De financiële toestand van de stad.
Het voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Het vernieuwde reglement op begraafplaatsen.
Het advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Een opgraving uit volle grond van een kist of urne vereist meer werk en veroorzaakt meer kosten dan een verwijdering van een urne uit het urnengraf of columbarium.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen.
Art.170 §4 van de grondwet.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt er een belasting geheven op opgravingen, verplaatsingen van graven en urnen en op begraving, asverstrooiing en bijzetting in columbarium voor personen vreemd aan de gemeente.
De belasting bedraagt:
670 EUR per opgraving van een kist of urne uit volle grond.
150 EUR per herbegraving na opgraving van een kist of urne uit volle grond.
Voor het verwijderen van een urne uit het urnengraf of columbarium bedraagt de belasting 125 EUR.
De belasting is niet verschuldigd voor:
a) de opgravingen/verplaatsingen die op bevel van de rechterlijke overheid worden verricht.
b) de opgravingen/verplaatsingen in geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid of in geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats).
c) de opgravingen/verplaatsingen van voor het vaderland gestorven militairen en burgers.
Voor dezelfde termijn wordt er een belasting geheven op de begraving, de bijzetting in een columbarium of de asverstrooiing van personen vreemd aan de gemeente: 150 EUR per begraving, asverstrooiing of bijzetten van de as in het columbarium, ongeacht of ze al dan niet een grafconcessie verkrijgen of reeds verkregen hebben.
Met personen vreemd aan de gemeente wordt bedoeld, die zich niet bevinden in één van de volgende gevallen:
a) de personen die zijn ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de stad.
b) de personen die werkelijk in de gemeente verblijven, maar die omwille van hun persoonlijk statuut vrijgesteld zijn van inschrijving in de bevolkingsregisters en als dusdanig gelijkgesteld worden met de personen die werkelijk zijn ingeschreven.
c) de personen die omwille van opvang en verzorging buiten de stad verblijven, maar de laatste 20 jaar voor hun uitschrijving uit de bevolkingsregisters ononderbroken in Geel hebben gewoond.
Vooraleer de opgraving, begraving of asverstrooing plaats heeft, moet het bedrag in bewaring gegeven worden bij de financieel beheerder. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt en t.o.v. de belastingsplichtige met kwitantie worden bevestigd indien geen tegenbericht vanwege de belastingplichtige bij het stadsbestuur toekomt uiterlijk de dag voor het belastbaar feit zich zal voltrekken. Bij gebrek aan de contantbetaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld berekend op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur nadien beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil.
De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen, gebeurt zoals bepaald in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Later aanvullingen en wijzigingen zijn eveneens van toepassing.