Uit betrouwbare bron vernamen we dat tijdens de hittegolf in juli arbeiders aan de slag waren op het dak van het Sociaal Huis. De arbeiders plaatsten zonnepanelen -zonder veiligheidsgordels- bij temperaturen die klommen tot boven 40 graden Celsius. Een arbeider zou zelfs onwel geworden zijn. De arbeiders zouden in onderaanneming van Engie Cofely werken, de firma die het ESCO-contract van de stad heeft binnengehaald. Alles wijst erop dat de arbeidswetgeving niet gerespecteerd werd.
Onze vragen voor de bevoegde schepen:
Wat is er precies gebeurd?
Hoe heeft de bevoegde schepen gereageerd op dit voorval? Werd Engie Cofely gecontacteerd om deze wantoestand aan te kaarten?
Welke stappen zijn er ondernomen om zoiets in de toekomst te vermijden?
De voorzitter: Goed, we gaan verder met de volgende interpellatie, door Greet Daems, werken voor de stad in het kader van het ESCO-verhaal, naleving van de arbeidswetgeving. Greet.
Mevrouw Daems: Ja, dank u wel. In juli is het heel heet geweest, hittegolf. En wij hebben vernomen dat er arbeiders aan de slag waren in het kader, op het dak van het Sociaal Huis. Ze zijn daar zonnepanelen aan het plaatsen geweest. Bij temperaturen die klommen tot boven de 40 graden Celsius. Ze hebben ons verteld dat de arbeiders geen veiligheidsgordels droegen, één arbeider is onwel geworden. De arbeiders zouden in onder aanneming van ENGIE Cofely werken. De firma die het ESCO-contract van de stad heeft binnengehaald. En voor ons wijst alles erop dat die arbeidswetgeving dan niet gerespecteerd werd. En onze vraag is dan, wat is er precies gebeurd, is dat verhaal tot bij u gekomen? Hoe heeft u gereageerd op dit voorval? Werd ENGIE Cofely gecontacteerd om die wantoestanden aan te kaarten? En zijn er stappen ondernomen, of welke stappen zijn er ondernomen om zoiets in de toekomst te vermijden?
De voorzitter: Ben Van Looveren.
De heer Van Looveren: Dank u wel voorzitter. Het is inderdaad zo dat er in juli, de feiten zich voorgedaan hebben die u beschrijft. Dus we hebben inderdaad vastgesteld dat er bij sterke hitte gewerkt werd, door de onderaannemer van ENGIE. Ze hadden inderdaad niet veel drinken bij zich, weinig materiaal om zich te beschutten voor de zon en ze hadden, leek het ons, ook niet de meest geschikte kledij aan. Er is dan blijkbaar inderdaad iemand onwel geworden, die dan door mensen van het Sociaal Huis ter plaatse geholpen is met drinken en afkoeling. En die betrokken werknemer is in normale gezondheid naar huis kunnen gaan. Daarop heeft het Sociaal Huis inderdaad melding gedaan bij de dienst patrimonium, onze mensen die volgen die werven niet van begin tot eind op. En de dienst heeft ENGIE onmiddellijk als aannemer aangemaand om de werkomstandigheden te evalueren, en heeft ook een bericht naar de veiligheidscoördinator gestuurd. Dus we hebben als stad een raamcontract om bij dergelijke werken een veiligheidscoördinator te hebben, dus wij hebben die ook. Er is een controle geweest rond de mensen op die werf, en is samen met ENGIE doorsproken. De dag nadien is het wel zo dat wij inderdaad niet geheel vrede namen met de maatregelen die genomen werden. Ook in overleg met ENGIE, dus het is ook zo dat juridisch gezien, dat wijzelf als stad niet tegen mensen op het dak kunnen zeggen, komt daar af. Wij kunnen die geen instructies gegeven, dat is gewoon zo. Maar desondanks heeft het diensthoofd van de dienst patrimonium toch de werf stilgelegd om daar een einde aan te stellen. Ik denk dat dat burgerlijk ongehoorzaam is, dat dat in deze zin zeer goed gedaan is van onze medewerker. En daarop zijn die werken gestopt, omdat er inderdaad niet direct het aanvoelen was dat onze suggesties en onze opmerkingen goed werden aangepakt. ENGIE Cofely, daar hebben wij uiteraard stevig besproken, we gaan er ook vanuit dat dat minder zal voorvallen. Ze hebben ons ook aangegeven dat zij de instructies ook zeer duidelijk hebben gegeven naar een onderaannemer, en dat het natuurlijk zijn verantwoordelijkheid is om zijn mensen daar dan af te halen. Dus wij denken dat dat inderdaad veel beter kon. We hebben in die zin ook de afspraak gemaakt dat we verwachten dat ENGIE Cofely die werken sterker opvolgt, en ook dat onze eigen veiligheidscoördinator daar, dat we daar meer van verwachten. Want die is op dat moment van de werken ook niet ter plaatse geweest, omdat het was verlofperiode, en het is een bedrijf met een beperkt aantal werknemers, dus ze hadden ook niemand onmiddellijk beschikbaar. Wij zijn daar niet blij mee, maar zoals gezegd, we hebben ons ook gehouden aan de regelgeving, we kunnen die mannen niet zelf van het dak gaan pakken, ook al hadden we daar op dat moment zeker zin. En we hebben daar nu met ENGIE de nodige afspraken over gemaakt, en wij zullen zeker als dienst werken bij zulke hitte, als we weten dat er zulke werken lopende zijn, proactief de veiligheidscoördinator op voorhand verwittigen dat we verwachten dat die werken bij start goed opgevolgd worden en dat we dat proactiever doen bij onder aannemingen van taken. Dus dat is denk ik een antwoord op de vragen die u geformuleerd heeft.
De voorzitter: Is dat voldoende Greet?
Mevrouw Daems: Ja, ik ben al blij dat jullie inderdaad burgerlijk ongehoorzaam zijn geweest, dat er stappen zijn ondernomen. Want die zonnepanelen, die zijn ook geplaatst in het kader van duurzaamheid, dat is heel belangrijk. En duurzaamheid, dat is voor ons er ook voor zorgen dat arbeiders op een verantwoorde manier kunnen werken.
De heer Van Looveren: Ik ben het daar volmondig mee eens. Dus de wetgeving staat toe dat er bij zulke temperaturen, desnoods zelfs gewerkt kan worden. Alleen moet je als werkgever voldoende maatregelen nemen, voldoende drinken voorzien, extra rustpauzes, dat soort zaken. En wij vinden het ook belangrijk en wij verwachten dat ook van onze onderaannemers, en ook als zij met onderaannemers werken.
De voorzitter: Tom Corstjens nog iets zeggen?
De heer Corstjens: Dank u voorzitter. Ik zou toch wel heel even willen tussenkomen. Ik vind dat wij, of het begrip ‘burgerlijke ongehoorzaam’ hier totaal misplaatst is. Wij waren dat niet als stad. Wij waren hier geen aansteller, wij zijn hier geen werkgever. Dus je hebt hoofdaannemer en onderaannemer, en wanneer dat zij samenwerken is het aan de hoofdaannemer om de collectieve beschermingsmaatregelen te organiseren. De persoonlijke beschermingsmaatregelen, dat is een taak voor de onderaannemer. Wij als stad, opdrachtgever, bouwheer, zijn geen werkgever, we zijn geen aansteller. Het zou totaal fout geweest zijn van een instructie te geven hoe dat iemand op het dak moet werken. Want dan zou ik geen schadegevallen willen zien. Het is wel correct dat op de eerstvolgende werfvergadering, die dat we misschien wel gevraagd hebben, dat wij kunnen wijzen op bepaalde zaken. Maar wij kunnen niet sturen, wij kunnen niet aanstellen en mensen niet verplichten van anders te werken.