Terug
Gepubliceerd op 19/11/2019

2019_CBS_02964 - Beleid aangaande TBSOB en vaste benoemingen binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel - Goedkeuren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 18/11/2019 - 13:00 Bureel algemeen directeur
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2019_CBS_02964 - Beleid aangaande TBSOB en vaste benoemingen binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel - Goedkeuren 2019_CBS_02964 - Beleid aangaande TBSOB en vaste benoemingen binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel - Goedkeuren

Motivering

Argumentatie

A. NIVEAU WAAROP TBSOB UITGESPROKEN WORDT

Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking (TBSOB) treedt op wanneer er te weinig titularisuren zijn om alle vastbenoemde (kleuter)onderwijzers aan te stellen. In dat geval wordt de persoon met de kleinste dienstanciënniteit (gedeeltelijk) ‘TBSOB’. Voorafgaand aan de uitspraak van TBSOB dient het schoolbestuur enkele maatregelen te treffen.

In het officieel gesubsidieerd onderwijs heeft een schoolbestuur de keuze om deze maatregelen toe te passen enkel op de personeelsleden die behoren tot de instelling waar de vermindering in prestaties zich voordoet of op de personeelsleden van alle instellingen op het grondgebied van dezelfde gemeente. In het laatste geval behoort een nieuwe affectatie ook tot de voorafgaande maatregelen. Dit betekent dat het schoolbestuur moet schuiven met affectaties totdat de TBSOB ten laste komt van het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit van alle vastbenoemde personeelsleden van de desbetreffende scholen. De keuze die hierin gemaakt wordt, geldt voor de volledige legislatuur.

Concreet voor de Geelse situatie betekent dit dat er een keuze gemaakt moet worden tussen twee opties:

Optie 1: We spreken TBSOB uit op het niveau van de school

In dit scenario wordt er bij een tekort aan titularisuren enkel gekeken naar de vastbenoemde personeelsleden die geaffecteerd zijn aan die school waar de uren verminderen. M.a.w. daalt het aantal uren van school X, dan draagt het personeelslid van school X met de kleinste dienstanciënniteit hiervan de gevolgen.

Optie 2: We spreken TBSOB uit op het niveau van de scholengemeenschap

In dit scenario wordt er bij een tekort aan titularisuren gekeken naar alle vastbenoemde personeelsleden uit de scholengemeenschap. Het personeelslid met de kleinste dienstanciënniteit uit alle collega’s uit de scholengemeenschap, wordt TBSOB. M.a.w. kan dit betekenen dat het aantal titularisuren in school X daalt, maar dat wel een vastbenoemde leerkracht uit school Y er de gevolgen van draagt.

Na uitvoerig overleg stellen wij voor om voor optie 1 te kiezen. Optie 1 is zeer transparant voor alle personeelsleden. Elk personeelslid heeft een plek in een team van één van de basisscholen. Wordt dit team tijdelijk te groot voor het aantal kinderen op die school, dan heeft dit gevolgen voor één van de eigen teamleden. Komt er terug ruimte in dit team (bv. na pensionering of stijging in inschrijvingen) neemt dit teamlid automatisch weer de open plek in. Bovendien volgen we met optie 1 de filosofie achter de TBSOB-regelgeving. In de andere onderwijsnetten is optie 1 namelijk het enige mogelijke scenario.

B. TOEKOMSTIG BENOEMINGSBELEID

In het verleden werd op basis van de anciënniteit binnen de scholengemeenschap bepaald wie vastbenoemd werd in vacante uren aan één van de stedelijke basisscholen. Om twee voorname redenen is dit niet langer de gewenste werkwijze. Ten eerste is het nu, nog meer als vroeger, cruciaal om de geknipte persoon te benoemen voor die welbepaalde opdracht aan die specifieke school. Het groot aantal vastbenoemden binnen onze scholengemeenschap zorgt ervoor dat er weinig plaats is voor tijdelijke leerkrachten. Nieuw bloed zorgt nochtans vaak voor een frisse wind en nieuwe dynamiek binnen een schoolteam. Een reden te meer om ervoor te zorgen dat de enkele leerkrachten die de komende jaren benoemd zullen worden, een echte verrijking zijn voor het desbetreffende schoolteam. Ten tweede dient het benoemingsbeleid aan te sluiten bij het TBSOB-beleid. Als ervoor gekozen wordt om TBSOB op schoolniveau uit te spreken, is het logisch dat ook in het benoemingsbeleid meer rekening gehouden wordt met de school waaraan benoemd wordt.

Na uitvoerig overleg tussen de directies van de stedelijke basisscholen, de schepen van onderwijs en de projectleider stedelijk onderwijs, stellen we voor het toekomstige benoemingsbeleid vorm te geven volgens onderstaande principes.

1. Het personeelslid gaat effectief werken aan de school waaraan hij/zij (bij)benoemd wordt.

TADD-rechten gelden binnen de hele scholengemeenschap. Dit betekent dat een personeelslid met een TADD-aanstelling in aanmerking komt voor benoeming in vacante uren aan alle stedelijke basisscholen van Geel. Voorheen kandideerde haast elke TADD’er op alle vacante uren waarvoor hij/zij in aanmerking kwam. Na de benoemingsronde werd er door middel van administratieve constructies voor gezorgd dat elk personeelslid in de praktijk kon presteren aan de eigen vertrouwde school. Dit heeft echter geleid tot een zeer onduidelijke personeelsituatie. Bovendien is deze aanpak in de huidige situatie van een heel beperkt aantal vacante uren en zelfs TBSOB, niet langer mogelijk. 

Personeelsleden effectief laten presteren aan de school waaraan ze (bij)benoemd worden, moet ervoor zorgen dat er veel bewuster gekozen wordt op welke vacante uren men kandideert. Het stimuleert personeelsleden om zich enkel kandidaat te stellen voor een benoeming aan een school waar ze ook effectief willen staan.

Dit impliceert ook dat een personeelslid dat per 1 januari benoemd wordt op een andere school dan waar hij/zij sinds september presteert, in het midden van het schooljaar van school moet veranderen.

2. De kandidaat wordt geselecteerd op basis van een combinatie van objectieve criteria

Basisvoorwaarde om in aanmerking te komen voor een vaste benoeming is dat men aan de wettelijke criteria voldoet. Indien er kandidaten zijn die zich op voorrang kunnen beroepen, wordt hiermee rekening gehouden conform de wettelijke bepalingen.

Indien er vervolgens nog meerdere geldige kandidaten overblijven voor een benoeming in dezelfde vacante uren, hanteerden we tot op heden ‘anciënniteit binnen de scholengemeenschap’ als selectiecriterium. Dit wordt gewijzigd. In de toekomst gebruiken we onderstaande combinatie van objectieve criteria om te bepalen welke kandidaat benoemd wordt in vacante uren aan een bepaalde school. Elk criterium krijgt een score. De kandidaat met de hoogste score wordt benoemd in desbetreffende vacante uren.

Selectiecriteria bij meerdere geldige kandidaten op dezelfde vacante uren

1. Anciënniteit binnen desbetreffende school
Gewicht: 1 punt per effectief gewerkte dag aan de school
Teldatum = 30 juni van het schooljaar voorafgaand aan de kandidaatstelling

2. Anciënniteit binnen de scholengemeenschap Stedelijk onderwijs Geel
Gewicht: 0,5 punt per effectief gewerkte dag aan één van de andere stedelijke basisscholen
Teldatum = 30 juni van het schooljaar voorafgaand aan de kandidaatstelling

3. Voorkeurschool aangegeven door het personeelslid
Gewicht: 10 punten
Een personeelslid kan kandideren op vacante uren aan verschillende scholen, maar kan slechts 1 school als voorkeurschool aanduiden.

4. Bij gelijke puntentelling op basis van bovenstaande 3 criteria, selecteert het bestuurscomité (schepen van onderwijs, de directeurs van alle basisscholen en de projectleider stedelijk onderwijs) met onderlinge consensus de kandidaat.

Duiding:

  • Bovenstaande criteria worden enkel gebruikt om te selecteren tussen de kandidaten die voldoen aan de wettelijke vereisten. M.a.w. dienen de kandidaten een TADD-aanstelling te hebben in het ambt van de vacante uren waarop ze kandideren.
  • Bij deze selectiecriteria brengen we ‘effectief gewerkte dagen’ in rekenschap. Voor mensen met een achtergrond in het lerarenplatform, betekent dit dat hun vervangingen vanuit het lerarenplatform meegeteld worden als anciënniteit binnen de school waar de vervanging plaatsvond. Dit betekent tevens dat eventuele dagen van afwezigheid niet meegeteld worden. Hierop zijn enkele uitzonderingen:
    • Periodes van zwangerschapsverlof, verwijdering omwille van een bedreiging van beroepsziekte of moederschapsbescherming worden wel meegeteld voor een maximum van 140 dagen.
    • Omstandigheidsverlof en verlof wegens overmacht worden niet doorgegeven aan het werkstation. Deze afwezigheidsdagen zullen niet in mindering gebracht worden bij het berekenen van de punten. 
  • Deze effectief gewerkte dagen tellen wij over alle ambten heen. Heeft een personeelslid in verschillende ambten gepresteerd, dan tellen al die dagen mee.
  • Deeltijdse opdrachten worden op dezelfde manier in aanmerking genomen als voltijdse, op voorwaarde dat de prestaties ten minste de helft bedragen van het aantal uren vereist voor een voltijdse betrekking. Het aantal dagen gepresteerd in een betrekking die minder dan de helft bedraagt van het aantal uren vereist voor een voltijdse betrekking, wordt gedeeld door twee.

Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 1992 betreffende [de verdeling van betrekkingen], de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, met zijn laatste wijzigingen;
Omzendbrief PERS/2003/08 betreffende de reaffectatie- en wedertewerkstellingsregeling voor de inrichtende machten en de personeelsleden tewerkgesteld in het niet-tertiair onderwijs.

Aanleiding en context

Dit schooljaar kampen we met 'Terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking' (TBSOB) onder de kleuteronderwijzers van de Geelse stedelijke basisscholen. Kortweg betekent dit dat er te weinig titularisuren zijn om alle vastbenoemde kleuteronderwijzers een plaats te geven. Dit heeft 2 voorname oorzaken. Ten eerste neemt het aantal te verdelen lestijden jaarlijks af ten gevolge van een daling in nieuwe inschrijvingen. Anderzijds neemt, omwille van diverse wijzigingen in de (onderwijs)wetgeving, het aantal vastbenoemde (kleuter)onderwijzers binnen de scholengemeenschap de laatste jaren sterk toe. De kans is reëel dat we binnen enkele jaren ook in het lager onderwijs een situatie van TBSOB zullen krijgen.

Bij een situatie van TBSOB dient een schoolbestuur specifieke regelgeving te volgen. Hierin wordt ten eerste voorgeschreven wie ter beschikking gesteld moet worden. Daarnaast is de regelgeving erop gericht om ervoor te zorgen dat de TBSOB'er een nieuwe opdracht krijgt binnen de scholengemeenschap in de vervanging van een (gedeeltelijk) afwezige titularis. Indien er geen vervangingsopdrachten voor handen zijn, dient de TBSOB'er andere pedagogische taken uit te voeren binnen de scholengemeenschap.

Dit schooljaar is het geen probleem om de ter beschikking gestelde kleuteronderwijzers in te zetten in de vervanging van vastbenoemde collega's. Omwille van de hoeveelheid (deeltijdse) verlofstelsels die genomen worden onder het onderwijspersoneel, verwachten we dat dit de komende jaren niet anders zal zijn.

Om in de toekomst een transparant beleid te kunnen voeren binnen de context van TBSOB, dient het schoolbestuur echter over twee zaken kritisch na te denken: ‘Het niveau waarop TBSOB uitgesproken wordt’ en ‘Toekomstige benoemingen’. Over beide thema's werden doordachte afspraken uitgewerkt in nauw overleg met alle betrokken directeurs en deskundigen van koepelorganisatie OVSG en het agentschap voor onderwijsdiensten (AgODi). Onderstaande voorstellen werden bovendien positief geadviseerd op het ABOC van 15 oktober 2019. De bijhorende protocolakkoorden zijn als bijlage toegevoegd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het voorstel goed om TBSOB in de toekomst op schoolniveau uit te spreken.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt het nieuwe benoemingsbeleid van de scholengemeenschap stedelijk onderwijs Geel goed.