Terug
Gepubliceerd op 25/10/2022

2022_CBS_02740 - Omgevingsvergunning - het rooien van hoogstammige bomen langs Velveken zn (202200379SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 24/10/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Berno Bosch, Sweco

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02740 - Omgevingsvergunning - het rooien van hoogstammige bomen langs Velveken zn (202200379SS) - Vergunning 2022_CBS_02740 - Omgevingsvergunning - het rooien van hoogstammige bomen langs Velveken zn (202200379SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 05/11/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022103741

Dossiernummer gemeente: 202200379

 

De gemeente Geel heeft op 30 juli 2022 een aanvraag ontvangen voor het rooien van hoogstammige bomen. De aanvraag werd op 6 september 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Sarah Van Herck wonende te Herentalseweg 29 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Velveken zn

Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 39

 

Verslag

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

2. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag handelt over het rooien van 7 populieren en 6 eiken.

De hoogstammige bomen staan op een rij aan de rand van een weiland in het agrarisch gebied, op minder dan 15 meter van de woning op het aanpalend perceel (Velveken 108).

 

Na het rooien zullen er 12 knotwilgen aangeplant worden.

 

4. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

5. Adviezen

Op 13 oktober 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

De populieren vooraan kunnen worden gerooid en gecompenseerd  (zie voorwaarden).

De eiken moeten worden behouden. Deze zijn gezond en vormen geen gevaar.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

6. Project-MER

Niet van toepassing.

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening worden omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

1.Functionele inpasbaarheid

Het rooien van 7 populieren en 6 eiken geeft geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

2.Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel.

3.Visueel-vormelijk

De aanvraag heeft een beperkte impact op de visueel-vormelijke uitstraling in de omgeving.

De bomenrij langs de perceelsgrens is bepalend in het landschap. Daarom is het belangrijk dat enkel de kaprijpe populieren gekapt worden en de eiken behouden. De te rooien bomen worden vervangen door nieuwe exemplaren in lijnverband zodat het lijnvormig landschapselement opnieuw hersteld wordt.

4.Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

5.Mobiliteit

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

6.Bodemreliëf

De aanvraag heeft een beperkte impact op het bodemreliëf.

7.Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten worden niet geschaad.

De populieren kunnen op termijn een gevaar vormen voor de woning op het aanpalend perceel en mogen gerooid worden. Enkel tijdens de uitvoering der werken is er sprake van beperkte hinder voor de omgeving.

8.Conclusie

Er kan geconcludeerd worden dat het project gedeeltelijk in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 13 oktober 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De aanvraag komt gedeeltelijk in aanmerking voor vergunning.

 

De vergunning heeft betrekking op het rooien van 7 populieren:

• Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

• De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

• Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) en in het belang maximaal behoud van bomen, wordt gevraagd om de bomen minstens één op één te vervangen door standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten met minimum plantmaat (bij aankoop) van 12/14. Deze maataanduiding geeft de omtrekklasse aan op 1m hoogte gemeten. Soorten uit volgende niet-limitatieve lijst komen hiervoor in aanmerking: zomereik, linde, zoete kers, els, berk, es en wilg.

• De aanplant dient gerealiseerd het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.

• Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. Dit houdt in dat ze op minimaal twee meter van de perceelsgrens en minimaal 15 meter van het vergunde gebouw geplant worden.

• Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;

• De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.

Weigering voor het rooien van 6 eiken, deze bomen zijn in goede gezondheid en vormen geen gevaar.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gedeeltelijk goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De aanvraag komt gedeeltelijk in aanmerking voor vergunning.

 

De vergunning heeft betrekking op het rooien van 7 populieren:

• Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

• De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

• Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) en in het belang maximaal behoud van bomen, wordt gevraagd om de bomen minstens één op één te vervangen door standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten met minimum plantmaat (bij aankoop) van 12/14. Deze maataanduiding geeft de omtrekklasse aan op 1m hoogte gemeten. Soorten uit volgende niet-limitatieve lijst komen hiervoor in aanmerking: zomereik, linde, zoete kers, els, berk, es en wilg.

• De aanplant dient gerealiseerd het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.

• Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. Dit houdt in dat ze op minimaal twee meter van de perceelsgrens en minimaal 15 meter van het vergunde gebouw geplant worden.

• Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;

• De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.

Weigering voor het rooien van 6 eiken, deze bomen zijn in goede gezondheid en vormen geen gevaar.