Ik heb ondertussen een overzicht van de evolutie van de gemeentelijke bijdrage aan de kerkfabrieken (2011-2018) ontvangen, waarvoor dank.
In het kader van het kerkenplan en de daarbij horende ontwijdingen en mogelijke herbestemmingen willen we vandaag ook een inzicht krijgen in de verwachtingen over de evolutie van de gemeentelijke solidariteit.
De voorzitter: Goed, we gaan verder met de volgende interpellatie, Lieselotte Thys over het Kerkenplan.
Mevrouw Thys: Ik heb ondertussen een overzicht ontvangen van de evolutie van de gemeentelijke bijdrage aan de kerkfabrieken. Voor de periode 2011-2018, waarvoor dank. Er valt natuurlijk niet echt een lijn in te trekken op een evolutie, en we zijn er ons natuurlijk van bewust dat dit verplicht is van hogerhand, van de hogere overheden. Maar toch in het kader van het Kerkplan en de daarbij horende ontwijzingen en mogelijk herbestemmingen, willen we vandaag toch al een inzicht krijgen in de verwachtingen op een evolutie van die gemeentelijke solidariteit, dus die financiële, ja die wettelijk bijpassing die er eigenlijk moet zijn. Dus wat zijn de verwachtingen van het stadsbestuur met betrekking tot de evolutie van de kosten en de opbrengsten van de Geelse kerken? En dus de evolutie van die gemeentelijke solidariteit. En hoe heeft de stad dit begroot, dus wat zijn de budgettaire verwachtingen hier rond?
De voorzitter: Ben Van Looveren.
De heer Van Looveren: Ja, Lieselotte, dank je wel voor uw vraag. Ik heb u ook de gemeenteraad vorige keer, of enkele keren geleden, geantwoord dat we daar over die bijpassingen altijd in goed overleg gaan met het centraal kerkbestuur, we hebben daar twee keer per jaar een overleg mee, minimum. Nu in het kader van begrotingsbesprekingen is dat tempo iets opgedreven, omdat we ook gevraagd hebben om een meerjarenplan te maken om elke kerkfabriek. Dus we volgen dat daar goed op. Ik moet zeggen dat dat ook ter harte genomen wordt. We hebben bijvoorbeeld bij de kerkbesturen van Sint-Amands en Sint-Dimpna vorig jaar bekomen dat ze een beheersplan voor hun kerk laten opmaken, op die manier kunnen we ook subsidies verkrijgen voor restauratiewerken en dergelijke. Dus op die manier volgen we dat goed op. We zijn ook altijd kritisch in de investeringen die de kerkbesturen wensen te doen in hun kerken, dus we challengen dat op die vergaderingen. En we doen het nodige om de zaak in stand te houden, want dat is onze wettelijke verplichting. Wij verwachten de komende jaren dat we die lijn, de trend die dat we hadden ingezet, dat was een 60.000 euro per jaar, dat we die verder zullen hanteren. Zo staat er in het voorstel. We hebben de vergrotingsvoorstellen goed geëvalueerd en we denken dat dat het noodzakelijke zal zijn om die infrastructuur in stand te houden. En ook voor exploitatie zal dat soortgelijk zijn, ten opzichte van de andere jaren. Wat niet wegneemt dat er hier of daar nog wel een investering nominatief in de begroting zal ingeschreven worden, omdat die niet binnen die enveloppe van 60.000 euro past, zoals grote dakvernieuwingen. Want als je dat met 60.000 euro moet doen, dan ben je in een paar jaar uw budget kwijt en kunt je geen andere instandhoudingswerken doen. Dus in die zin verwacht ik, of zal ik voorstellen op het conclaaf aan de collega’s, om die budgetten soortgelijk te houden als de afgelopen jaren. Ik denk dat we daarmee het niveau kunnen behouden dat wenselijk is. En ja, dat is het strikte noodzakelijk, hetgeen dat de wetgever ons opstelt en dat moet in goede verstandhouding gebeuren. En ik heb daar een goed gevoel bij op dit moment.
Mevrouw Thys: Dus specifiek in de mogelijke herbestemmingen, daar voorzien jullie eigenlijk als stad geen financiële impact voor in de meerjarenbegroting?
De heer Van Looveren: Toch wel, dat staat ook in het bestuursakkoord, we hebben de herbestemming, of het kerkplan uitvoeren, en daar middelen tegenover zetten. Dus wij zullen ook budgetten opnemen om die herbestemmingsonderzoeken te doen, en de eventuele kosten om herbestemmingen uit te voeren. Dus die gaan we ook opnemen voor zover dat er zicht op is. Op dit moment werken we aan Stelen en zal ik ook het voorstel doen aan de collega’s om daar budgetten voor op te nemen. Voor Holven en Punt zijn er de volgende twee kerken, daar zal het voorstel zijn om herbestemmingsonderzoek te doen, zoals we ook in Stelen aan het doen zijn. Maar daar denk ik niet dat ik al het voorstel had om budget op te nemen, gezien dat dat toch enige jaren met zich meebrengt, en dan vallen we weer buiten de planperiode, zo snel zal dat gaan.
Mevrouw Thys: Ja. En wat is ongeveer de grootorde van zo’n herbestemmingsonderzoek nu bijvoorbeeld te Stelen?
De heer Van Looveren: Enkele 10.000 euro, zo uit het blote hoofd, ik dacht een 25.000 euro maar neem me daar niet op, als u dat wilt dan moet ik u dat bezorgen.
Mevrouw Thys: Ja graag, want dat is eigenlijk zo van de vraag die ik stel, de impact van die herbestemmingen, die financieel impact, die dat ongetwijfeld met zich gaat meebrengen.
De heer Van Looveren: Ik zal u dat bezorgen, wat dat in Stelen gekost heeft tot zover.