In heel wat steden en dorpen werd de voorbije decennia een stads- of dorpsdichter (m/v) aangesteld. Het betreft een opdracht die (meestal) voor een tweetal jaar wordt aangegaan, en die de dichter(es) in kwestie engageert tot het afleveren van een bepaald aantal gedichten of het opluisteren van een aantal evenementen. Ook andere toepassingen van lokaal gefocuste poëzie zijn denkbaar (vb. het aanbrengen van poëtische teksten op horecazaken). De ervaringen in die steden en dorpen zijn positief, al was het maar omdat een vleugje poëzie in het leven sowieso geen overbodige luxe is. Uiteraard is het stimulerend effect op de creativiteit van artistieke Gelenaars ook een duidelijk pluspunt.
De Brugpartij stelt voor om in de loop van 2020 ook in Geel een stadsdichter aan te stellen.
Is het schepencollege dit voorstel genegen?
De voorzitter: Dan zijn we bij de eerste interpellatie. Door Dirk Kennis, een stadsdichter voor Geel. Dirk.
De heer Kennis: Voorzitter, het zou verbazing hebben gewekt als ik er een voor Meerhout had gevraagd natuurlijk, maar we zouden kunnen zeggen…
De voorzitter: Het staat zo wel in de tekst, hè.
De heer Kennis: Ja, ja, maar u klonk verbaasd, een stadsdichter voor Geel, en eigenlijk verbaast het dat de vraag nog nooit eerder is gesteld. In welk café, Luc? Ah, ik excuseer mij, in alle nederigheid. En ik hoop meer vis te vangen dan u destijds. Maar goed, de reden is eigenlijk heel simpel. Er zijn volgens mij twee dingen waaraan de Gelenaar behoefte heeft, dat is geld en poëzie, liefde eventueel als derde, maar poëzie toch ook wel. Dat u aan zijn geldprobleem niks kan doen, waarde stadsbestuurder, dat neem ik nog aan. Iedereen heeft zijn beperkingen, maar eigenlijk vind ik dat gebrek aan poëzie, en geef toe, Geel is geen poëtische stad, het is een mooie stad en ze heeft alle kenmerken om poëtisch te kunnen zijn, maar ze is het nog niet. Misschien is een van de dingen die we kunnen doen, iets wat men in andere steden en gemeenten al met succes heeft gedaan en succes is niet alleen een hoger cultureel pijl, maar ook gewoon lol en fun en een goed gemikt woord op een goede gelegenheid, misschien moeten we daar ook eens aan denken om inderdaad zo’n stadsdichter aan te stellen. Ik weet, er zijn verschillende moraliteiten waaronder men dat kan doen. Men kan dat betalend doen, er zijn gemeenten waar die man of vrouw daarvoor wordt betaald, hij moet dan wel een aantal gedichten afleveren, hij moet daar iets voor doen, er wordt een contractje opgesteld, hij moet ook opdraven bij bepaalde gelegenheden en dan ja, is dat uw antwoord mevrouw, o ja okee, goed. Mevrouw Verboven, wat denkt u van het idee om in Geel een stadsdichter aan te duiden?
Mevrouw Verboven: Dank u wel Dirk. Dirk ik heb een zin, jij speelt graag met woorden en schrijven is voor u als ademen, het gaat bijna vanzelf. Dat is de bedoeling van in januari 2020 de maand van de poëzie en zeker 31 januari, de dag van de poëzie, om daarmee verder te gaan en inderdaad, wij waren al bezig om een stadsdichter te zoeken. Nu een probleem is geweest in de bib, we hebben een hele tijd zonder diensthoofd, vast diensthoofd gezeten. Intussen is die taak opgenomen door Lisa Van Den Abeele en zijn wij eigenlijk al aan het zoeken op welke manier we een stadsdichter zouden kunnen aanduiden. Nu intussen hebben wij ook niet stilgezeten, want in, en je laat me de kans om promotie daarover te maken, wij gaan in januari Siel Verhanneman laten komen, laten voorlezen uit haar dichtenbundel en terwijl Larissa Viaene erbij tekenen. We werken ook al samen met Plateau, de artistieke tak van het jeugdhuis De Vonk, om in de hele bib gedichten te hangen, raamtekeningen te maken en net zoals in de vorige jaren zo ook bijvoorbeeld in het woon- en zorgcentrum gedaan hebben in de Kollegestraat. We voorzien ook koelkastpoëzie en zelfs ‘we gaan bijna sluiten’-muziekje wordt nu in een jasje en in een dichtvorm gemaakt, dus we zijn er volop mee bezig. Nu een stadsdichter en ook een kinderstadsdichter staat en stond al op ons verlanglijstje. Nu zoals je het daarjuist al zei, wat is een stadsdichter? Dat is iemand die gedichten schrijft die kunnen worden voorgedragen bij officiële gebeurtenissen in de gemeente of in onze stad, zoals huldigingen, manifestaties en openingen. Een stadsdichter zou gedichten schrijven wanneer er actueel nieuws is in onze stad of op een ludieke, kritische of vervreemdende wijze iets wordt bedicht. Deze gedichten voor te dragen tijdens officiële gebeurtenissen en te publiceren in periodieke, die voor de inwoners van de gemeente toegankelijk zijn, dus rondom van die tijdschriftjes eventueel, korte gedichten. Op enigerlei wijze bij te dragen aan de aandacht voor poëzie, van de gemeentelijke bevolking en vooral ook gedichten te schrijven en voor te dragen bij uitvaarten van gemeentewege, dus dat wil zeggen iemand die helemaal alleen begraven wordt, van daar onze stadsdichter ook een gedicht te laten opzeggen. Nu hoe komen we hieraan en dat maakt het eigenlijk wel moeilijk, eigenlijk willen we wanneer we met een stadsdichter vertrekken, willen we ook zeker zijn dat dat project slaagt en wanneer je een stadsdichter aanduidt, we dachten zelfs eerst van in ons eigen netwerk te zoeken voor een aanduiding van een jaar, om dan een wedstrijd uit te schrijven en mensen, dus Gelenaars, de kans te geven om eigenlijk zich als stadsdichter te promoten. Nu, je moet daar goede afspraken mee maken, zoals u daarjuist al zei, het aantal gedichten per jaar, we zouden daar ook een klein budget voorzien en we zouden de stadsdichter curator laten zijn over het budget, hij mag zelf bepalen wat hij daarmee doet bijvoorbeeld. Er moet een engagement neergezet worden voor twee jaar, wat ook niet zo eenvoudig is. En dan zeker in functie van de kindergemeenteraad zouden wij ook heel graag een kinderstadsdichter verwezenlijken. Nu dat budget, wij dachten in 2020 nog te starten, we zijn in verschillende steden ook al gaan kijken, we hebben bepaalde reglementen en we proberen dat nog klaar te krijgen voor 2020 januari, maar anders starten we zeker in 2020 met de wedstrijd, dus we zijn nog een beetje aan het zoeken hoe dat we dat op een gemakkelijke manier kunnen doen. Maar kortom, om op uw vraag te antwoorden, ja, we zijn uw vraag zeker genegen en wij zijn er al mee bezig.
De heer Kennis: En hij komt er dus als laatste in 2020?
Mevrouw Verboven: Wat zegt u, ik heb uw vraag niet verstaan.
De heer Kennis: En op zijn minst de wedstrijd komt er ter laatste in 2020 dan?
Mevrouw Verboven: Ja, ofwel nemen we al een dichter voor een jaar die we uit een netwerk kiezen van bijvoorbeeld in de muziekacademie, van woord en… dat we daar iets van kiezen, dan zouden we al een stadsdichter voor één jaar hebben, maar de wedstrijd wordt zeker uitgeschreven in 2020.
De heer Kennis: Ik zou, in dat netwerk, ik zou dat niet doen. Als ik iets mag suggereren, zo’n inrijddichter, een rode loperdichter voor een jaar, ik denk dat je het meteen goed moet doen en dat je ook geen schrik moet hebben of dat wel lukt. Als die wedstrijd goed is en er duikt een goede dichter op, dan lukt dat. Misschien dat de volgende van twee jaar later een betere is, dat zou kunnen, maar dat speelt eigenlijk geen rol, daar gaat het eigenlijk ook niet om. Je zult wel de goede vinden denk ik, zonder iemand…
Mevrouw Verboven: Ik zou liever met een hele goede starten. En dat dan ook het project ook vertrokken is voor de volgende jaren.
De heer Kennis: Ja, ja, maar het feit dat die tot uw netwerk behoort, wil niet zeggen dat het automatisch een goede dichter is, dus u zult daar toch een beetje een wedstrijd van moeten kunnen maken of een beoordeling van moeten kunnen doen vind ik, dat bedoelde ik eigenlijk.
De voorzitter: Goed, voldoende?