Art. 41, 162 en 170 van de grondwet;
De bepalingen van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen;
De bepalingen van het wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat betreft de onroerende voorheffing;
De financiële toestand van de stad.
Het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en de gewijzigde financiering van de provincies.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden 787,15 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing .
De hoger vermelde opcentiemen op de onroerende voorheffing zullen geïnd worden door het Vlaams Gewest, overeenkomstig de regels bepaald voor de heffing van de gewestbelasting waar zij bijkomen.