De financiële toestand van de gemeente.
Het komt vaak voor dat door het plaatsen van constructies en materialen zoals werfafsluitingen, werfketens, materiaalcontainers, stellingen, losplaatsen voor bouwmaterialen, kranen , machines en alle andere zaken ten behoeve van bouw- of verbouwingswerken de openbare weg wordt ingenomen.
Bij het plaatsen van van constructies en materialen zoals werfafsluitingen, werfketens, materiaalcontainers, stellingen, losplaatsen voor bouwmaterialen, kranen , machines en alle andere zaken ten behoeve van bouw- of verbouwingswerken op het openbaar domein dient de stad een verhoogd toezicht uit te oefenen.
De stad moet er op toezien dat alles volgens de wettelijke normen gebeurt.
Door middel van een specifieke belasting leveren de gebruikers een financiële bijdrage.
Deze belasting helpt de financiële behoefte van de stad te verlichten.
Art.170 §4 van de grondwet.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 vestigt de stad een belasting op de inname van het openbaar domein door het plaatsen van volgende voorwerpen: werfafsluitingen, werfketen, materiaalcontainers, stellingen, losplaatsen voor bouwmaterialen, kranen, machines en alle andere zaken en goederen ten behoeve van het bouwen of verbouwen.
De aangestelde van het stadsbestuur bepaalt de belastbare oppervlakte.
De aanvrager voor het bekomen van een vergunning voor inname openbaar domein brengt het stadsbestuur op de hoogte, ten laatste twee weken voor de inname van de oppervlakte van het openbaar domein. De aanvrager is verplicht het stadsbestuur onmiddellijk in te lichten van iedere wijziging van de ingediende melding.
a) De belasting bedraagt 0,30 EUR per kalenderdag en per vierkante meter, zolang de inname van oppervlakte van het openbaar domein blijft bestaan.
b) Indien de inname gebeurt op één of meerdere parkeerplaatsen, waarvoor het betalen van parkeergeld -onder gelijk welke vorm- verplicht is, bedraagt de belasting 5 EUR per kalenderdag en per parkeerplaats ofwel 100 EUR per maand en per parkeerplaats.
De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de vergunning tot inname van het openbaar domein.
Er wordt vrijstelling van belasting verleend voor de ingenomen oppervlakten in volgende gevallen:
- bij het bouwen of bij werken door of voor rekening van de staat, het gewest, provincie, stad, openbare instellingen en erkende instellingen van openbaar nut.
- bij het bouwen van gemeenschapsvoorzieningen waarvoor een stedelijke toelage verleend wordt.
- mobiele bouwplaatsen voor de aanleg van openbare nutsleidingen.
De belasting wordt contant ingevorderd. Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting van ambtswege ingekohierd.
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen, gebeurt zoals bepaald in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Latere aanvullingen en wijzigingen zijn eveneens van toepassing.