Terug
Gepubliceerd op 25/10/2022

2022_CBS_02739 - Omgevingsvergunning - het rooien van 7 bomen langs Olenseweg 31 (202200411SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 24/10/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Berno Bosch, Sweco

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02739 - Omgevingsvergunning - het rooien van 7 bomen langs Olenseweg 31 (202200411SS) - Vergunning 2022_CBS_02739 - Omgevingsvergunning - het rooien van 7 bomen langs Olenseweg 31 (202200411SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 24/10/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022112239

Dossiernummer gemeente: 202200411

 

De gemeente Geel heeft op 22 augustus 2022 een aanvraag ontvangen voor het rooien van 7 bomen. De aanvraag werd op 30 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Jos Bakelants met als contactadres Larum 44 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Olenseweg 31

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nrs. 623K, 625L en 625C

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Het bouwterrein maakt als lot 4 deel uit van de goedgekeurde verkaveling d.d. 11/03/2019 met kenmerk gemeente 201800451.

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling 201800451

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 201800451/OMV_2018152656 voor verkavelen in 6 loten voor gekoppelde eengezinswoningen goedgekeurd op 11/03/2019.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het ontwerp

De aanvraag handelt over het rooien van 7 bomen.

Het betrokken perceel maakt deel uit van een goedgekeurde verkaveling d.d. 11/03/2019 (lot 4) en situeert zich in het woongebied.

Om het perceel bebouwbaar te maken is het noodzakelijk 4 bomen te rooien, de aanvrager wenst 7 bomen te rooien.

De eerste 4 bomen (nrs. 4/5/6 en7) situeren zich binnen de bouwstrook voor een gekoppelde woning, boom nr.3 staat binnen een straal van 15 meter rond de bouwstrook en boom 1 en 2 staan in de strook voor bijgebouwen.

Het Vrijstellingsbesluit van de Vlaamse Regering stelt in hoofdstuk 6 Groen:

 

Artikel 6.1.

Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor :

1° het vellen van hoogstammige bomen, op voorwaarde dat aan al de volgende vereisten voldaan is :

a) ze maken geen deel uit van een bos;

b) ze liggen in een woongebied in de ruime zin, in een agrarisch gebied in de ruime zin of in een industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;

c) ze liggen binnen een straal van maximaal 15 meter rondom de vergunde woning, de vergunde landbouwbedrijfswoning of landbouwbedrijfsgebouwen of de vergunde bedrijfswoning of bedrijfsgebouwen;

d) ze liggen niet op openbaar domein;

Het aansluitend achterliggend agrarisch gebied heeft een bebost karakter en kan beschouwd worden als waardevol groen.

Het rooien van de bomen op de huiskavel is enkel toegelaten indien er gecompenseerd wordt met een aanplanting van minstens hetzelfde aantal hoogstammige bomen.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 13 oktober 2022 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein

 

Het verlies van waardevol groen in deze buurt is niet wenselijk. De waarde van de bomen in kwestie bestaat in de ecosysteemdiensten die ze leveren: schaduw en afkoeling, luchtzuivering, water vasthouden (en dus wateroverlast beperken) en het bieden van voedsel en nestgelegenheid voor allerlei plant- en diersoorten (waaronder vogels, insecten, paddenstoelen en korstmossen). 

De verscheidenheid aan bomen versterkt deze ecosysteemdiensten en de biodiversiteit.

 

Niet enkel Larum is arm aan bomen, in de hele stad blijft de groene ruimte krimpen (bron: de provincie in cijfers, landgebruiksbestand 2013-2019). Bestaande bomen moeten daarom zo veel mogelijk gevrijwaard worden.  Als dit niet mogelijk is zou het verlies van deze bomen, ook deze binnen de bouwstrook, daarom gecompenseerd moeten worden door op hetzelfde perceel of elders minstens een nieuwe, inheemse en standplaatsgeschikte boom aan te planten voor elke verwijderde boom. Niet aangeslagen bomen zouden tijdens het eerstvolgende platseizoen her-aangeplant moeten worden.

 

De aanvrager stelt echter geen enkele vorm van compensatie voor. Daarom adviseert het team groen-blauw ongunstig voor deze aanvraag.

Advies:  ongunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:

1. Functionele inpasbaarheid

De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming woongebied. De aangevraagde werken, het rooien van 7 bomen kaderen in het opschonen van een bouwgrond, waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.

2. Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit.

3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het rooien van 7 bomen en heeft invloed op het ruimtegebruik en bouwdichtheid.

De eerste 4 bomen (nrs. 4/5/6 en7) situeren zich binnen de bouwstrook voor een gekoppelde woning, boom nr.3 staat binnen een straal van 15 meter rond de bouwstrook en boom 1 en 2 staan in de strook voor bijgebouwen.

4. Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag heeft een impact op de visueel-vormelijke uitstraling van het perceel, een compensatie door middel van hetzelfde aantal bomen is noodzakelijk.

5. Cultuurhistorische elementen

Niet van toepassing.

 De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

6. Bodemreliëf

Er worden geen reliëfwijzigingen aangevraagd. 

7. Hinderaspecten

Naast de beperkte hinder tijdens de uitvoering van de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.

8.  Conclusie

Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig  verenigbaar met de omgeving.

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. 

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Openbaar Domein afgeleverd op 13 oktober 2022 is ongunstig.

 

Conclusie

De vergunning heeft betrekking op het rooien van 7 hoogstammige bomen:

 

• Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

• De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

• Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) en in het belang maximaal behoud van bomen, wordt gevraagd om de bomen minstens één op één te vervangen door standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten met minimum plantmaat (bij aankoop) van 12/14. Deze maataanduiding geeft de omtrekklasse aan op 1m hoogte gemeten. Soorten uit volgende niet-limitatieve lijst komen hiervoor in aanmerking: zomereik, linde, zoete kers, els, berk, es en wilg. Een verscheidenheid aan bomen versterkt de biodiversiteit en ecosysteem.

  • De compenserende aanplanting kan gebeuren op het betrokken perceel zelf of op een ander perceel in eigendom van de aanvrager.
  • De aanvrager moet door middel van foto’s en aanduiding op een inplantingsplan bewijs aanleveren van de compenserende aanplanting.

• De aanplant dient gerealiseerd het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.

• Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. Dit houdt in dat ze op minimaal twee meter van de perceelsgrens en minimaal 15 meter van het vergunde gebouw geplant worden.

• Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;

• De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De vergunning heeft betrekking op het rooien van 7 hoogstammige bomen: 

• Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;

• De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april–30 juni);

• Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) en in het belang maximaal behoud van bomen, wordt gevraagd om de bomen minstens één op één te vervangen door standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten met minimum plantmaat (bij aankoop) van 12/14. Deze maataanduiding geeft de omtrekklasse aan op 1m hoogte gemeten. Soorten uit volgende niet-limitatieve lijst komen hiervoor in aanmerking: zomereik, linde, zoete kers, els, berk, es en wilg. Een verscheidenheid aan bomen versterkt de biodiversiteit en ecosysteem.

  • De compenserende aanplanting kan gebeuren op het betrokken perceel zelf of op een ander perceel in eigendom van de aanvrager.
  • De aanvrager moet door middel van foto’s en aanduiding op een inplantingsplan bewijs aanleveren van de compenserende aanplanting.

• De aanplant dient gerealiseerd het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.

• Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd. Dit houdt in dat ze op minimaal twee meter van de perceelsgrens en minimaal 15 meter van het vergunde gebouw geplant worden.

• Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;

• De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.