Decreet Lokaal Bestuur van 22/12/2017.

Het decreet lokaal bestuur regelt de organisatie en werking van de bestuursorganen.

Artikel 38 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad een deontologische code aanneemt.

Het ontwerp van deontologische code werd besproken op het beleidsoverleg van 1/2/2019.

Het ontwerp werd op 20/2/2019 aangepast aan de suggesties van het beleidsoverleg in een werkgroep ad hoc met een vertegenwoordiging van het college van burgemeester en schepenen.

1.      Uitgangspunten

Er is gekozen voor een aanpak op basis van vertrouwen waardoor de deontologische code een relatief beknopt en bevattelijk document is. We nemen geen elementen op die door andere regelgeving bepaald zijn, tenzij dat nodig is voor de helderheid van het document.

Voor een efficiënte en gelijkvormige werking stellen we voor dat alle bestuursorganen van stad, OCMW en AGB dezelfde code aannemen.

2.      Wijzigingen

De wijzigingen en uitbreiding van de deontologische code voor de lokale mandatarissen zijn

• Gebruik van faciliteiten en middelen van het bestuur.

• Registratie van gegevens

• Omgaan met informatie (GDPR en meer aandacht voor openbaarheid van bestuur in decreet lokaal bestuur).

• Handhaving

 Er is geen hoofdstuk over de mandaten opgenomen. De wet van 14 oktober 2018 over de mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft en de recente wijzigingen, is van toepassing.

3.      Deontologie medewerkers

De deontologische code voor het bestuur moet nog afgestemd worden met die van de ambtenaren. De code voor de ambtenaren is verwerkt in het arbeidsreglement en zal minstens even strikt zijn als die voor het bestuur. De wijziging wordt de eerste helft van 2019 voorgelegd aan de raad. 

4.      De deontologische code regelt

Deel 1: Definities

Deel 2: Toepassingsgebied

Deel 3: Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten

De waarden en normen voor de organisatie worden bepaald tijdens een overleg met bestuur en management.

Deel 4: Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

Dit stuk is gebaseerd op het arbeidsreglement. Het gebruik van een laptop door lokaal uitvoerend mandatarissen is beperkt tot dienstig voor uitvoering mandaat om fiscale reden.

Deel 5: Registratie van gegevens

Deel 6: Omgaan met informatie

Volgende elementen zijn niet opgenomen in de code omdat ze elders geregeld worden:

• - Principe openbaarheid volgens artikel 28 van het decreet lokaal bestuur

• - Beroepsgeheim volgens artikel 458 van het strafwetboek

• - Geheimhoudingsplicht volgens artikel 29§4 van het decreet lokaal bestuur

• - Discretieplicht volgens artikel 10 over de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten

Hierbij is het essentieel te vermelden dat de briefwisseling die voor individuele bestuursleden toekomen bij het lokaal bestuur worden behandeld als alle andere briefwisseling. Ze wordt dus opengemaakt door de medewerkers van de postkamer en gedigitaliseerd. Voor deze medewerkers geldt vanzelfsprekend de discretieplicht.

Deel 7: Handhaven van de deontologische code

Uitgangspunt

Het hoofdstuk over de handhaving van deontologische code is geschreven met als doel in onverdachte tijden een werkwijze te beschrijven om eventuele schendingen van de deontologische code te bejegenen.

De kern van deze handhaving is de installatie van een deontologische commissie die vermoedens van schendingen van de code of effectieve schendingen van de code behandelt. Dit is altijd buiten eventuele strafrechtelijke procedures.

Hierbij is het de bedoeling de (voor-)onderzoeken zoveel mogelijk in alle discretie laten verlopen om te voorkomen dat we voorbarige publieke terechtstellingen krijgen en om te voorkomen dat de commissie misbruikt wordt om mensen of partijen in diskrediet te brengen, door wie dan ook.

Samenstelling deontologische commissie

Er is een duidelijk verschil tussen de taken en finaliteit van de raadscommissies die in het huishoudelijk reglement zijn opgenomen en de deontologische commissie die hier geregeld wordt. Een andere verdeling van de leden is aldus objectief te verantwoorden.

Het voorstel stelt de deontologische commissie samen uit één afgevaardigde per fractie. Met een evenredige samenstelling kan de schijn van partijdigheid gewekt worden bij behandeling van vermoedens van of effectieve schendingen van de code.

Het voorstel stelt de deontologische code samen uit gelijken.