Aanleiding
De realisatie van een goede ruimtelijke ordening binnen onze gemeente, het vermijden van onaanvaardbare risico’s of hinder voor mens en milieu op ons grondgebied en meer in het algemeen het verbeteren van de leefkwaliteit in onze gemeente vormt een belangrijke pijler van het lokaal beleid.
Met dit doel voor ogen en rekening houdende met de geldende regelgeving worden o.a. beleidsplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen vastgesteld door de gemeenteraad en omgevingsvergunningen verleend door het college van burgemeester en schepenen. Maar het sluitstuk van het omgevingsbeleid is een goede handhaving. Om deze reden wenst onze gemeente in te zetten op omgevingshandhaving. Het streven naar een effectieve en efficiënte handhaving, gericht op het voorkomen van misdrijven en inbreuken enerzijds en zo spoedig mogelijk herstel anderzijds, staat hierbij voorop.
Met het invoeren van de omgevingsvergunning en het daaraan gekoppelde handhavingsdecreet werd het handhavingsinstrumentarium in de ruimtelijke ordening verruimd naar analogie met de handhaving inzake milieu. Beide handhavingstrajecten en -instrumenten zijn compatibel, doch behouden elk hun eigenheid.
Naast het gerechtelijk traject bestaat nu zowel voor milieu als voor ruimtelijke ordening de mogelijkheid om een bestuurlijk traject te bewandelen. Bovendien kunnen nu op lokaal niveau een aantal functies ingevuld worden. Zo kan een verbalisant ruimtelijke ordening en een gemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur aangesteld worden én heeft de burgemeester identieke bevoegdheden als de stedenbouwkundige inspecteur. Op het vlak van milieu heeft de gemeente sinds 1 mei 2009 de verplichting om te voorzien in een lokale milieutoezichthouder.
Handhaving is niet de taak van één overheidsdienst, maar van een netwerk van partners die zich op verschillende beleidsniveaus situeren. Waar de lokale overheden vroeger steevast naar de gewestelijke handhavingsactoren keken, blijkt dit niet langer altijd mogelijk. Samenwerking tussen de verschillende handhavingsactoren, rekening houdend met het subsidiariteitsprincipe, vormt heden het uitgangspunt.
Voorstel prioriteiten RO
Aangezien het inzetten van mensen en middelen beperkt is, moeten prioriteiten bepaald worden met het oog op een doelmatig beleid.
Waar handhaving – ook in onze gemeente – in het verleden meestal reactief plaatsvond naar aanleiding van klachten, leidt een meer proactieve aanpak tot het realiseren van een goede ruimtelijke ordening. Hiertoe kunnen doelstellingen en actiepunten opgemaakt worden, rekening houdende met de beschikbare mensen en middelen.
Het vastleggen van prioriteiten is het belangrijkste en eerste te hanteren toetsingscriterium bij het inzetten en voortzetten van een handhavingstraject.
Prioriteiten worden zowel op gewestelijk als op gemeentelijk niveau vastgelegd, waarbij rekening gehouden wordt met het subsidiariteitsbeginsel. Bij het opmaken van de gemeentelijke prioriteiten wordt rekening gehouden met de vastgelegde gewestelijke prioriteiten.(zie bijlagen 1 en 2).
Volgende schendingen worden binnen Geel als prioritair gecatalogeerd:
[1] Voorwaarden worden opgelegd om het aangevraagde verenigbaar te maken met de goede ruimtelijke ordening of in overeenstemming te brengen met de regelgeving. Zonder die voorwaarden komt het aangevraagde niet in aanmerking voor een vergunning.
Binnen deze prioriteiten krijgen recente schendingen voorrang.
Voor schendingen die binnen deze prioriteitenlijst vallen, zal een handhavingstraject worden opgestart, zoals onder volgend hoofdstuk uitgeschreven.
Voor schendingen die niet binnen deze prioriteitenlijst vallen en die het voorwerp uitmaken van een klacht of melding, zal in principe geen handhavingstraject worden opgestart, maar kan desgevallend wel een PV of verslag van vaststelling worden opgemaakt. Het opmaken van het PV of verslag van vaststelling gebeurt in functie van opname ervan in het vergunningenregister, dit o.a. met het oog op het informeren van potentiële kopers van het goed.
Prioriteiten Milieu
Voor het handhavingsprogramma onderdeel milieu verwijst de stad Geel naar de handhavingsnota opgesteld door IOK (vroeger IVMK - Interlokale Vereniging Milieuhandhaving Kempen). In deze nota werd opgenomen dat IOK de aanbevelingen volgt die zijn opgenomen in het gewestelijke handhavingsprogramma. Verder worden de werkelijke prioriteiten hierin omschreven. De verantwoordelijkheden van de verschillende actoren wordt hierin eveneens opgenomen.
Voor schendingen op het vlak van milieu, wordt de prioriteitennota vervolgingsbeleid van de VHRM gevolgd (zie bijlage 3).
Ook milieuschendingen die samenhangen met andere schendingen (bijv. op het vlak van RO, dierenwelzijn, gemeenrechtelijke schendingen zoals fraude en schriftvervalsing ,…) kunnen als prioritair worden gecatalogeerd.
Binnen deze prioriteiten krijgen recente overtredingen voorrang.
Handhavingsproces
De gemeenteraad gaat akkoord met de volgende prioriteitenlijst voor de handhaving Ruimtelijke Ordening::