoeve en Beemdenhoeve met als doel om de activiteiten te clusteren. Hiervoor kan de site Beemdenhoeve verdwijnen en ingericht worden als akker.
De site Hooibeekhoeve is gelegen in agrarisch gebied. De bedrijfsactiviteiten zijn inpasbaar in het agrarisch gebied.
Mobiliteitsimpact
Door de parkeerplaatsen die nu verspreid liggen op de twee sites samen te brengen in een zone wordt het bezoekersverkeer gescheiden van de bedrijfsactiviteiten. De fietsenstallingen zijn voorzien nabij het bezoekerscentrum.
De voorziene werken komen ten goede van de mobiliteit op de site.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De nieuwe loods sluit wat betreft hoogte en materialen aan op de bestaande gebouwen. Het is een grote loods voor het stallen van grotere landbouwmachines. Deze machines worden momenteel geplaatst op de site Beemdenhoeve. Door de nieuwe loods kunnen de verouderde gebouwen van Beemdenhoeve gesloopt worden.
De parking komt naast de loods, onder de hoogspanningslijnen. Onder de lijnen is geen bebouwing toegelaten.
De sleufsilo’s worden aangelegd ter hoogte van de bestaande silo’s.
Alles wordt geclusterd nabij de bestaande gebouwen om zo het ruimtegebruik beperkte te houden.
Visueel-vormelijke elementen
De loods wordt opgericht in materialen die eigen zijn aan landbouwgebouwen.
Er wordt een landschappelijke inpassing en verweving tussen bedrijf en omgeving gecreëerd. De impact op de omgeving en het open landschap wordt zoveel mogelijk beperkt.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van van 6 september 2022 tot en met 5 oktober 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.
Door afwezigheid van de deskundige groen van Geel kan de omgevingsambtenaar het bezwaarschrift inhoudelijk niet beoordelen. Aangezien provincie Antwerpen vergunningverlenende overheid is, scharen wij ons achter hun bespreking van het bezwaarschrift.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd conform de goedgekeurde plannen.
De voorwaarden uit het hydraulisch en technisch advies opgesteld door Aquafin moeten gevolgd worden.
De richtlijnen van Elia voor het uitvoeren van werken in de nabijheid van hun installaties moeten gevolgd worden.
De volgende bijzondere voorwaarden worden geadviseerd:
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Lasten
De trage weg gelegen tussen de percelen 886K3 en 887B2 (Hooibeeksedijk) moet qua breedte behouden blijven en toegankelijk blijven voor publieke doorgang. Tevens dient hij ook gratis en kosteloos te worden afgestaan aan de Stad Geel. Hiervoor moeten rooilijnplannen opgemaakt worden, in overeenstemming met de voorschriften van Stad Geel.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen verleent een gunstig advies met volgende voorwaarden en lasten:
voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd conform de goedgekeurde plannen.
De voorwaarden uit het hydraulisch en technisch advies opgesteld door Aquafin moeten gevolgd worden.
De richtlijnen van Elia voor het uitvoeren van werken in de nabijheid van hun installaties moeten gevolgd worden.
De volgende bijzondere voorwaarden worden geadviseerd:
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Lasten
De trage weg gelegen tussen de percelen 886K3 en 887B2 (Hooibeeksedijk) moet qua breedte behouden blijven en toegankelijk blijven voor publieke doorgang. Tevens dient hij ook gratis en kosteloos te worden afgestaan aan de Stad Geel. Hiervoor moeten rooilijnplannen opgemaakt worden, in overeenstemming met de voorschriften van Stad Geel.