Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020092375
Dossiernummer gemeente: 202000432
De gemeente Geel heeft op 16/09/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het verbouwen van een gekoppelde woning. De aanvraag werd op 19/10/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Isabelle Gabriëls
Larumseweg 116 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Larumseweg 116 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie D, perceel 965/02A, 965B
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
bestemming: agrarische gebieden
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
De aanvraag betreft het verbouwen van een gekoppelde woning
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
Het ontwerp
De aanvraag handelt over het verbouwen van een gekoppelde woning tegen de linker perceelsgrens, de minimale afstand ten opzichte van de rechter perceelsgrens bedraagt 3,86 meter.
De bestaande achterbouwen worden afgebroken, het hoofdvolume blijft behouden met uitzondering van het zadeldak.
De werken worden uitgevoerd binnen de strook voor hoofdgebouwen. Er zijn geen bijgebouwen opgenomen in de aanvraag.
De bestaande kroonlijsthoogte van 5,73 meter wordt opgetrokken tot 6,20 meter overeenkomstig de kroonlijsthoogte van de aanpalende woning.
De dakbasis van 8,99 meter blijft behouden, het uit te voeren gabarit is hetzelfde als de aanpalende woning.
De woning wordt op het gelijkvloers uitgebreid tot een bouwdiepte van 17 meter / bouwhoogte 3,31 meter, op de verdieping tot 13,08 meter / bouwhoogte 6,11 meter uitgevoerd met plat dak.
De bestaande gevelsteen wordt verwijderd, nieuwe afwerking isolatie + roodbruin genuanceerde gevelsteen met arduinen strips en plint voor het hoofdvolume, zijgevel en achtergevel uitbreiding afgewerkt in zink bekleding. Buitenschrijnwerk in hout natuurkleurig en licht- en donker aluminium, dakbedekking in donkere pannen. Het contrast tussen de klassieke materialen en de moderne afwerking van de uitbreiding zijn in harmonie met elkaar.
Door het aanbrengen van isolatie komt de uiteindelijke voorgevel 8cm vóór de voorgevelbouwlijn te liggen.
Art. 16.3° van het decreet houdende de vaststelling en realisatie van de rooilijnen goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 8 mei 2009, stelt dat voor het aanbrengen van gevelisolatie, de rooilijn of de bouwlijn met maximaal 14 cm mag worden overschreden.
De perceelsgrens vooraan loopt niet samen met de rooilijn. Hier bevindt zich een spie grond kadastraal gekend sectie D nr.965 als Pellegromsveld. De putten die voorzien zijn in de voortuinstrook dienen verplaatst en geplaatst te worden op het eigen perceel sectie D nr.965B.
De opritverharding biedt plaats voor het stallen van een auto in openlucht op het eigen terrein. De verharding dient zowel in fundering als in toplaag te worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal.
Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd.
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werden 0 opmerkingen ingediend.
Op 19/10/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen, zowel het contructieve gedeelte als de afwerking.
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Resultaat: er werden 0 opmerkingen ingediend.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 20/11/2020 is volledig gunstig
Opmerkingen adviezen:
///
Besluit
Gunstig onder voorwaarden.
Voorwaarden
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
Bestemming van het gebouw is eengezinswoning, er worden geen bijgebouwen opgenomen in de vergunning.
Bij de afbraak van een gedeelte van de bestaande half-openbebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.
Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de links aanpalende woning te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid woning optimaal te verzekeren.
Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).
De voorgevelbouwlijn van het bestaande hoofdvolume blijft behouden, de bestaande gevelsteen wordt verwijderd en opnieuw afgewerkt met isolatie en gevelsteen.
Art. 16.3° van het decreet houdende de vaststelling en realisatie van de rooilijnen goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 8 mei 2009, stelt dat voor het aanbrengen van gevelisolatie, de rooilijn of de bouwlijn met maximaal 14 cm mag worden overschreden.
De bestaande kroonlijsthoogte van 5,73 meter wordt opgetrokken tot 6,20 meter overeenkomstig de kroonlijsthoogte van de aanpalende woning.
De dakbasis van 8,99 meter blijft behouden, het uit te voeren gabarit is hetzelfde als de aanpalende woning.
De woning wordt op het gelijkvloers uitgebreid tot een bouwdiepte van 17 meter / bouwhoogte 3,31 meter, op de verdieping tot 13,08 meter / bouwhoogte 6,11 meter uitgevoerd met plat dak.
De bestaande gevelsteen wordt verwijderd, nieuwe afwerking isolatie + roodbruin genuanceerde gevelsteen met arduinen strips en plint voor het hoofdvolume, zijgevel en achtergevel uitbreiding afgewerkt in zink bekleding. Buitenschrijnwerk in hout natuurkleurig en licht- en donker aluminium, dakbedekking in donkere pannen. Het contrast tussen de klassieke materialen en de moderne afwerking van de uitbreiding zijn in harmonie met elkaar.
De voorgestelde afwerking van de wachtgevel tegen/op de perceelsgrens is enkel toegelaten mits uitdrukkelijk akkoord van de aanpalende eigenaar. Indien geen akkoord tussen beide partijen dient isolatie plus waterdichte afwerking volledig op het eigen perceel uitgevoerd worden.
De opritverharding biedt plaats voor het stallen van een auto in openlucht op het eigen terrein. De verharding dient zowel in fundering als in toplaag te worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal.
De perceelsgrens vooraan loopt niet samen met de rooilijn. Hier bevindt zich een spie grond kadastraal gekend sectie D nr.965 als Pellegromsveld. De putten die voorzien zijn in de voortuinstrook dienen verplaatst en geplaatst te worden op het eigen perceel sectie D nr.965B.
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Men dient de bestaande aansluiting te herbruiken.
De bouwheer dient zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA te plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn. Na de putjes voorziet hij een gemengde aansluiting met opsplitsing. Men dient geen huisaansluitputje RWA te plaatsen als men geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering voorziet.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Men is niet verplicht om een septische put te plaatsen. Het is toegestaan er één te plaatsen zoals op plan (aangepast) is voorzien. De afvoer van het grijswater (water afkomstig van douche, lavabo, ...) dient dan samen te komen bij de overloop van de septische put.
Volgens de hemelwaterverordening is men niet verplicht om een hemelwaterput te voorzien. Men dient wel een infiltratievoorziening te plaatsen. Als men een hemelwaterput plaatst, mag men het volume van de infiltratievoorziening kleiner dimensioneren als op plan is aangegeven. Het volume dient dan minimum 1833L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 2,94m².
Als men geen hemelwaterput plaatst, dient men de infiltratievoorziening als volgt te dimensioneren: volume van 3332,25 L en oppervlakte van 5,33m².
De bouwheer plaatst volgens plan toch een hemelwaterput van 10.000L en herbruikt het water.De bouwheer voorziet herbruik voor de spoeling van 2 toiletten, voor de wasmachine en een buitenkraan. Dit concept wordt goed bevonden en goedgekeurd. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de verplichte infiltratievoorziening.Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
Bestemming van het gebouw is eengezinswoning, er worden geen bijgebouwen opgenomen in de vergunning.
Bij de afbraak van een gedeelte van de bestaande half-openbebouwing dienen de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.
Voorafgaandelijk dient er een plaatsbeschrijving van de links aanpalende woning te worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.
Bij de afbraakwerken dienen de nodige maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid woning optimaal te verzekeren.
Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).
De voorgevelbouwlijn van het bestaande hoofdvolume blijft behouden, de bestaande gevelsteen wordt verwijderd en opnieuw afgewerkt met isolatie en gevelsteen.
Art. 16.3° van het decreet houdende de vaststelling en realisatie van de rooilijnen goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 8 mei 2009, stelt dat voor het aanbrengen van gevelisolatie, de rooilijn of de bouwlijn met maximaal 14 cm mag worden overschreden.
De bestaande kroonlijsthoogte van 5,73 meter wordt opgetrokken tot 6,20 meter overeenkomstig de kroonlijsthoogte van de aanpalende woning.
De dakbasis van 8,99 meter blijft behouden, het uit te voeren gabarit is hetzelfde als de aanpalende woning.
De woning wordt op het gelijkvloers uitgebreid tot een bouwdiepte van 17 meter / bouwhoogte 3,31 meter, op de verdieping tot 13,08 meter / bouwhoogte 6,11 meter uitgevoerd met plat dak.
De bestaande gevelsteen wordt verwijderd, nieuwe afwerking isolatie + roodbruin genuanceerde gevelsteen met arduinen strips en plint voor het hoofdvolume, zijgevel en achtergevel uitbreiding afgewerkt in zink bekleding. Buitenschrijnwerk in hout natuurkleurig en licht- en donker aluminium, dakbedekking in donkere pannen. Het contrast tussen de klassieke materialen en de moderne afwerking van de uitbreiding zijn in harmonie met elkaar.
De voorgestelde afwerking van de wachtgevel tegen/op de perceelsgrens is enkel toegelaten mits uitdrukkelijk akkoord van de aanpalende eigenaar. Indien geen akkoord tussen beide partijen dient isolatie plus waterdichte afwerking volledig op het eigen perceel uitgevoerd worden.
De opritverharding biedt plaats voor het stallen van een auto in openlucht op het eigen terrein. De verharding dient zowel in fundering als in toplaag te worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal.
De perceelsgrens vooraan loopt niet samen met de rooilijn. Hier bevindt zich een spie grond kadastraal gekend sectie D nr.965 als Pellegromsveld. De putten die voorzien zijn in de voortuinstrook dienen verplaatst en geplaatst te worden op het eigen perceel sectie D nr.965B.
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Men dient de bestaande aansluiting te herbruiken.
De bouwheer dient zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA te plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Deze putjes mogen niet met elkaar verbonden zijn. Na de putjes voorziet hij een gemengde aansluiting met opsplitsing. Men dient geen huisaansluitputje RWA te plaatsen als men geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de openbare riolering voorziet.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Men is niet verplicht om een septische put te plaatsen. Het is toegestaan er één te plaatsen zoals op plan (aangepast) is voorzien. De afvoer van het grijswater (water afkomstig van douche, lavabo, ...) dient dan samen te komen bij de overloop van de septische put.
Volgens de hemelwaterverordening is men niet verplicht om een hemelwaterput te voorzien. Men dient wel een infiltratievoorziening te plaatsen. Als men een hemelwaterput plaatst, mag men het volume van de infiltratievoorziening kleiner dimensioneren als op plan is aangegeven. Het volume dient dan minimum 1833L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 2,94m².
Als men geen hemelwaterput plaatst, dient men de infiltratievoorziening als volgt te dimensioneren: volume van 3332,25 L en oppervlakte van 5,33m².
De bouwheer plaatst volgens plan toch een hemelwaterput van 10.000L en herbruikt het water.De bouwheer voorziet herbruik voor de spoeling van 2 toiletten, voor de wasmachine en een buitenkraan. Dit concept wordt goed bevonden en goedgekeurd. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de verplichte infiltratievoorziening.Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er worden geen bomen gerooid noch terreinophogingen uitgevoerd