De koppeling van de Gemeenteraadszitting aan de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vraagt dringend om een evaluatie. Over de partijgrenzen heen leven er heel wat opmerkingen, maar er zijn ook verbetersuggesties voor de huidige gang van zaken. Een evaluatie van de manier waarop de situatie in de praktijk zou evolueren, was door het stadsbestuur beloofd. Ze werd in het vooruitzicht gesteld voor het najaar van 2019. Inmiddels wil het stadsbestuur deze evaluatie echter uitstellen tot het voorjaar van 2020.
De Brugpartij is het hier niet mee eens en vraagt met aandrang dat deze evaluatie nog dit jaar wordt gehouden in de vorm van een commissievergadering. Waarom houdt het stadsbestuur zich niet aan zijn woord? Graag ter zitting een voorstel voor een datum voor deze vergadering.
De voorzitter: Goed, dan zijn wij met de volgende interpellatie door de heer Kennis, een evaluatie koppeling gemeenteraad, Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Dirk.
De heer Kennis: Dank u voorzitter. We gaan er vanavond op een schappelijk uur vanaf zijn, mede dankzij het feit dat de OCMW-raad buiten de goedkeuring van het verslag nog twee andere punten telt, die we eigenlijk al eens gehad hebben in de gemeenteraad. Met die gang van zaken, leven bij de minderheid alvast een aantal vragen. Die vragen waren een beetje te voorspellen, in het begin van het jaar, of die waren toen gevreesd, vandaar dat we het ook al eens een paar keer gehad hebben over het feit of die koppeling gemeenteraad, Raad voor Maatschappelijk Welzijn, de huidige praktijk, of dat dat wel de juiste is. En wij waren allemaal in de waan, dat we overeengekomen waren dat we dat systeem dit jaar zouden evalueren. U hebt zelf vrij recent aan die waan een einde gemaakt, door ons te laten weten dat u dat liever voorjaar volgend jaar doet. De redenen die u daarvoor gaf lijken ons niet valabel, ik ga die niet opzoeken, we hoeven dat hier niet uit te discuteren, daar gaat het eigenlijk niet om. Maar wij zijn het daar niet mee eens. En ik had eigenlijk aan het begin van mijn interpellatie moeten zeggen, dat ik bij het invoeren ervan niet bijdehand genoeg ben geweest om te zeggen, dat ik dit feitelijk zeg in naam van mijn collega fractieleiders, mevrouw Daems, mijnheer Wartel en mevrouw Thys. En hun respectievelijke fractieleden die er allemaal hetzelfde over denken. Dus hier spreken eigenlijk 10 mensen zeker of zoiets. Nu onze vraag is, dat niet, oké, de herfst is misschien nog wat vroeg maar wij hadden graag met u in commissie over dat systeem eens goed overlegd. Maar ook, we willen daar niet op vooruitlopen, dat wil niet zeggen dat die koppeling ongedaan moet gemaakt worden, maar misschien kunnen we praktische afspraken maken om het een beetje beter te doen lopen, en ook wat meer aandacht te hebben voor die ondergesneeuwde of uitgeholde agenda van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Kortom, we zouden daar graag met u dit jaar nog eens over willen praten in een commissie en we hadden dan ook graag van u gehoord wanneer we dat in onze agenda mochten schrijven.
De voorzitter: Burgemeester?
Mevrouw Celis: Dank u wel voorzitter. Dirk, jij hebt het zelf in je tussenkomst al even aangehaald dat we daar een mail over gestuurd hadden en dus de fractieleiders hebben daar allemaal op geantwoord en het klopt inderdaad dat jij bij wijze, dus de spreekbuis voor De Brugpartij, dat jij degene was die dat er toch wel een aantal opmerkingen rond had. Nu de andere collega’s en misschien een stukje voortschrijdend inzicht, of dat je toch je visie een stukje bijstelt, geen enkel probleem. De antwoorden die daar toen gegeven zijn op de mail die destijds vertrokken was, die was een beetje gebaseerd op het feit van, kijk we hebben nu begin van dit jaar heel veel tijd en energie gestoken tijdens onze gemeenteraad in het samenstellen van allerlei raden. Dat is misschien geen referentie. We moeten eigenlijk een doorsnee, of toch een aantal gewone gemeenteraden en OCMW-raden gehad hebben, om dat te kunnen bekijken. Vandaar dat we in eerste instantie, ik samen met algemeen directeur, het voorstel had gedaan van, laat ons dat naar volgend jaar, begin volgend jaar schuiven, dan hebben we in principe een evaluatie te maken van een jaar. Als er nu uitdrukkelijk een wens is, en die is dus via de interpellatie nu uitdrukkelijk en als anderen zich daar zeker ook bij willen aansluiten, dan heb ik daar ook wel alle begrip voor. Want we hebben al gezegd, of ik heb gezegd, kijk als mijn dikke vriend Dirk Kennis het belangrijk vindt, van ook dit jaar, daar een evaluatieronde te doen, dan moet ik daar oor voor hebben. En dus hebben wij gezegd, kijk, we zullen een aantal vragen opmaken, die we aan alle raadsleden, trouwens als er iemand een vraag of een opmerking of een goede suggestie heeft, ik denk dat we proberen zeer democratisch te zijn en dat het altijd kan meegedeeld worden, ongeacht daar een momentum voor is of niet. Maar dat we dus in deze, een voorstel zullen doen van we maken een aantal vragen op, we bezorgen die, een aantal evaluatievragen, we bezorgen die aan alle gemeenteraadsleden. We wachten in oktober de antwoorden af, midden november, dus 13 november, is er een gemeenteraadscommissie al vastgelegd. En ik zou voorstellen om dan van die avond gebruik te maken om zeker, dus het punt, of de vraag, die hier vandaag in de interpellatie zitten, om die dan te bespreken. Daar dus ook tijd en ruimte voor te voorzien. En dan zijn we in november, ik denk dat we dan toch wel het evaluatiemoment een stuk naar voren hebben gehaald.
De heer Kennis: Mevrouw de burgemeester, het is teveel oor, of eigenlijk bedoel ik teveel eer dat u voor mij hebt. Maar goed, we kunnen daarmee akkoord gaan. Mag ik eens vragen, we hebben zelfs nog geen weet van die, de agendering van die commissie, we hebben wel een uitnodiging gekregen voor die in december. Deze was ons nog niet bekend, waarover zou die dan verder gaan?
De heer Mylle: Mobiliteitsplan en handhaving, prioriteiten nota handhaving van het lokaal bestuur. Mobiliteitsplan zal wel een uitgebreid agendapunt zijn wellicht. Handhaving, de gemeente stelt zelf een prioriteitennota op rond handhaving. En we zullen dat daaraan koppelen als dat goed is voor jullie. Het is ook een verenigde gemeenteraadcommissie, dan is normaliter ook iedereen daar. Omwille van het thema mobiliteit hebben we ook gezegd, we maken daar een verenigde commissie van omdat ‘…’ thema is en dat zullen we eventueel daaraan koppelen. Als dat goed is voor u.
De heer Kennis: Als ik eens even mag rondkijken naar mijn collega’s, zij dat blijkbaar goed vinden. Ja, dan vinden wij dat goed. Spreken we zo af.
De voorzitter: Ivan Wartel.
De heer Wartel: Ik heb daar toch nog iets aan toe te voegen. Het is niet alleen uw dikke vriend Dirk Kennis die daar wat over gezegd heeft maar ik heb ook een vraag per mail gesteld, of een voorstel gedaan, Lieselotte als ik mij niet vergis ook. Daar is ook geen antwoord op gekomen. Ik wil even duidelijk stellen, dat het voor ons belangrijk was dat als je zegt van kijk je gaat het eerste werkjaar evalueren ‘…’, hoe dat die Raad voor Maatschappelijk Welzijn die agenda ervan samengaat, of blijft samengaan met die van de gemeenteraad. Dat je dat nog wel doet op het einde van het werkjaar of op zijn minst het, ten laatste, het begin van het werkjaar toch, dat is een evaluatie van een werkjaar. Geen drie of vier maanden, zoals het voorstel is geweest, daarna. En dat wil ik toch even benadrukken, dat heb ik ook geantwoord. En het vervelende is dat op geen een van ons drieën, behoudens vergissing, hun opmerkingen een antwoord is gekomen. Dus ik zou dat wel appreciëren in het vervolg dat er sneller antwoord komt, dan moeten we deze vervelende dingen hier niet bespreken.
De voorzitter: Lieselotte.
Mevrouw Thys: Ja, ik ga me toch ook aansluiten bij mijn collega fractieleiders. Ik heb ook geantwoord in die zin van, als je zegt dat je iets gaat doen, moet je het ook doen. Dus ik meen mij expliciet te herinneren dat hier gezegd is, na een half jaar gaan we een evaluatie doen. Ik kan begrip opbrengen voor de argumentatie dat het langer moet. Maar als je zegt dat je iets gaat doen moet je het eigenlijk ook gewoon doen, en dat was wel mijn frustratie en die heb ik dan meegegeven. En ik sluit me ook wel aan: een antwoord, was dan ook wel fijn geweest.
De voorzitter: Burgemeester.
Mevrouw Celis: Ik neem dat zeker mee voor de toekomst. Nu de mail die destijds op het verhaal eruit gestuurd was met de argumentatie waarom we naar het voorjaar zouden doen, daar hebben wij wel een stukje uit geconstateerd dat dat de opmerkingen, dus wat alle, dus iedereen die een mail stuurt of die een verhaal brengt, dat heeft het bij ons de nodige aandacht, laten we daar heel duidelijk over zijn. Maar wanneer we dus al die punten die al aangehaald geweest zijn, maar zeker die ook van Dirk, want dat was de meest uitvoerige tekst daar wat dat betreft daarover, we nemen dat mee. En we hebben gezegd, kijk, als men het belangrijk vindt, dan gaan we het zo organiseren, dus de bevraging doen en in november het antwoord. En ik zal het goed onthouden dat er dus een kort antwoord op het mailverkeer, al is het maar wij hebben het ontvangen, wij nemen dat mee, dat is ook een antwoord dat er komt voor de toekomst.
De voorzitter: Goed, dan gaan we dat gewoon doen.
Mevrouw Celis: Ja.