Terug
Gepubliceerd op 13/06/2019

2019_IP_00029 - Interpellatie van raadslid Dirk Kennis: Mobiliteitsvisie of beschadigingsoperatie?

Gemeenteraad
ma 03/06/2019 - 20:00 Ooievaarsnest
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Luc Van Laer, Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Griet Verhesen, Brigitte Kempen, Pieter Verhesen, Rosa Van Cleempoel, Ben Van Looveren, Luc Verguts, Elhasbia Zayou, Ivan Wartel, Pieter Cowé, Marlon Pareijn, Tinne Vangeel, Lea Neyens, Evelien Lievens, Greet Daems, Gareth Van der Velde, Petra Gyesbreghs, Timmy Vanuytsel, Ivo Bollen, Dirk Kennis, Tom Corstjens, Fonsy Bellinckx, Griet Ceusters, Francois Mylle

Afwezig

Noël Devos, Benny Eyckmans, Patrick Graux, Tinne Van Gelder, Lieselotte Thys

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Luc Van Laer
2019_IP_00029 - Interpellatie van raadslid Dirk Kennis: Mobiliteitsvisie of beschadigingsoperatie? 2019_IP_00029 - Interpellatie van raadslid Dirk Kennis: Mobiliteitsvisie of beschadigingsoperatie?

Motivering

Indiener(s)

Dirk Kennis

Gericht aan

Marlon Pareijn

Tijdstip van indienen

vr 24/05/2019 - 01:03

Toelichting

Er ontstond enige vaudeville over het basisdocument inzake het nieuwe mobiliteitsplan, dat door de N-VA al werd gebuisd nog voor het op examen kwam. Er werd inhoudelijk over het plan gecommuniceerd door de N-VA-afdeling, die op 6 mei een 'werkdocument' te zien bleek te krijgen, waarover men zich drie weken later geroepen voelde inhoudelijk te communiceren. De beweringen in die communicatie kunnen echter niet worden gestaafd omdat buiten de N-VA-, en naar mag aangenomen worden ook de CD&V-afdeling, het schepencollege, die diensten en het betrokken studiebureau niemand dat document heeft kunnen inzien.

Het komt ons voor dat, indien de afdelingen van de meerderheidspartijen over de schouders van het schepencollege mogen meekijken en zich daarbij zelfs de rol van schoonmoeder mogen permitteren, ook de andere politieke partijen in de gemeenteraad inzagerecht hebben van dit document. Ofwel blijft men met dit stuk 'beleid in opmaak' binnen het schepencollege en de diensten van het stadsbestuur, ofwel gaat men er mee leuren. Maar dan is iedereen gelijk voor de wet, en moet ieder die daarom vraagt dat document ook kunnen inzien.

De voorafgaande communicatie van Unizo, die door de N-VA als een argument werd aangevoerd, week sterk af van de communicatie van deze meerderheidspartij. De handelaarsvereniging drukte enkel de vrees uit om niet voldoende betrokken te worden bij de opmaak van het plan, waardoor er eventueel maatregelen genomen konden worden die niet bevorderlijk zijn voor de commercie. Meer heeft de Unizo-voorzitter niet gezegd, en wij kunnen zijn vrees begrijpen. De N-VA-afdeling deed er echter een schep bij en schoot al meteen een aantal inhoudelijke elementen af uit het werkdocument dat men voor de rest veilig in de mouw hield. 

De timing van dit offensief en de manier van formuleren verraadt een doelbewuste beschadigingspoging aan het adres van de nieuwe schepen van Mobiliteit. Het is kennelijk niet de bedoeling dat hij slaagt in iets waarmee de vorige twee schepen zelfs niet door hun derde zit zijn gekomen - de ene heeft zijn noeste studies zelfs moeten opgeven. Wat ons daarbij vooral bekommert, is het feit dat de N-VA door het spel op deze manier te spelen ook het participatieproces dat de nieuwe beleidsploeg zich heeft voorgenomen, fnuikt in de knop, en de kans om op mobiliteitsgebied eindelijk eens tot een gedragen beleid te komen, ernstig en bewust heeft gehypothekeerd. De schuld daarvoor ligt niet bij de bevoegde schepen, die altijd correct heeft gecommuniceerd over de procedure die tot een nieuw mobiliteitsplan moet leiden - ook tijdens de vorige zitting nog, overigens met goedkeuring van de N-VA-fractie.

De Brugpartij vraagt in eerste instantie dat het document in kwestie onmiddellijk aan de andere partijen ter beschikking wordt gesteld, en aan eenieder die de beweringen van de N-VA aangaande de inhoud ervan aan de feiten wil toetsen. Als één partij hierover - weliswaar prematuur - een inhoudelijk debat wil voeren, dan praten we graag mee.

Verder vernamen we graag het volgende:

- Tot wie mogen wij ons vanaf nu richten als het om mobiliteit in Geel gaat? Tot schepen Pareijn? Tot het in collegialiteit uitblinkende schepencollege? Of tot de schepen, het college en nog wat werkgroepen van de N-VA en de CD&V tegelijk?

- Worden de positief onthaalde mobiliteitsprincipes van het nieuwe stadsbestuur wel door heel het bestuur gedragen? Wordt bijvoorbeeld het beperken van de doorrijdbaarheid van het centrum nog door eenieder aanvaard, of is dat alweer een achterhaalde kijk op mobiliteit?

- Wat is de verdere planning in dit helaas al zwaar beschadigde dossier?