Terug
Gepubliceerd op 31/07/2020

2020_CBS_02190 - Omgevingsvergunning (202000183 krv) Aanvraag voor het oprichten van een paardenstal gelegen Larumsebrugweg 148. - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 27/07/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Dominique Luyckx

Verontschuldigd

Marlon Pareijn, Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_02190 - Omgevingsvergunning (202000183 krv) Aanvraag voor het oprichten van een paardenstal gelegen Larumsebrugweg 148. - Weigering 2020_CBS_02190 - Omgevingsvergunning (202000183 krv) Aanvraag voor het oprichten van een paardenstal gelegen Larumsebrugweg 148. - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 27/07/2020

 

 

 Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020046421

Dossiernummer gemeente: 202000183

 

De gemeente Geel heeft op 14/04/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van een paardenstal. De aanvraag werd op 02/06/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Erik Boeckmans 

Larumsebrugweg 148 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Larumsebrugweg 148 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie D, perceel 783A, 784A, 785B, 790/02N, 790E

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

bestemming: agrarische gebieden

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De voorschriften van het geldende gewestplan zijn van toepassing.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2004/00219, Het bouwen van een veranda - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08030, Het oprichten van een landhuis - Vergund
  • Stedenbouwkundig attest: 0363, Nieuwbouw eengezinswoning - Negatief

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het oprichten van een paardenstal

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag volgens de architect
 
De huidige aanvraag betreft:
 De bouw van een paardenstal volgens art. 4.4.8/2. van de VCRO 

-de stal wordt opgericht in agrarisch gebied: zie bijlage 2
-het gebied is niet ruimtelijk kwetsbaar, bouwvrij of met overdruk natuurverweving
-er is geen vergunde stallingsmogelijkheid aanwezig (afbraak bestaande schuilhok)
-één stal wordt volledig opgericht binnen een straal van 50m van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning of bedrijfswoning
-de stal heeft een maximale kroonlijsthoogte van 3,5m
-de stal heeft een maximale vloeroppervlakte van 120m² per hectare graasland, met een absoluut maximum van 200m²: zie aansluitend 1,49 ha weiland in bijlage 3
 -er worden effectief weidedieren gehouden: zie 3 paarden in eigendom volgens databank BCP in bijlage 4 en 10 schapen in eigendom volgens Diergezondheidszorg Vlaanderen vzw in bijlage 5. 

De aangewende materialen voor de nieuwe stal zijn algemeen gangbaar in de agrarische gebieden en in overeenstemming met de bestaande woning. Door zijn ligging en inplanting vormt de nieuwbouw een compact en onafscheidelijk geheel met de bestaande gebouwen: binnen een straal van 50m van een vergund (geachte) woning. 

Het regenwater wordt reglementair opgevangen, met overloop naar een infiltratiezone volgens de verordening hemelwater in addendum B25a. Het gedeelte milieu van de omgevingsvergunning is niet van toepassing op het houden van 3 paarden en 10 schapen in agrarisch gebied. 

De mest wordt opgeslagen in een verplaatsbare mestcontainer die regelmatig geledigd wordt volgens de Vlarem regelgeving. Zie afbeelding mestcontainer in bijlage 6.

 

Het ontwerp
 
Het ontwerp stelt de oprichting voor van een stalling voor weidedieren. De aanvrager is in het bezit van 3 paarden en 10 schapen.

De nieuw te bouwen stal heeft een oppervlakte heeft van 110 m². De constructie heeft een gevelhoogte van 3,5 meter en een nokhoogte van 6,5 meter. De stal wordt opgericht in een gefabriceerde betondwand met het uitzicht van metselwerk en voor de dakbedekking worden rood-bruine metaalplaten voorzien.

De toegang tot de stal wordt over een oppervlakte van 118 m² verhard in Stelcon betonplaten.

De aanvrager houdt effectief weidedieren en beschikt over 14.904 m² aan graasweiden. De stal wordt opgericht binnen een straal van 50m van de vergunde woning.

 

  1. Openbaar onderzoek

de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 02/06/2020 werd advies gevraagd aan departement landbouw en visserij (hoofdbestuur) - dept. landbouw en visserij, buitendienst antwerpen.

Op 02/06/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Larumsebrugweg).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van departement landbouw en visserij (hoofdbestuur) - dept. landbouw en visserij, buitendienst antwerpen afgeleverd op 25/06/2020 is gedeeltelijk gunstig :

“… De aanleg van de verharding van 118m² naar de stal kan in het agrarisch gebied zodoende niet worden toegestaan. Enkel indien deze volledig voorzien wordt in het landelijk woongebied kan het Departement Landbouw en Visserij instemmen met deze verharding.”

 

Besluit

ONGUNSTIG advies

Motivatie
 
Het ontwerp voorziet in voor- en achtergevel grote poorten die buiten proportie zijn voor het hobbymatig gebruik van paarden-/schapenstal.

Aangezien er geen opslag van voer of strooisel voorzien wordt onder het hellend dak is er ook geen nokhoogte van 6,50 meter noodzakelijk en kan het gebouw voor zijn aangevraagd gebruik kleinschaliger worden uitgewerkt.

De aanvraag biedt onvoldoende garantie dat het gebouw daadwerkelijk in gebruik zal genomen worden als hobbystal maar eerder als opslagloods voor allerhande materiaal of materieel.

De voorgestelde verharding naar het gebouw in Stelcon betonplaten is veeleer geschikt voor zware voertuigen en/of frequent gebruik ervan wat de uiteindelijke bestemming van het gebouw eveneens in twijfel trekt.

Bijkomend werd vastgesteld dat de aanvrager aan zijn woning een opritverharding heeft waardoor de maximale oppervlakte en breedte van aansluiting op het openbaar domein reeds overschreden is.

Gelet op het advies van het departement Landbouw en Visserij met kenmerk 2020_002823_v1 dd. 25/06/2020 

'… De aanleg van de verharding van 118m² naar de stal kan in het agrarisch gebied zodoende niet worden toegestaan. Enkel indien deze volledig voorzien wordt in het landelijk woongebied kan het Departement Landbouw en Visserij instemmen met deze verharding.'

 

 

Lasten

///

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning NIET goed te keuren en een weigeringsbesluit af te leveren aan de aanvrager,omwille van volgende redenen :


Het ontwerp voorziet in voor- en achtergevel grote poorten die buiten proportie zijn voor het hobbymatig gebruik van paarden-/schapenstal.

Aangezien er geen opslag van voer of strooisel voorzien wordt onder het hellend dak is er ook geen nokhoogte van 6,50 meter noodzakelijk en kan het gebouw voor zijn aangevraagd gebruik kleinschaliger worden uitgewerkt.

De aanvraag biedt onvoldoende garantie dat het gebouw daadwerkelijk in gebruik zal genomen worden als hobbystal maar eerder als opslagloods voor allerhande materiaal of materieel.

De voorgestelde verharding naar het gebouw in Stelcon betonplaten is veeleer geschikt voor zware voertuigen en/of frequent gebruik ervan wat de uiteindelijke bestemming van het gebouw eveneens in twijfel trekt.

Bijkomend werd vastgesteld dat de aanvrager aan zijn woning een opritverharding heeft waardoor de maximale oppervlakte en breedte van aansluiting op het openbaar domein reeds overschreden is.

Gelet op het advies van het departement Landbouw en Visserij met kenmerk 2020_002823_v1 dd. 25/06/2020 

“… De aanleg van de verharding van 118m² naar de stal kan in het agrarisch gebied zodoende niet worden toegestaan. Enkel indien deze volledig voorzien wordt in het landelijk woongebied kan het Departement Landbouw en Visserij instemmen met deze verharding.”