Terug
Gepubliceerd op 04/10/2022

2022_CBS_02532 - Omgevingsvergunning (202200335 krv) voor het oprichten van een meergezinswoning gelegen Laar 50 A bus 1 en bus 2 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/10/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Pieterjan Descheemaeker, MOW; Nica Curinckx, AWV

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02532 - Omgevingsvergunning (202200335 krv) voor het oprichten van een meergezinswoning gelegen Laar 50 A bus 1 en bus 2 - Vergunning 2022_CBS_02532 - Omgevingsvergunning (202200335 krv) voor het oprichten van een meergezinswoning gelegen Laar 50 A bus 1 en bus 2 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 12/11/2022


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022091903

Dossiernummer gemeente: 202200335

 

De gemeente Geel heeft op 1 juli 2022 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een meergezinswoning en 2 garages. De aanvraag werd op 3 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Bruno Geenen wonende te Heistraat 15c te 2440 Geel en mevrouw Nadia Nickmans wonende te Heistraat 15C te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Laar 50 A bus 1 en  bus 2

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1369H

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein goedgekeurd op 6 december 2000

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling 202000297 – lot 1  

 

 

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg en in een vergunde en niet vervallen verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg en van de verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met deze plannen en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

2. Historiek

    Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

    • Omgevingsvergunning 202000297/OMV_2020084248 voor het verkavelen in 2 loten voor gekoppelde één- of meergezinswoningen goedgekeurd op 28/09/2020.

     

    3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

    De aanvraag volgens de architect

    Bouwen van een halfopen meergezinswoning met garages te Geel.

     

    De woning werd ingeplant binnen de theoretische bouwzone nl. op 5,50m van de rooilijn en op min. 3,00m van de linker perceelsgrens. Door de schuine bouwzone heeft het grondplan een getrapt profiel. Vooraan heeft de woning een breedte van 7,50m, na 7,94m bedraagt de breedte van de woning 8,94m en na 11,24m heeft de woning een totale breedte van 9,47m. De woning bestaat uit twee bouwlagen met daarop een hellend dak. Achteraan de zolderverdieping is er een dakkapel voorzien. De totale bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 17,00m. De tweede bouwlaag (1e verdieping) heeft een bouwdiepte van 13,00m en de zolderverdieping heeft een diepte van 9,00m.

     

    De hellingsgraad van het dak bedraagt 45°. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,46m ten opzichte van het maaiveld. De nokhoogte van de woning bedraagt 11,00m ten opzichte van het maaiveld. De 0-pas van de ontworpen woning ligt op 0,40m boven de as van de weg en het maaiveld rondom de woning wordt op -0,10m gebracht. De overige delen van het terrein worden niet gewijzigd.

     

    Achteraan in de zone voor bijgebouwen zijn er twee garages en een fietsenstalling voorzien voor beide wooneenheden. Garage 1 heeft een grondoppervlakte van 24,19m2 en heeft ruimte voor 1 auto en 1 afvalberging. Garage 2 heeft een grondoppervlakte van 46,40m2 en heeft ruimte voor 2 auto’s en 1 afvalberging. Tegen garage 2, tussen de tuinzone van appartement 1 en de garage, bevindt zich de fietsenberging. In totaal is er ruimte voor 3 wagens, 2 afvalbergingen en een fietsenstalling voor 7 fietsen. Om het gebruik van de fietsen te stimuleren opteren wij voor een aparte fietsenstalling die zich voor de autogarages bevindt. Geen obstakels om aan de fiets te geraken, zorgt er namelijk voor dat men toch de fiets zal gebruiken in plaats van de auto.

     

     

    Het ontwerp

    Het ontwerp stelt de oprichting voor van een gekoppelde meergezinswoning tegen de rechter perceelsgrens en met twee garages in de strook voor binnenplaatsen en tuinen.

     

    De gekoppelde meergezinswoning heeft een gevelbreedte van 7,50 meter. De bouwdiepte is 17 meter op het gelijkvloers en 13 meter op de verdieping. De dakbasis bedraagt 9 meter.

    Het gebouw wordt opgericht in een grijs genuanceerde gevelsteen, buitenschrijnwerk in zwart pvc en voor de dakbedekking worden donkere pannen voorzien.

     

    Het gelijkvloerse appartement heeft een nuttige ruimte van 106,16 m² en heeft een private tuin met terras. Het duplexappartement heeft een nuttige ruimte van 129,26 m² en is voorzien van een dakterras op de eerste verdieping en op de dakverdieping.

     

    De meergezinswoning wordt volledig op het eigen terrein opgericht. Er worden twee garages en een fietsenberging voorzien in de strook voor binnenplaatsen en tuinen tegen de rechter perceelsgrens.

    De garages bieden plaats aan 3 wagens, in de fietsenberging kunnen in totaal 7 fietsen gestald worden. In beide garages is eveneens de nodige ruimte voorzien voor het plaatsen van afvalcontainers.

     

     

     

    4. Openbaar onderzoek

    Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

    Het openbaar onderzoek werd gehouden van 12 augustus 2022 t.e.m. 10 september 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

    Er werd geen informatievergadering gehouden.

     

    5. Adviezen

    Op 9 september 2022 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

     

    Op 14 september 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

    Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

    Aansluiting

    Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel en een aparte RWA-leiding aanwezig op openbaar domein.

    De gemengde hoofdriool en de aparte RWA-riolering zijn in eigendom van Aquafin. Om te kunnen aansluiten op deze collector van Aquafin moet men een officiële aanvraag doen bij Aquafin via hun website.  Zij zullen de aanvraag bekijken en vervolgens advies geven over de aansluiting, voor zowel het huishoudelijk afvalwater als voor het hemelwater.

    Voor de effectieve aansluiting en de plaatsing van de huisaansluitputjes DWA en RWA moet men zelf niets ondernemen. Ook dit wordt uitgevoerd door Aquafin, in opdracht van de dienst Openbaar domein van Stad Geel. Men dient bij aanleg van de private riolering rekening te houden met de diepte van deze aansluiting. De huisaansluitputjes zullen terug te vinden zijn aan de rechterzijde van het perceel.

    Voor het ingebruik nemen van het nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.

    Riolering algemeen

    Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

    De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

    De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

    Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

    Huishoudelijk afvalwater

    Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

    Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning en een sifonput met geurafsluiter te plaatsen waar beide afvoeren samenkomen.

    Hemelwater

    De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

    De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 50L/m² dakoppervlak bedragen, afgerond naar het hogere duizendtal met een maximum van 10.000L. Concreet betekent dit dat men een hemelwaterput moet plaatsen van 10.000L. Men voorziet dit volume.
    • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van de bijgebouwen (garage 1 en 2) hier op aan te sluiten.
    • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 2 toiletten en een buitenkraan. Het is aangewezen om te bekijken of het herbruik geoptimaliseerd kan worden.
    • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

    De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
    • Het volume dient minimum 4109L te bedragen. 
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,5744m² te bedragen. 

    Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 11,26m² wat voldoet.

    Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

    Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

     

    Verplichte VLARIO-keuring

    Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

    Advies toegang tot het perceel

    Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren, onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving.

    Er moet een aanpassing van het openbaar domein gebeuren om het perceel vlot te bereiken. De boordsteen zal moeten verlaagd worden. Deze aanpassing mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.

     

    Op 9 september 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken – Team Mobiliteit

    Het is wenselijk om 1 extra (bovenop de verplichte 8) te voorzien voor buitenmaatse fietsen zoals bakfietsen, driewielers,…

     

     

    6. Project-MER

    Niet van toepassing

     

    7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

    Planologische toets

    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

    Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

    (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

    Wegenis

    Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Laar).

     

    Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

    § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

    § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

    § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

    1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

    2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

    3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

    Watertoets

    Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

    Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

    Scheidingsmuren

    De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

    Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

    Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

     

    Functionele inpasbaarheid

    Het betreft een meergezinswoning met twee woongelegenheden die opgericht wordt in een straat met meerdere woningen. Het gebouw is inpasbaar. 

     

     

    Mobiliteitsimpact

    Voor twee appartementen is de impact van de mobiliteit beperkt. 

     

    Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

    De meergezinswoning heeft een beperkt bouwvolume.

     

    Visueel-vormelijke elementen

    De meergezinswoning wordt opgericht in klassieke materialen.

     

    Cultuurhistorische aspecten

    Niet van toepassing.

     

    Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

    Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

     

    Conclusie

    Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

     

    Resultaten openbaar onderzoek

    Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 12 augustus 2022 tot en met 10 september 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

     

     

    Bespreking adviezen

    De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

    • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 9 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.
    •  Het advies van Openbare Werken – Riolering - afgeleverd op 14 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.
    •  Het advies van Openbare Werken – team Mobiliteit - afgeleverd op 9 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.

     

    Conclusie

    Stedenbouwkundig Advies

    Gunstig advies met voorwaarden.

     

    De meergezinswoning dient ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan. Dit is op 5,5 meter uit de rooilijn of 12 meter uit de wegas.

    Het gebouw dient opgericht met dezelfde gevelhoogte en hetzelfde gabarit als de rechts aanpalende woning.

    De zichtbaar blijvende geveldelen dienen afgewerkt met een duurzaam en esthetisch verantwoord materiaal.

     

    De meergezinswoning wordt volledig op het eigen terrein opgericht.

    De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

     

    De twee garages dienen ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan, dit is op meer dan 27 meter achter de voorgevelbouwlijn. Alle blinde gevels van de garages dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.

     

    De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

    Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

     

    Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
     Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

    De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

     

    Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

     

    Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

    De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

     

    De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 31 cm boven de as van de weg.

     

    Om te kunnen aansluiten op de collector van Aquafin moet men een officiële aanvraag doen bij Aquafin.   

     

    Men dient bij aanleg van de private riolering rekening te houden met de diepte van de nieuwe voorziene aansluiting met huisaansluitputjes.

     

    Voor het ingebruik nemen van het nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.

     

    Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

     

    De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

     

    De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

     

    Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

     

    Op de  niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

     

    De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

    De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    • Het volume van de hemelwaterput moet 10.000L bedragen.
    • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van de bijgebouwen (garage 1 en 2) hier op aan te sluiten.
    • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
    • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

    De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
    • Het volume dient minimum 4109L te bedragen. 
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,5744m² te bedragen. 

    Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

     

    Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren, onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving.

     

    Er moet een aanpassing van het openbaar domein gebeuren om het perceel vlot te bereiken. Deze aanpassing mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.

     

     

    Lasten

    Niet van toepassing

    Besluit

    Het college van burgemeester en schepenen beslist:

    Artikel 1

    Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

    Artikel 2

    Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
     

    De meergezinswoning dient ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan. Dit is op 5,5 meter uit de rooilijn of 12 meter uit de wegas.

    Het gebouw dient opgericht met dezelfde gevelhoogte en hetzelfde gabarit als de rechts aanpalende woning.

    De zichtbaar blijvende geveldelen dienen afgewerkt met een duurzaam en esthetisch verantwoord materiaal.

     

    De meergezinswoning wordt volledig op het eigen terrein opgericht.

    De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

     

    De twee garages dienen ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan, dit is op meer dan 27 meter achter de voorgevelbouwlijn. Alle blinde gevels van de garages dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.

     

    De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

    Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

     

    Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
     Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

    De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

     

    Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

     

    Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

    De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

     

    De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 31 cm boven de as van de weg.

     

    Om te kunnen aansluiten op de collector van Aquafin moet men een officiële aanvraag doen bij Aquafin.  

     

    Men dient bij aanleg van de private riolering rekening te houden met de diepte van de nieuwe voorziene aansluiting met huisaansluitputjes. 

     

    Voor het ingebruik nemen van het nieuwe lozingspunt dient de aanvrager een retributie te betalen.

     

    Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

     

    De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

     

    De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. 

     

    Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

     

    Op de   niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

     

    De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

    De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
    • Het volume van de hemelwaterput moet 10.000L bedragen.
    • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van de bijgebouwen (garage 1 en 2) hier op aan te sluiten.
    • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
    • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

    De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

    • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
    • Het volume dient minimum 4109L te bedragen. 
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,5744m² te bedragen. 

    Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

     

    Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren, onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving. 

     

    Er moet een aanpassing van het openbaar domein gebeuren om het perceel vlot te bereiken. Deze aanpassing mag men niet zelf uitvoeren maar moet men aanvragen. De kosten voor de aanpassing zijn ten laste van de aanvrager.