Er worden heel wat omgevingsvergunningen (vroeger kapvergunningen genoemd) afgeleverd voor het kappen van bomen door de Stad Geel, zowel voor particulieren, bedrijven als projectontwikkelaars. Er worden hierbij terecht boscompensaties en/of heraanplantingen opgelegd, naargelang het geval. Bovendien wordt het kappen verboden tijdens het broedseizoen, dat (zie bijlage) schijnt te lopen van 1 april tot 30 juni. De termijn van het broedseizoen is echter wettelijk bepaald, en loopt van 15 maart tot 15 juli, wat dus een maand langer is. Geel hanteert dus een onwettelijk korte sperperiode voor het kappen van bomen.
- Zijn er werkelijk waarnemingen die laten uitschijnen dat vogels in Geel korter broeden dan elders? Zo ja: is dat voor alle soorten het geval? Zo neen: waarop is de Geelse definitie van het broedseizoen dan gebaseerd? Blijft het stadsbestuur deze onwettelijke termijn hanteren of zal het zich aan de wettelijke termijn conformeren en de sperperiode voor het kappen van bomen met een maand verlengen?
- Op welke basis worden kapvergunningen uitgereikt (los van het aspect veiligheid)?
- Heeft het stadsbestuur een overzicht van het aantal bomen dat er per jaar (aangevraagd) wordt gekapt, en indien ja: hoeveel waren er dat in 2018?
- Wordt de verplichting tot heraanplanten over een langere periode opgevolgd, zodat men zeker is dat de nieuwe bomen gezond blijven en doorgroeien? Zijn er cijfermatige gegevens over het opvolgen van de heraanplant-voorwaarde?