De financiële toestand van de gemeente;
Verkoopstanden ontsieren de omgeving en verkeerstechnisch kunnen deze bovendien een gevaar betekenen voor de weggebruikers;
Er wordt al het mogelijke gedaan om bestaande handelsuitbatingen te handhaven en nieuwe handelszaken aan te trekken om zich hier te komen vestigen;
Het betreft hier handelsactiviteiten die geen deel uitmaken van een woning met kadastraal inkomen of van een bestendige handelszaak met eigen infrastructuur en die ook niet betrokken zijn in officieel georganiseerde markten met verhuurde standplaatsen, kermissen enz.. waarvoor een gemeentelijke belasting bestaat;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;
Het decreet van 22 december 2017 over het lokale bestuur, en latere wijzigingen;
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een belasting gevestigd ten laste van iedereen die voor de uitoefening van zijn handel of beroep gebruik maakt van een standplaats op private grond langsheen de openbare weg, en dit afgezien van de aangeboden waren of producten, een belasting geheven van 0,40 EUR per dag en per lopende meter, met een minimum van 2 EUR per dag. Dit reglement is niet van toepassing op de foorinrichtingen op privaat domein die reeds aan een afzonderlijk belastingreglement onderworpen zijn.
De uitbater zal voor het in gebruik nemen van zijn standplaats aan het stadsbestuur een verklaring laten geworden waarin hij het in gebruik nemen van zijn standplaats laat kennen, met juiste datum van ingebruikname, het aantal benutte strekkende meters alsmede de periode in het jaar dat hij zijn standplaats wenst uit te baten.
Het opmeten van het aantal strekkende meters gebeurt door het stadsbestuur.
Een bedrag gelijk aan de maandelijkse belasting zal voor het in gebruik nemen der standplaats in bewaring gegeven worden bij de financieel directeur. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt en t.o.v. de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd, indien geen tegenbericht vanwege de belastingplichtige toekomt bij het stadsbestuur, uiterlijk op de dag voor deze waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken. Bij gebrek aan contantbetaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur nadien beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk de terugbetaling van het verschil.
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen, gebeurt zoals bepaald in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Latere aanvullingen en wijzigingen zijn eveneens van toepassing.