Er is in de pers en op sociale media uitvoerig bericht over de plaatsing van 1.123 zonnepanelen op Geelse daken.
Alhoewel het een positieve actie is heb ik er toch enkele vragen bij:
1) Op welke daken komen de panelen en wat is de isolatiewaarde van deze daken en gebouwen?
2) Wat is de ratio achter de keuze "het aantal vierkante meter" of de mate van isolatie van deze gebouwen?
3) Er wordt 50% bespaard op de elektriciteitsrekening en 20% op de gasrekening. In eerste instantie zal hiermee de investering afbetaald worden maar wat daarna? Zal dat bedrag daarna gebruikt worden voor duurzame investeringen?
De voorzitter: Goed, we gaan verder met de volgende interpellatie.
Mevrouw …: Mag ik even onderbreken.
De voorzitter: Tuurlijk.
Mevrouw …: Ik dacht dat Ben ook nog iets ging zeggen over het ESCO-verhaal.
De voorzitter: Ja dat klopt.
De heer …: Volgende interpellatie.
Mevrouw …: Oké, sorry.
De voorzitter: Volgende interpretatie voor Tinne Van Gelder, over zonnepanelen op Geelse daken.
Mevrouw Van Gelder: Ja, er is in de pers en ook de sociale media uitvoerig bericht over de 1123 zonnepanelen op de Geelse daken. Uiteraard zijn wij heel blij met deze actie, maar we hebben daar toch wel wat vragen bij. Er wordt nogal veel lawaai gemaakt over dat energiebesparingsdeel, dat daarvan het gevolg is. Wij hebben echter de indruk dat het bedrijf dat de stad helpt dat vooral doet om mooie cijfers te kunnen voorleggen. Het geeft inderdaad een mooi resultaat in die statistieken, en financieel zijn we ook goed bezig, want er zijn onweerlegbare terugverdieneffecten, dat wel. Maar helaas is het geen echte besparing. Dat er hier sprake is van een financiële besparing, dat staat vast. Een wat u noemt duurzame maatregelen, is het ook, want er zijn minder fossiele brandstoffen die hier verbruikt worden, en het helpt ook om de CO2-reductienorm te halen. Dus u denkt, iedereen is tevreden. Helaas. Wij zijn van mening dat de enige kilowatt die echt bespaard wordt, de kilowatt is die niet gebruikt wordt. Vandaar enkele vragen. Op welke daken liggen die, op welke daken liggen die panelen? Met andere woorden, wat is de isolatiewaarde van die daken en die gebouwen? Wat is de ratio achter de keuze, het aantal vierkante meter, dus waarmee je goed scoort in die statistieken, of de mate van de isolatie van die gebouwen. Er wordt 50% bespaard op de elektriciteitsrekening, en 20 op de gasrekening. In eerste instantie zullen jullie hiermee de investering afbetalen, maar wat daarna? Wordt die terugverdienste dan gebruikt om duurzame investeringen te doen, of wat is het plan?
De voorzitter: Ben Van Looveren.
De heer Van Looveren: Dank u wel voorzitter. Ik neem de vraag eventjes ter harte omdat dossier van ESCO iets is dat ik als schepen van patrimonium behartigd hebt. Op uw concrete vragen, dus op welke daken de panelen geplaatst zijn, dat gaat over het stadhuis, de bibliotheek, het Sociaal Huis, de stedelijke basisschool De Burgstraat, het SAIO in de Billemontstraat en het jeugdcentrum De Boogaard, volgens het energieprestatiecontract afgesloten met ESCO zoals u vermeld. Wij zijn ons er terdege van bewust dat de energie die je niet consumeert, de beste besparing is. Maar ik moet toch wel zeggen dat wij al als stad vele jaren investeren daarin, in het energieactieplan is al heel wat jaren, er zijn duurzame investeringen opgenomen. En het is zo, dat er in eerste instantie al jaar en dag geïnvesteerd wordt in het vernieuwen van stookplaatsen en het plaatsen van isolatie zoals dakisolatie. Dus dat is eigenlijk een fase die we quasi afgerond hebben, en vandaar dat we ook nu met ESCO in zee gegaan zijn, om nog verder, wij willen het laaghangend fruit geplukt, met een ESCO hebben we eigenlijk geopteerd om ook meer knowhow binnen te halen om ook verder te gaan. Dus ik denk dat we dat op dat vlak goed gedaan hebben. De daken van die gebouwen die ik daarnet vernoemd heb zijn bijna allemaal nieuw of gerenoveerd, met de maximale isolatiegraad van 24 cm rockwool of 16 cm PIR. Of het technisch maximaal haalbare, zo hebben we bij de Billemontstraat 16 cm PIR en de bibliotheek 12 cm, in de Burgstraat de turnzaal 10 cm. Dus we hebben daar gedaan wat dat haalbaar is, of het maximum. Voor het stadhuis en De Boogaard is dat nog niet gebeurd. Het dak van het stadhuis kan geïsoleerd worden zonder verwijdering van de PV-installaties. De reden dat dat nog niet gebeurd is, omdat we al heel wat tijd bezig zijn met de plannen om het stadhuis eventueel te vergroten. Dat zijn zaken die al langer leven waar nog niks concreet voor is afgesproken, maar zulke zaken die houden, beletten u wel om grote investeringen te doen. Op het dak van De Boogaard, dat is wel op kortere termijn, dat we daar mogelijk een renovatie gaan doen, maar dat hebben we al op voorhand met ESCO afgesproken wat de kost zou zijn om de zonnepanelen te demonteren, dat dak te renoveren en terug te plaatsen. En die kost werd eigenlijk als klein beschouwd om toch met de plaatsing van die zonnepanelen door te gaan, dat is ook niet zo’n grote installatie. Uw tweede vraag, met betrekking tot de ratio, isolatie en zonnepanelen, dus we denken dat we de gebouwen al aangepakt hadden qua isolatiewaarden. Binnen de ESCO is het inderdaad ook, zijn er niet voor isolatiewerken naar voren gekomen, die dat men wilde doen als quick win, net omdat onze gebouwen al in redelijke goede staat waren op dat vlak. De zonnepanelen zijn bemeten op de nood van het gebouw, voor elk gebouw is de energiebehoefte en elke maand in kaart gebracht, en is de installatie daarop afgemeten. Dus ik denk dat we daar verder over die ratio niet echt moeten hebben. Binnen de ESCO zijn natuurlijk gemixte criteria gehanteerd om energiebesparing en reductie van het energieverbruik neer te zetten, die dat onze ESCO in een bepaalde richting ook hebben geplaatst. Dus in die zin hoop ik dat uw vraag daarmee beantwoord is. Wat betreft de toekomst, dus inderdaad het ESCO-contract, dat is voor twaalf jaar. We hebben daar bewust voor twee legislaturen gekozen om niet te lang vooruit te denken. Dus op die manier gaan wij twaalf jaar besparen die dat wij in onze budgetten niet voelen, maar het energieverbruik gaat de investering wel terugkoppelen of we gaan zelfs al iets meer verdienen. Daarna, dan zijn we twee legislaturen verder, ik denk dat het weinig zin heeft dat wij nu al beslissen wat we op dat moment met dat geld gaan doen. het is wel zo, dat we op dit moment met de begroting bezig zijn, en dat er ook op dit moment al heel wat doelstellingen neergeschreven zijn met betrekking tot energiereductie. Dus ik hoop, als we binnenkort in conclaaf gaan, en jullie in december een begroting presenteren, dat we erin kunnen slagen om daar ook heel wat investeringen voor rationeel energieverbruik en duurzame investeringen te kunnen tonen. Maar dat is ook een oefening waar we mee bezig zijn, ik denk we in het bestuursakkoord de intentie om dat te realiseren, wel duidelijk gemaakt hebben. En ik denk dus dat we daar een goede richting ingeslagen zijn.
Mevrouw Van Gelder: Dank u wel. Ik had nog één vraagje, die gunningscriteria die ESCO bepaalt, zijn die behaald, zijn die behaald?
De heer Van Looveren: Behaald, het is zo dat we een bestek in de markt zetten, en daar leveranciers daarop inschrijven. En afhankelijk van de inschrijvingen en de quoteringen gebeuren, en die selectie gebeurt daarop. Dus we hebben bijvoorbeeld 25 punten van de 100 op een energiebesparingsplan gezet. Dus hoe beter dat dat plan was, hoe meer punten dat men behaalde en hoe meer kans dat men dan had om dat contract binnen te halen. Dus 40 van de 100 punten zijn op de total costs of ownership bepaald, dus op het totaalpakket van wat dat die projecten kosten of opbrengen, dus dat is eigenlijk het prijsniveau. Dus we hebben daar 40 van de 100 punten opgezet, 15 punten op een reductie van het energieverbruik en 25 op het energiebesparingsplan, 10 op het wijkplan en 10 op het onderhoudsplan. Dus op die manier wordt er eigenlijk een quotering gemaakt en worden leveranciers ten opzichte van elkaar afgewogen. En hebben wij ook op reductie van het energieverbruik en het energiebesparingsplan, onze leveranciers uitgedacht om daar goed in te scoren.