Wij vragen afschaffing van de onderhoudsplicht voor kinderen van personen die verblijven in een woonzorgcentrum, waarvan de fiancieële mogelijkheden van de zorgbehoefende niet voldoen.
Het gemeentebestuur is in de mogelijkheid om de onderhoudsplicht niet toe te passen. De inkomsten die hieruit voortvloeien zijn heel beperkt en de kosten (moeite) staan niet in verhouding. De onderhoudsplicht kan dus beter afgeschaft worden.
De laatste drie jaar praten we gem. over 230 euro per maand gezien over alle geelse woonzorgcentra. In woonzorgcentrum 'Wedbos' gaat het over gem. 20 euro per maand.
De voorzitter: Eerste interpellatie door Noël Devos, over de afschaffing van de onderhoudsplicht. Noël.
De heer Devos: Dank u wel voorzitter. Wij vragen de afschaffing van de onderhoudsplicht voor kinderen van personen die verblijven in een woonzorgcentrum, en waarvan de financiële mogelijkheden van de zorgbehoevende niet voldoen. Het gemeentebestuur bezit een mogelijkheid om die onderhoudsplicht niet toe te passen. De inkomsten die eruit voortvloeien zijn heel beperkt en de kosten, laat staan de moeite, staan zeker niet in verhouding. Buurgemeenten hebben we dit ook, zijn er ook bij die dit al jaren afgeschaft hebben. We praten inderdaad over heel weinig geld met nu nog eens opgevraagd, ik weet dat we ook al jaren dit op dut punt vragen, maar ik heb het nog eens opgevraagd, dat dat de laatste drie jaar, wat de consequenties daarvan geweest zijn. Dus van 2016 tot 2018, dat gaat over dus drie jaar, heeft ons woonzorgcentrum, ons eigen woonzorgcentrum Wedbos, heeft daar 736 euro van gerecupereerd in drie jaar. De andere woonzorgcentra samen, was dat 7581 euro. Dus dat betekent gemiddeld, voor onze eigen woonzorgcentrum, praten we over 20 euro per maand. En voor alle andere woonzorgcentra ’s, over 210 euro per maand, dus samen gaat dat over 230 euro dat daar gerecupereerd wordt op een maand. Wat zegt de wetgeving dan, wetgeving VVSG, dat de OCMW kan algemeen beslissen om onderhoudsplicht niet toe te passen op basis van artikel 98, van de organieke OCMW-wet. Omdat dit financiële gevolgen heeft moet het gemeentebestuur hierover beslissen. Dus per gemeente mag dat beslist worden. Dus het OCMW kan ook individuele onderhoudsplichtigen beslissen, omwille van bepaalde redenen, bijvoorbeeld billijkheidsreden de onderhoudsplicht niet toe te passen. Dat zijn de twee zaken die wij gevonden hebben in de wetgeving van VVSG. Dus ja, wat is eigenlijk het grote probleem? Zo’n opnamegesprek, dat is een innemende gebeurtenis, dat is een heel innemende gebeurtenis voor ouders en ook voor kinderen. En daar komt veel, en heel veel het financiële aspect ter sprake. En gezien het lage bedrag dat gerecupereerd wordt, schaft dat alstublieft nu af in belang van onze ouderen die zich hier heel slecht bij voelen, en gezien het bedrag toch echt belachelijk is. En ook de mensen die vanuit een woonzorgcentrum het opnamegesprek voeren, die zijn hier heel verveeld mee. En als u met die mensen eens goed gaat praten, dan zeggen die ook dat die dat een vervelende zaak vinden, dat daar dan constant over de financiers moet gepraat worden, terwijl dat daar eigenlijk niks van gerecupereerd wordt. Dank u.
De voorzitter: Schepen Tom Corstjens.
De heer Corstjens: Dank je wel voorzitter. Noël, we hechten inderdaad veel belang aan die vragen, en daarom gaat u ook een duo-antwoord krijgen. Ik ga eerst even rond het financiële praten, en dan gaat mijn collega Griet Smaers het sociale luik nog even toelichten. Het klopt dus inderdaad, relatief lage ontvangsten. Als we gaan kijken, totale ontvangst 2016, 1186 euro, 2017, 5005 afgerond, 2018, 1705. Voor het stuk natuurlijk ook omwille van het feit dat we moeten vaststellen, dat er één, minder behoeftige senioren zijn. Twee, dat we intussen toch ook wel de tussenkomst kennen van onze zorgverzekering. Dus dat moet je al ook wel in dit verhaal meenemen. Dit tegenstaande, de lagere inkomsten, zijn we toch wel de mening toegedaan dat deze actie nog altijd verantwoord en rechtvaardig is, want dan kijk ik heel even naar mijn collega Griet om verder aan te vullen vanuit het sociale luik. Dank je wel.
Mevrouw Smaers: Ja, Noël, dat is een wederkerende vraag. Ondertussen kennen we denk ik uw positie en van uw partij daarin. Zolang dat ik ondertussen als OCMW-voorzitter de vorige legislatuur in OCMW-raad was, weet ik dat je die vragen stelde, je kent ondertussen ook mijn antwoord. In het verleden hebben we ook posities uitgewisseld en hebben we die standpunten ook altijd goed kunnen uitwisselen. Nu, ik heb ook al in het verleden, en dat is nog steeds, onze opinie gezegd dat het financiële zuiver wat betreft de onderhoudsplicht naar de kinderen en de directe familie, inderdaad, ja, je mag zeggen dat dat misschien geen grote inkomsten zijn, dat zijn relatief gezien kleine inkomsten, maar dat betekent niet dat wij heel wat waarde hechten aan die familiale solidariteit. En dat het belang van de familiale solidariteit, en het zorgdragen voor elkaar in familiaal verband. Ik persoonlijk zou ook niet anders willen, ik denk dat er velen zijn die dat idee zullen hebben. Er zijn er ook anderen, en zeker de socialisten, daar weet ik van dat zij alles op de overheid willen afschuiven. Maar jawel, toch veel. De standpunten bewijzen dat ook, maar ik denk dat zorg en familiale solidariteit in eerste instantie, dat je met uw familie moet regelen en plannen. En ook voor zij die dat kunnen, die dragen graag bij voor hun ouders als ze het kunnen, als ze niet behoeftig zijn. En als ze die bijdrage in de rusthuisfactuur, mocht er een tekort zijn, om dat te doen. U weet ook dat wij daar niet tot in den treure doen, en dat we daar zeer redelijk zijn, u bent zelf mee lid geweest van het sociaal comité de afgelopen jaren, dus u weet dat we ook een maximaal plafond hebben ingebouwd van 250 euro per persoon, per kind. Dat wordt per kind bekeken, als de rusthuisfactuur niet toereikend is met het inkomen en de zorgverzekering daarboven van de bejaarde, wordt er eerst per kind dat plafond bekeken. En als er een kind niet dat kan betalen, als dat inkomen daar niet voldoende voor is, dan zal een van die kinderen of meerdere kinderen, als zij daar niet welstellend genoeg voor zijn, niet moeten bijdragen. U kent de regel, wij zijn daar niet hardvochtig in. Bovendien hebben we dan nog eens de mogelijkheid van het sociaal comité, om omwille van billijkheidsredenen, nog een vrijstelling van de onderhoudsplicht door te voeren. Dus als er billijkheidsredenen zijn die kunnen aangevoerd worden, dan zal het sociaal comité ook vrijstellen van onderhoudsverplichtingen. Wat betekent dat, billijkheidsredenen? Dat kunnen zijn bijvoorbeeld, dat je al lang, al jaren geen contact meer gehad hebt tussen ouderen en kinderen of omgeving, dat kan zijn dat er een duurzame ontwrichting is in die familiale relatie en familiale solidariteit, dat kan ook zijn andere redenen, die maken op dat moment dat er voldoende billijkheidsredenen voor handen zijn om op dat moment onderhoudsplicht niet door te voeren naar een of meerdere kinderen. Dus dat wordt allemaal bekeken, we zijn daar zeer redelijk in, ik zie er hier verschillende knikken, allemaal leden in ons sociaal comité. Ja, we gaan daar zeer billijk mee om. Maar u weet ook, en ge hebt in het verleden gezegd Noël, dat dat ook zo is, dat er soms voor men een opname doet in een woonzorgcentrum, ook familiale regelingen worden gemaakt. En dat het soms ook kan, dat er in het kader van een familiale planning, al een bepaalde schenkingen doet voordien, die mee bekeken worden. Dus soms is het niet onbillijk om beroep te doen op de onderhoudsplicht. Dus dat is een totaal kader dat je moet bekijken. En in het kader van die familiale solidariteit blijven wij principieel voor de huidige regeling zijn, en dat betekent niet dat diegene die het niet kunnen betalen, niet in onze zorgcentrum contract kunnen worden opgenomen. Want de cijfers tonen dat aan, wij komen jaarlijks heel wat in borgstellingen tussen, die cijfers heeft u ook gekregen, dat is nog iets anders dan een onderhoudsplicht. Wij komen heel wat tussen voor mensen die hun maandelijkse factuur betalen op basis van de waarborgstelling. En bovendien, maar dat is gewoon voor de toekomst, en ik stel ook vast, en ik ben daar blij mee, dat onze bijdrage ook wat betreft de onderhoudsplicht, hetgeen wat daaronder valt, dat dat een dalende trend is. Dat kan alleen maar wijzen zoals collega Corstjens heeft gezegd, op het feit dat er minder en minder nood is aan die tussenkomst en daar minder en minder nood is om de dekking van die onderhoudsplicht van familie. Wat betekent dat de zorgverzekering wel degelijk zijn effect heeft in de betaalbaarheid van die zorgfactuur. Zijn we er? Nog lang niet. Dat hoort u mij zeker niet zeggen. Er is nog veel meer nodig in de betaalbaarheid van die rusthuisfactuur. Maar ik lees ook in het Vlaamse regeerakkoord dat deze ochtend is voorgesteld, dat de bereidheid er is, en de plannen er is. Dus ik denk dat we daar een paar, dat we daar even op moeten wachten, want dat gaat nog meer soelaas brengen. Dat in het geval het pensioen plus de, pardon, de zorgverzekering niet voldoende is om de maandelijkse rusthuisfactuur te dekken, dat de Vlaamse regering in de behoeftige situaties, dus niet voor iedereen, maar voor zij die behoeftig zijn, en er niet komen om dan de factuur te betalen, 400 euro nog bij zal betalen, in de kosten van die rusthuisfactuur. Dus er zal een bijkomende compensatie nog vanuit de Vlaamse overheid komen in de bedekking en de voorzienbaarheid, betaalbaarheid van die rusthuisfacturen. Dus ik denk persoonlijk, dat we er misschien op dit moment nog niet volledig zijn. Maar er wordt een traject afgelegd, jaar na jaar, om dat wel meer dekkend en betaalbaar te maken, vanuit de overheid, niet vanuit de betrokkenen, uiteraard een deel pensioen. Maar als er noden zijn hier lokaal, dan bekijken we die met open blik en we zijn daar zeer redelijk in, in billijkheidssituaties, voor als het niet lukt met de familie.
De voorzitter: Is dat voldoende Noël?
De heer Devos: Ja, heel kort nog, Want ja ik snap niet wat zin dat het eigenlijk heeft als we over 20 euro per maand praten. De loonkosten overstijgt de ontvangsten. En eens dat de loonkosten de ontvangsten overschrijdt, dan wordt het meestal afgeschaft. En ik ben als socialist er eigenlijk wel fier op dat ik heel goed voor ouderen wens te zorgen, en dat ik denk dat we daar heel erg goed voor moeten zorgen en dat men die zottigheid… want het gaat alleen over het principe, dat intakegesprek, het gaat niet om die 20 euro, die mensen zijn daarvoor bevreesd. Dat is een intakegesprek, dat meer dan een uur duurt en er wordt 45 minuten over die onnozeliteit gepraat hè, in plaats van die mensen een goed gevoel te geven, mevrouw ik heb het meegemaakt. En die ouder die daarop zitten, die vinden dat niet prettig, die verstaan dat niet. Die zeggen, moet gij nu betalen voor mij? Die zijn daar heel erg door verveeld, en we praten over 20 euro per maand. Alstublieft.
Mevrouw Smaers: Dat is niet helemaal de correcte voorstelling van de feiten, maar ik heb begrip voor uw positie en uw standpunt, en uw ideologie …
De voorzitter: Goed, we gaan dat punt hier afronden.