Terug
Gepubliceerd op 01/10/2019

2019_CBS_02508 - Beleid aangaande TBSOB en vaste benoemingen binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel - Principiële goedkeuring

College van Burgemeester en Schepenen
ma 30/09/2019 - 13:00 Bureel algemeen directeur
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Bart Julliams, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Afwezig

Marleen Verboven, Ben Van Looveren, Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2019_CBS_02508 - Beleid aangaande TBSOB en vaste benoemingen binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel - Principiële goedkeuring 2019_CBS_02508 - Beleid aangaande TBSOB en vaste benoemingen binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel - Principiële goedkeuring

Motivering

Argumentatie

A. NIVEAU WAAROP TBSOB UITGESPROKEN WORDT

Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking (TBSOB) treedt op wanneer er te weinig titularisuren zijn om alle vastbenoemde (kleuter)onderwijzers aan te stellen. In dat geval wordt de persoon met de kleinste dienstanciënniteit (gedeeltelijk) ‘TBSOB’. Voorafgaand aan de uitspraak van TBSOB dient het schoolbestuur enkele maatregelen te treffen.

In het officieel gesubsidieerd onderwijs heeft een schoolbestuur de keuze om deze maatregelen toe te passen enkel op de personeelsleden die behoren tot de instelling waar de vermindering in prestaties zich voordoet of op de personeelsleden van alle instellingen op het grondgebied van dezelfde gemeente. In het laatste geval behoort een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen. Dit betekent dat het schoolbestuur moet schuiven met affectaties totdat de TBSOB ten laste komt van het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit van alle vastbenoemde personeelsleden van de desbetreffende scholen. De keuze die hierin gemaakt geldt voor de volledige legislatuur.

Concreet voor de Geelse situatie betekent dit dat er een keuze gemaakt moet worden tussen twee opties:

Optie 1: We spreken TBSOB uit op het niveau van de school

In dit scenario wordt er bij een tekort aan titularisuren enkel gekeken naar de vastbenoemde personeelsleden die geaffecteerd zijn aan die school waar de uren verminderen. M.a.w. daalt het aantal uren van school X, dan draagt het personeelslid van school X met de kleinste dienstanciënniteit hiervan de gevolgen. Doordat de affectaties inmiddels rechtgezet zijn, kunnen we dit scenario voortaan probleemloos uitvoeren.

Optie 2: We spreken TBSOB uit op het niveau van de scholengemeenschap

In dit scenario wordt er bij een tekort aan titularisuren gekeken naar alle vastbenoemde personeelsleden uit de scholengemeenschap. Het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit uit alle collega’s uit de scholengemeenschap, wordt TBSOB. M.a.w. kan dit betekenen dat het aantal titularisuren in school X daalt, maar dat wel een vastbenoemde leerkracht uit school Y er de gevolgen van draagt.

Na uitvoerig overleg tussen de directies van de stedelijke basisscholen, de schepen van onderwijs en de projectleider stedelijk onderwijs, stellen wij voor om voor optie 1 te kiezen. Optie 1 is zeer transparant voor alle personeelsleden. Elk personeelslid heeft een plek in een team van één van de basisscholen. Wordt dit team tijdelijk te groot voor het aantal kinderen op die school, dan heeft dit gevolgen voor één van de eigen teamleden. Komt er terug ruimte in dit team (bv. na pensionering of stijging in inschrijvingen) neemt dit teamlid automatisch weer de open plek in.

B. TOEKOMSTIG BENOEMINGSBELEID

In het verleden werd op basis van de anciënniteit binnen de scholengemeenschap bepaald wie vastbenoemd werden in vacante uren aan één van de stedelijke basisscholen. Om twee voorname redenen is dit niet langer de gewenste werkwijze. Ten eerste is het nu, nog meer als vroeger, cruciaal om de geknipte persoon te benoemen voor die welbepaalde opdracht aan die specifieke school. Het groot aantal vastbenoemden binnen onze scholengemeenschap zorgt ervoor dat er weinig plaats is voor tijdelijke leerkrachten. Nieuw bloed zorgt nochtans vaak voor een frisse wind en nieuwe dynamiek binnen een schoolteam. Een reden te meer om ervoor te zorgen dat de enkele leerkrachten die de komende jaren benoemd zullen worden, een echte verrijking zijn voor het desbetreffende schoolteam. Ten tweede dient het benoemingsbeleid aan te sluiten bij het TBSOB-beleid. Als ervoor gekozen wordt om TBSOB op schoolniveau uit te spreken, is het logisch dat ook in het benoemingsbeleid meer rekening gehouden wordt met de school waaraan benoemd wordt.

Na uitvoerig overleg tussen de directies van de stedelijke basisscholen, de schepen van onderwijs en de projectleider stedelijk onderwijs, stellen we voor het toekomstige benoemingsbeleid vorm te geven volgens onderstaande principes.

1. Het personeelslid gaat effectief werken aan de school waaraan hij/zij (bij)benoemd wordt.

TADD-rechten gelden binnen de hele scholengemeenschap. Dit betekent dat een TADD’er in aanmerking komt voor benoeming in vacante uren in alle stedelijke basisscholen van Geel. Voorheen kandideerde haast elke TADD’er op alle vacante uren waarvoor hij/zij in aanmerking kwam. Na de benoemingsronde werd er door middel van administratieve constructies voor gezorgd dat elk personeelslid in de praktijk kon presteren aan de eigen vertrouwde school. Dit heeft echter geleid tot de zeer moeilijk personeelssituatie waarin we terecht gekomen waren.
Personeelsleden effectief laten presteren aan de school waaraan ze (bij)benoemd worden, moet ervoor zorgen dat er veel bewuster gekozen wordt op welke vacante uren men kandideert. Het stimuleert personeelsleden om zich enkel kandidaat te stellen voor een benoeming aan een school waar ze ook effectief willen staan.
Dit impliceert ook dat een personeelslid dat per 1 januari benoemd wordt op een andere school dan waar hij/zij sinds september presteert, in het midden van het schooljaar van school moet veranderen.

2. De kandidaat wordt geselecteerd op basis van een combinatie van objectieve criteria

Basisvoorwaarde om in aanmerking te komen voor een vaste benoeming is dat men aan de wettelijke criteria voldoet. Indien er meerdere kandidaten zijn voor een benoeming in dezelfde vacante uren, hanteerden we tot op heden ‘anciënniteit binnen de scholengemeenschap’ als selectiecriterium. Dit willen we wijzigen.
We stellen voor om in de toekomst onderstaande combinatie van objectieve criteria te gebruiken om te bepalen welke kandidaat benoemd wordt in vacante uren aan een bepaalde school. Elk criterium krijgt een score. De kandidaat met de hoogste score wordt benoemd in desbetreffende vacante uren.

Selectiecriteria bij meerdere kandidaten op dezelfde vacante uren

1. Anciënniteit binnen desbetreffende school
    Gewicht: 1 punt per effectief gewerkte dag aan de school

2. Anciënniteit binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel
    Gewicht: 0,5 punt per effectief gewerkte dag aan één van de andere stedelijke basisscholen

3. Voorkeurschool aangegeven door het personeelslid
    Gewicht: 10 punten
    Een personeelslid kan kandideren op vacante uren aan verschillende scholen, maar kan slechts 1 school als voorkeurschool aanduiden.

4. Bij gelijke puntentelling op basis van bovenstaande 3 criteria, selecteert het bestuurscomité (schepen van onderwijs, de directeurs van alle basisscholen en de projectleider stedelijk onderwijs) met onderlinge consensus de kandidaat.

Duiding:

  • ‘Effectief gewerkte dagen’ in rekenschap brengen, betekent onder meer dat eventuele dagen van afwezigheid niet meegeteld worden. Voor mensen met een achtergrond in het lerarenplatform, betekent dit ook dat hun vervangingen vanuit het lerarenplatform meegeteld worden als anciënniteit binnen de school waar de vervanging plaatsvond.

  • De effectief gewerkte dagen worden geteld over alle ambten heen. Heeft een personeelslid in verschillende ambten gepresteerd, dan tellen al die dagen mee.

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 1992 betreffende [de verdeling van betrekkingen], de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, met zijn laatste wijzigingen;
Omzendbrief PERS/2003/08 betreffende de reaffectatie- en wedertewerkstellingsregeling voor de inrichtende machten en de personeelsleden tewerkgesteld in het niet-tertiair onderwijs.

Aanleiding en context

Einde schooljaar 2018-2019 kwam aan het licht dat er binnen het Geelse stedelijk onderwijs een situatie was ontstaan waarbij verschillende personeelsleden formeel verbonden waren aan een andere school dan die waar ze feitelijk presteren. Op 12 augustus 2019 keurde het College van Burgemeester en Schepenen de voorgestelde aanpak goed om deze situatie recht te zetten (zie ook het gekoppelde besluit).  

De eerste stap is inmiddels uitgevoerd. Voor elke vastbenoemde (kleuter)onderwijzer, leermeester levensbeschouwelijke vakken, leermeester lichamelijke opvoeding en kinderverzorger van de stedelijke basisscholen werd er inmiddels een nieuw affectatiebesluit goedgekeurd. Op die manier hebben we opnieuw een juridisch correcte en heldere vertrekbasis om het verdere personeelsbeleid op te bouwen. 

In het licht hiervan dient het schoolbestuur over twee zaken kritisch na te denken en nieuw beleid uit te werken: ‘Niveau waarop TBSOB uitgesproken wordt’ en ‘Toekomstige benoemingen’. Beide thema’s moeten onderhandeld worden op het ABOC-overleg van 15 oktober 2019. Graag vragen wij hiervoor een princiepsakkoord van het college van burgemeester en schepenen. 

Onderstaande voorstellen zijn uitvoerig afgetoetst bij deskundigen van OVSG en AgODi.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft een principiële goedkeuring om TBSOB in de toekomst op schoolniveau uit te spreken.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen geeft een principiële goedkeuring om het benoemingsbeleid te wijzigingen volgens de toegelichte principes.