Terug
Gepubliceerd op 23/12/2019

2019_GR_00255 - Belasting op tweede verblijven

Gemeenteraad
ma 16/12/2019 - 20:00 Ooievaarsnest
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Luc Van Laer, Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Griet Verhesen, Brigitte Kempen, Pieter Verhesen, Noël Devos, Rosa Van Cleempoel, Ben Van Looveren, Luc Verguts, Elhasbia Zayou, Ivan Wartel, Pieter Cowé, Marlon Pareijn, Benny Eyckmans, Tinne Vangeel, Greet Bakelants, Lea Neyens, Tinne Van Gelder, Evelien Lievens, Greet Daems, Gareth Van der Velde, Petra Gyesbreghs, Timmy Vanuytsel, Lieselotte Thys, Dirk Kennis, Tom Corstjens, Fonsy Bellinckx, Griet Ceusters, Francois Mylle

Afwezig

Patrick Graux

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Luc Van Laer

Stemming op het agendapunt

2019_GR_00255 - Belasting op tweede verblijven
Goedgekeurd

Aanwezig

Luc Van Laer, Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Griet Verhesen, Brigitte Kempen, Pieter Verhesen, Noël Devos, Rosa Van Cleempoel, Ben Van Looveren, Luc Verguts, Elhasbia Zayou, Ivan Wartel, Pieter Cowé, Marlon Pareijn, Benny Eyckmans, Tinne Vangeel, Greet Bakelants, Lea Neyens, Tinne Van Gelder, Evelien Lievens, Greet Daems, Gareth Van der Velde, Petra Gyesbreghs, Timmy Vanuytsel, Lieselotte Thys, Dirk Kennis, Tom Corstjens, Fonsy Bellinckx, Griet Ceusters, Francois Mylle
Stemmen voor 27
Evelien Lievens, Nadine Laeremans, Benny Eyckmans, Griet Smaers, Fonsy Bellinckx, Vera Celis, Noël Devos, Ben Van Looveren, Brigitte Kempen, Greet Bakelants, Marlon Pareijn, Tinne Vangeel, Elhasbia Zayou, Bart Julliams, Gareth Van der Velde, Marleen Verboven, Griet Ceusters, Griet Verhesen, Lea Neyens, Tom Corstjens, Dirk Kennis, Lieselotte Thys, Luc Verguts, Pieter Cowé, Pieter Verhesen, Tinne Van Gelder, Luc Van Laer
Stemmen tegen 4
Ivan Wartel, Petra Gyesbreghs, Rosa Van Cleempoel, Timmy Vanuytsel
Onthoudingen 1
Greet Daems
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2019_GR_00255 - Belasting op tweede verblijven 2019_GR_00255 - Belasting op tweede verblijven

Motivering

Aanleiding en context

De financiële toestand van de stad;

De stad doet grote inspanningen voor een degelijke aanleg, beheer en onderhoud van haar openbaar domein en infrastructuur;

Argumentatie

Personen met een tweede verblijf maken ook gebruik van de stedelijke infrastructuur en er wordt bijgevolg verwacht dat zij daar ook een financiële bijdrage in leveren;

Met de heffing van deze belasting dragen personen met een tweede verblijf bij om een deel van de kosten voor beheer en onderhoud van het openbaar domein te financieren;

Juridische grond

Art.170 §4 van de grondwet; Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen;

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 vestigt de stad een belasting op tweede verblijven, ongeacht of ze al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven zijn.

Artikel 2

Worden als tweede verblijf beschouwd: elke andere private woongelegenheid, dan die welke voor het hoofdverblijf bestemd is en waarover de gebruikers op elk ogenblik hetzij als eigenaar, hetzij als huurder kunnen beschikken. Het kan hier gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes, lusthuisjes en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van caravans die met chalets gelijk gesteld worden enz., al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven.
Worden niet als tweede verblijf beschouwd : lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteit, en die betrokken worden door een niet in de gemeente gedomicilieerde persoon; tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens. 

Artikel 3

De belasting bedraagt jaarlijks 248 EUR per tweede verblijf en is verschuldigd door de eigenaar van de constructie op 1 januari van het belastingjaar, ongeacht de duur van de eventuele verhuring, ongeacht het feit of hij al dan niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven als hebbende zijn hoofdverblijf in de gemeente. 
In geval van mede-eigendom is de betaling van de belasting solidair door de mede-eigenaars verschuldigd, ongeacht het beschikkingsrecht dat bij onderling akkoord over het beschouwde tweede verblijf werd bedongen. In geval van eigendomsoverdracht of bestemmingsverandering door aanwending van de constructie als hoofdverblijf in de loop van het belastingjaar, wordt de vermelde belasting gehalveerd. Hiervoor wordt de toestand op 1 januari of 1 juli van het belastingjaar in aanmerking genomen.

Artikel 4

De belastbare elementen worden geteld door het stadsbestuur. De belastingplichtige ontvangt van het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk 1 maand na verzending moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen is verplicht spontaan aan het stadsbestuur de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting, uiterlijk op 30 september van elk aanslagjaar.

Artikel 5

Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer het college van burgemeester en schepenen tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag overgaat, betekent zij per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

Artikel 6

Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging als volgt worden toegepast en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld, afgezien van het feit of het om één of meerdere overtredingen per aanslagjaar gaat:
- 10 % bij een eerste overtreding;
- 40 %, 70 % en 100 % bij respectievelijk een tweede, derde en vierde overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Vanaf de vijfde opeenvolgende overtreding zal de belastingverhoging 200 % van de ambtelijk in te kohieren belasting bedragen.

Artikel 7

De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen, gebeurt zoals bepaald in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Latere aanvullingen en wijzigingen zijn eveneens van toepassing.