Samenstelling van het meerjarenplan:
Het meerjarenplan bestaat uit drie onderdelen:
1. de strategische nota;
2. de financiële nota, die bestaat uit:
a. het financiële doelstellingenplan (schema M1);
b. de staat van het financieel evenwicht (schema M2);
c. het overzicht van de kredieten (schema M3);
3. de toelichting.
De toelichting bevat minstens de volgende informatie:
1. voor elk jaar van het meerjarenplan het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de functionele indeling die is opgenomen in schema T1;
2. voor elk jaar van het meerjarenplan het overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de economische indeling die is opgenomen in schema T2;
3. de investeringsprojecten voor de investeringen die deel uitmaken van een prioritaire actie (schema T3);
4. het overzicht van de financiële schulden (schema T4);
5. het overzicht van de financiële risico’s;
6. een beschrijving van de grondslagen en assumpties die het bestuur gehanteerd heeft voor de opmaak van het meerjarenplan en de ramingen die het heeft opgenomen;
7. een verwijzing naar de plaats waar de bijkomende documentatie beschikbaar is.
Het bestuur moet in de toelichting ook vermelden waar de raadsleden de bijkomende documentatie bij het ontwerp van het meerjarenplan 2020-2025 kunnen raadplegen (in Geel zijn deze documenten digitaal ter beschikking in Vergaderbeheer). In die documentatie neemt het bestuur minstens de volgende achtergrondinformatie voor de raadsleden op:
1. de omgevingsanalyse;
2. het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in het meerjarenplan zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen en acties, telkens met de bijbehorende ramingen van de ontvangsten en uitgaven;
3. een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (per jaar);
4. het overzicht van de beleidsdomeinen en de beleidsvelden die er deel van uitmaken;
5. een overzicht van alle entiteiten waarvoor het bestuur de wettelijke, statutaire of feitelijke verplichting heeft om rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen in verliezen of tekorten
(bijvoorbeeld extern verzelfstandigde agentschappen, verenigingen of vennootschappen voor maatschappelijk welzijn, politie- of hulpverleningszones, besturen voor de eredienst);
6. een overzicht van de personeelsinzet waarvan het bestuur is uitgegaan voor de ramingen van de personeelsuitgaven die in het meerjarenplan zijn ingeschreven;
7. een overzicht van de jaarlijkse opbrengst per soort van belasting die het bestuur heft.
Procedure voor de vaststelling van het meerjarenplan:
Het ontwerp van het meerjarenplan wordt minstens veertien dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken, aan ieder lid van de raad bezorgd. Vanaf dat ogenblik moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen. In Geel is al de informatie in Vergaderbeheer digitaal ter beschikking. Bovendien wordt bij dit eerste meerjarenplan ook de basisrapportering op papier ter beschikking gesteld.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Als de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, niet goedkeurt, vervalt de vaststelling van het deel door de raad voor maatschappelijk welzijn en moet de procedure herhaald worden. In principe stemt elke raad telkens over het geheel van zijn deel van het meerjarenplan. Als een raadslid dat eist, kan er over een of meer onderdelen afzonderlijk gestemd worden. Als dat ertoe leidt dat het ontwerp van het meerjarenplan moet worden gewijzigd, kan de stemming over het geheel pas op de volgende raadsvergadering plaatsvinden. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het meerjarenplan door de andere raad als die vaststelling al eerder heeft plaatsgevonden.
Het meerjarenplan van de autonome gemeentebedrijven moet, nadat het is vastgesteld door de raad van bestuur, voor goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van het moederbestuur. Om de definitieve cijfers voor de autonome bedrijven correct te kunnen opnemen in het meerjarenplan van het moederbestuur, is het aangewezen dat de vaststelling en/of goedkeuring van het meerjarenplan van het autonome bedrijf plaatsvindt vóór de vaststelling van het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.
Financieel evenwicht:
Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Omdat de gemeente en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financiële evenwicht voor die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met (niet afdwingbare) indicatoren over het geconsolideerde evenwicht (de resultaten van de autonome gemeentebedrijven worden meegeteld) en de gecorrigeerde AFM, een indicator die abstractie maakt van de gekozen financieringswijze.
Het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De evaluatie van de BBC heeft geleid tot een bijsturing en vereenvoudiging van de regelgeving. De regels die van toepassing zijn voor de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de meerjarenplannen van de lokale besturen starten in het tweede jaar na de lokale verkiezingen en dat ze lopen tot het einde van het jaar na de daaropvolgende verkiezingen. Dat betekent dat de nieuwe bewindsploegen in 2019 hun strategische en financiële planning voor de bestuursperiode van 2019 tot 2024 opmaken en vastleggen in het meerjarenplan voor de periode van 2020 tot 2025.
In de BBC wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Bovendien is het budget vanaf het boekjaar 2020 geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt het geïntegreerd in het meerjarenplan.
Het decreet over het lokaal bestuur maakt een geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk, met respect voor de verschillende rechtspersonen die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan (met een gemeenschappelijke doelstellingenboom) opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De autonome gemeentebedrijven maken hun meerjarenplannen op volgens hetzelfde concept en dezelfde logica als hun moederbesturen. Dat komt de herkenbaarheid voor de raadsleden, de transparantie en de democratische controle ten goede en maakt het ook makkelijker om te werken met een geïntegreerde planning over de verschillende entiteiten heen. Die geïntegreerde planning heeft in Geel onder meer vorm gekregen door te werken met één gezamenlijke doelstellingenboom.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt (het deel van) het meerjarenplan van het OCMW Geel vast.
Het vast bureau legt het meerjarenplan 2020-2025 ter vaststelling aan de de raad voor maatschappelijk welzijn voor.