Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020131767
Dossiernummer gemeente: 202000471
De gemeente Geel heeft op 05/10/2020 een aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het slopen en herbouwen van een vakantiewoning. De aanvraag werd op 18/11/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Paul Peleman
Vredestraat 8 te 9140 Temse
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Eindhoutseweg 876 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13375, sectie N, perceel 176R
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: gebieden voor dagrecreatie
bestemming: gebieden voor verblijfrecreatie
De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accomodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccomodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren.
Bijzonder plan van aanleg Netevallei goedgekeurd op 05/04/2005
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
De aanvraag betreft het slopen en herbouwen van een vakantiewoning
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het slopen en herbouwen van een vakantiewoning.
De nieuwe chalet heeft een oppervlakte van 78m² en wordt opgericht in een cluster met chalet 874.
Er wordt een overdekt terras voorzien met een oppervlakte van 13m².
De chalet heeft een kroonlijsthoogte van 2,34m. De nokhoogte bedraagt 3.74m.
De gevels worden afgewerkt in hout.
Voor het dak worden dakshingels gebruikt.
de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
///
Planologische toets
De gebieden voor verblijfsrecreatie zijn in de algemene planologische voorschriften een specifieke aanduiding opgenomen voor campings en weekendverblijfparken.
Daar waar het planologisch en stedenbouwkundig verantwoord is en deze instellingen normaal deel uitmaken van het stads- of dorpsbeeld (vb. in zones met grote toeristische aantrekkingskracht) zullen deze zones als gebieden voor verblijfsrecreatie worden aangeduid in de gewestplannen of kunnen deze gebieden als dusdanig worden aangeduid in een BPA.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Eindhoutseweg).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Besluit
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Het weekendverblijf kan enkel worden gebruikt voor het onderbroken verblijf van een gezin. Permanente bewoning kan onder geen beding worden toegestaan.
Conform het decreet van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 houden de beveiliging van woningen door optische rookmelders – dient er minimaal één correct geïnstalleerde rookmelder te worden voorzien per woongelegenheid. Deze dient bij voorkeur te worden geplaatst in de ruimte waarop de slaapkamers uitgeven.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.
De droogzuiging dient aangesloten te worden op de RWA-aansluiting van het toekomstig gebouw, teven zijn de Vlarem-voorwaarden (artikel 5.53.6.1 Vlarum II) van toepassing.
De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelsel te worden afgevoerd.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
Het weekendverblijf kan enkel worden gebruikt voor het onderbroken verblijf van een gezin. Permanente bewoning kan onder geen beding worden toegestaan.
Conform het decreet van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 houden de beveiliging van woningen door optische rookmelders – dient er minimaal één correct geïnstalleerde rookmelder te worden voorzien per woongelegenheid. Deze dient bij voorkeur te worden geplaatst in de ruimte waarop de slaapkamers uitgeven.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.
De droogzuiging dient aangesloten te worden op de RWA-aansluiting van het toekomstig gebouw, teven zijn de Vlarem-voorwaarden (artikel 5.53.6.1 Vlarum II) van toepassing.
De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelsel te worden afgevoerd