Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020095086
Dossiernummer gemeente: 202000434
De gemeente Geel heeft op 17/09/2020 een aanvraag tot een omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van garages. De aanvraag werd op 16/10/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Luc Macquoij
Pallo 64 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Pallo 64 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: afdeling 1, sectie H, perceel 218N5
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Bijzonder plan van aanleg Nieuwstraat goedgekeurd op 03/10/2006
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming, maar niet met de stedenbouwkundige voorschriften.
Voor een bouwhoogte van 3 m wordt een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gevraagd.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het oprichten van garages bij een woning.
Het ontwerp is niet in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften m.b.t. de bouwhoogte.
Voor een bouwhoogte van 3 m kan een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden toegestaan.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 22/10/2020 t.e.m. 20/11/2020. Er werden 0 bezwaren ingediend.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 22/10/2020 tot 20/11/2020.
Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.
Bespreking adviezen
Niet van toepassing.
Besluit
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Voor een bouwhoogte van 3 m kan een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden toegestaan.
Het is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen, wel een infiltratievoorziening. Als er een hemelwaterput wordt geplaatst, mag de infiltratievoorziening als volgt gedimensineerd worden: volume van 1132L en infiltratieoppervlakte van 1,81m². Als er geen hemelwaterput wordt geplaatst, dient de infiltratievoorziening groter te zijn: volume van 2632L en infiltratieoppervlakte van 4,21m². De bouwheer voorziet toch een hemelwaterput van minstens 5000L waarop de afvoer van het dak van de garage en het gedeelte plat dak van de woning wordt aangesloten. Momenteel sluit de regenwaterafvoer van het plat dak nog aan op het DWA-stelsel (zie keuringsattest). Dit wordt dan gescheiden, wat ook de voorkeur geniet. Men zal het water herbruiken voor buitenkranen en een toilet. De overloop van de hemelwaterput dient aangesloten te worden op de verplichte infiltratievoorziening. De noodoverloop van de infiltratievoorziening mag aangesloten worden op de RWA-leiding maar het is geen verplichting om een noodoverloop te voorzien.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.
Voor een bouwhoogte van 3 m kan een afwijking, zoals bepaald in art. 4.4.1 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden toegestaan.
Het is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen, wel een infiltratievoorziening. Als er een hemelwaterput wordt geplaatst, mag de infiltratievoorziening als volgt gedimensineerd worden: volume van 1132L en infiltratieoppervlakte van 1,81m². Als er geen hemelwaterput wordt geplaatst, dient de infiltratievoorziening groter te zijn: volume van 2632L en infiltratieoppervlakte van 4,21m². De bouwheer voorziet toch een hemelwaterput van minstens 5000L waarop de afvoer van het dak van de garage en het gedeelte plat dak van de woning wordt aangesloten. Momenteel sluit de regenwaterafvoer van het plat dak nog aan op het DWA-stelsel (zie keuringsattest). Dit wordt dan gescheiden, wat ook de voorkeur geniet. Men zal het water herbruiken voor buitenkranen en een toilet. De overloop van de hemelwaterput dient aangesloten te worden op de verplichte infiltratievoorziening. De noodoverloop van de infiltratievoorziening mag aangesloten worden op de RWA-leiding maar het is geen verplichting om een noodoverloop te voorzien.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.