Onderstaand overzicht beschrijft het genomen stappenplan van het trage wegenproject in de stad Geel i.s.m. het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete.
Voor het opmaken van het inventarisatieproject hanteerde het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete grosso modo de methodiek van de vzw Trage Wegen (waarvan RLKGN lid is), die tijdens de voorbije projecten verder verfijnd en aangepast werd aan de lokale situatie. Aangezien het doorlopen van het trage wegen tracé in belangrijke mate steunt op lokale betrokkenheid, is er gekozen om op een kleinschalige manier te werk gegaan. Daarom werd de stad Geel opgedeeld in 8 deelgebieden. Deze werden in twee fasen doorlopen: ronde 1 (Zammel/Oosterlo/Stelen, Larum, Punt en Centrum) en ronde 2 (Kievermont, Ten Aard, Winkelomheide en Bel).
Bij de start van het trage wegenproject is een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers uit het stadsbestuur en ambtenaren van de betrokken diensten. Tijdens deze stuurgroepen werden de genomen stappen in het project toegelicht (02/09/2015; 14/04/2016; 08/09/2016 en 31/05/2018).
Er is gekozen om per deelgebied een infovergadering te houden. Dit omdat de lokale gebiedskennis nog steeds de grootste is. Deze infovergaderingen zijn gecommuniceerd via de beschikbare kanalen van stad Geel en Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete (nieuwsbrief, digitale infoborden, website, …) maar ook via mail en de verschillende betrokken diensten. Verder zijn er bij de start van het project ook de nodige toelichtingen gebeurd aan de verschillende adviesraden (mobiliteitsraad, landbouwraad, MINA-raad, …). Volgende infovergaderingen hebben plaatsgevonden: 01/10/2015 MINA-raad; 28/10/2015 landbouwraad; 29/10/2015 centrum; 03/11/2015 Zammel/Oosterlo/Stelen; 09/11/2015 Larum en Punt; 24/11/2015 mobiliteitsraad; 12/10/2016 Winkelomheide en Bel; 19/10:2016 Ten Aard en Kievermont. Het project is ook toegelicht tijdens de verschillende infomarkten die georganiseerd zijn in kader van het opmaken van het beleidsplan ruimte Geel.
Vanuit de infovergaderingen per deelgebied zijn er een aantal vrijwilligers naar voren gekomen, die zich actief ingezet hebben om de trage wegen van hun deelgebied te inventariseren. Er zijn in totaal 4 opleidingswandelingen georganiseerd waarbij er een korte theoretische toelichting, praktische tips en een bespreking op terrein werd gegeven: (12/12/2015 en 19/12/2015 ronde 1; 19/11/2016 en 23/11/2016 ronde 2). Tijdens en na de inventarisaties is er ook samengezeten met de verschillende vrijwilligers om het uitgevoerde werk te verzamelen en te bespreken waar nodig.
Een belangrijk uitgangspunt gedurende het hele project is dat er vertrokken werd vanuit de inventaris van alle trage wegen, niet enkel vanuit de gekende en evidente kansen. Op basis van de werkkaarten werden de bestaande wegen per deelgebied geverifieerd op terrein. Dit gebeurde aan de hand van inventarisatiefiches.
Na de inventarisaties werden evaluatievergaderingen georganiseerd. Voor ronde 1 zijn er 2 evaluatievergaderingen georganiseerd waarbij alle trage wegen werden besproken. Voor ronde 2 zijn de evaluaties gebeurd aan de hand van de workshop MAP-IT met pictogrammen waarbij de belangrijkste trage wegen besproken werden. De actuele werkkaart die hierbij gebruikt werd was het resultaat van de toetsing van de werkkaart aan de terreinsituatie. Deze kaart biedt een goed overzicht van de actuele toestand van het trage-wegennet. In de legende maken we het onderscheid tussen toegankelijke wegen, niet-toegankelijke wegen, toegankelijke en doodlopende wegen, niet-toegankelijke en doodlopende wegen en niet-teruggevonden wegen.
Volgende evaluatiemomenten hebben plaatsgevonden: 26/09/2016 en 10/01/2017 Zammel/Oosterlo/Stelen; 27/09/2016 en 11/01/2017 Larum-Punt; 05/10/2016 en 18/01/2017 Centrum; 04/10/2017 Kievermont; 10/10/2017 Bel; 11/10/2017 Winkelomheide; 08/11/2017 Ten Aard).
Na deze evaluatievergaderingen is alle informatie verwerkt en zijn de evaluatiekaarten opgemaakt. Deze evaluatiekaarten vormen een bruikbaar analysedocument en vormde een belangrijke stap om tot een herwaarderingsplan met de bijhorende kaarten te komen. Opnieuw werd een onderscheid gemaakt zoals in de actuele werkkaarten. Het is belangrijk om op te merken dat deze kaarten geen uitspraak doen over het wettelijk statuut van een trage weg. In het herwaarderingsplan is dit foutief vermeld. Ze vormen ook een levend document.
Een van de bijlagen bij dit dossier bevat ook een werkkaart met de statussen van de trage wegen die geïnvetariseerd werden: de (deels) toegankelijke, de ontoegankleijke en de verdwenen trage wegen.
Een volgende fase is een begeleidingsproject trage wegen ism het Regionaal Landschap gepland met ondersteuning van de Provincie. Het Regionaal landschap heeft hiervoor een subsidiedossier ingediend bij de Provincie Antwerpen. Vervolgens kan gestart worden met een concreet uitvoeringstraject.
Vanuit het inventarisatieproject kwamen een aantal quick-wins naar voor. Deze worden in een 2dedossier opgelijst en vormen de basis voor de verderzetting van het project.
Doordat stad Geel structureel deel uitmaakt van Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, kan de organisatie ook instaan voor ondersteuning bij andere zaken rond trage wegen. Het netwerk van trage wegen is ook een kapstok bij andere projecten van het Regionaal Landschap.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het traject dat gevolgd werd voor het inventarisatieproject trage wegen en het herwaarderingsplan.