2020_CBS_03132 - Bouwberoep (201900365 inv) - Ministerieel Besluit over het oprichten van een windmolen langs Varent tussen Stelen en Oosterlo - Kennisname

De Deputatie verleende in zitting van 12/12/2019 vergunning voor oprichten van een windmolen langs Varent in Geel.

Een groep bewoners van Stelen en Oosterlo zijn in beroep gegaan tegen deze beslissing.

Er werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden van 22/06/2020 tot en met 21/07/2020 naar aanleiding van een wijzigingsverzoek van de aanvrager, waarbij de tiphoogte van windmolen werd verlaagd.

De minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme heeft in zitting van 13/10/2020 volgend besluit genomen in dit beroep:

Art. 1 De ontvankelijk bevonden beroepen worden ongegrond verklaard.

Art. 2 Aan de bvba Storm 55, Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen, wordt de vergunning verleend voor de volgende stedenbouwkundige handelingen voor de windturbine gelegen te 2440 Geel, Oosterloseweg z/n, kadastraal bekend als: afdeling 5, sectie M, perceelnummers 792A en 804A:

Aan de bvba Storm 55, Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen, wordt de vergunning verleend voor de exploitatie van een windturbine met inrichtingsnummer 20190417-0021, gelegen te 2440 Geel, Oosterloseweg z/n, kadastraal bekend als: afdeling 5, sectie M, perceelnummers 787A, 792A, 792B en 804A, omvattende volgende inrichtingen en activiteiten:

Aan de bvba Storm 55, Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen, wordt de vergunning verleend voor de volgende wijziging van vegetatie, gelegen te 2440 Geel, Oosterloseweg z/n, kadastraal bekend als: afdeling 5, sectie M, perceelnummers 792A en 804A:

Art. 3. De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd zijn, maken er integraal deel van uit.

Art. 4. De omgevingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur, die aanvangt op datum van de vergunning.

Art. 5. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de volgende voorwaarden en/of lasten die moeten nageleefd worden:

§1. Met betrekking tot de stedenbouwkundige handelingen:

1. Indien de productie van elektriciteit door middel van windenergie definitief wordt stopgezet, worden alle constructies, met inbegrip van de sokkel en parkkabels, volledig verwijderd binnen een periode van twee jaar vanaf de stopzetting.
2. Er wordt op de windturbinemast geen reclame aangebracht (met uitzondering van een bescheiden aanduiding van de naam of het logo van de firma).
3. Het minimale geïnstalleerde vermogen van de windturbine bedraagt 3 MW.
4. Het advies van het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van 28 september 2020, inclusief de bijhorende adviezen van Defensie en Skeyes, wordt nageleefd. 29
5. Het advies van de nv Fluxys Belgium van 18 maart 2020 (ref. TPW-OL-2020272053) wordt nageleefd.
6. De tijdelijke werfzones worden na de werken volledig opgeruimd en in de oorspronkelijke staat hersteld.

§2. Met betrekking tot de ingedeelde inrichting of activiteit:

a. Algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/.

b. Bijzondere milieuvoorwaarden:

1. De windturbine moet voldoen aan de aannames en de technische gegevens in de veiligheidsstudie (4300413009/rbe van 15 juli 2019).
2. De exploitant stelt een rapport op in samenwerking met een erkend milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen, deeldomein geluid, vermeld in artikel 6, 1°, c) van het VLAREL, waarin wordt bepaald op welke wijze de windturbine zal gemoduleerd worden. De modulering zorgt ervoor dat steeds aan de voorwaarden voor windturbinegeluid van titel II van het VLAREM wordt voldaan. De exploitant bezorgt dit rapport binnen de 3 maanden na ingebruikname van de windturbine aan de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten van het departement Omgeving (gop.ant.omgeving@vlaanderen.be) en de afdeling Handhaving van het departement Omgeving (omgevingsinspectie.ant@vlaanderen.be). De productie in geluidsreducerende modus wordt bijgehouden in het logboek.
3. Binnen een termijn van 6 maanden na de ingebruikname van de windturbine worden geluidsmetingen ter controle uitgevoerd door een erkend milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen, deeldomein geluid, vermeld in artikel 6, 1°, c) van het VLAREL, ter hoogte van de meest kritische plaatsen voor geluidshinder. De exploitant bezorgt de resultaten hiervan ter evaluatie aan de afdeling Handhaving van het departement Omgeving (omgevingsinspectie.ant@vlaanderen.be) en ter informatie aan de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten van het departement Omgeving (gop.ant.omgeving@vlaanderen.be).
4. Inzake geluid en slagschaduw wordt er rekening gehouden met de cumulatieve effecten met de naburige reeds vergunde windturbineprojecten.

§3. Met betrekking tot de vegetatiewijziging:

1. Er wordt een heraanplant uitgevoerd met minstens 2 nieuwe hoogstammige bomen binnen het projectgebied. De beplanting wordt uitgevoerd in het eerstvolgende plantseizoen na de tijdelijke werken met inheemse streekeigen boomsoorten van 1ste en/of 2de grootteorde en met minimum plantmaat 10-12. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant. Dit veronderstelt niet alleen een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed, maar ook het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veevraat. Bij uitval wordt/worden het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen opnieuw ingevuld. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel minstens evenveel nieuwe hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen
2. Bij het kappen van de bomen gaat men gedurende het hele jaar en voor aanvang van de vellingswerken na of vleermuizen aanwezig zijn. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli vergewist men er zich daar bovenop van dat geen nesten van 30 beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, wordt contact opgenomen met het Agentschap voor Natuur en Bos via volgende contactgegevens: telefonisch op 03 224 63 14 of via mail naar aves.ant.anb@vlaanderen.be.
3. Alle gebiedsvreemde materialen worden na gebruik van de tijdelijke verharding ter hoogte van de Eerselsloop op perceel 792A verwijderd.
4. Het profiel van de Eerselsloop wordt na de tijdelijke werken in zijn oorspronkelijke toestand hersteld.

Art.6. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in de gevallen en overeenkomstig de voorwaarden vermeld in de artikelen 99 en 101 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.