Terug
Gepubliceerd op 02/11/2020

2020_CBS_03093 - Omgevingsvergunning (202000289sw) - de nieuwbouw van een schrijnwerkerij met houtopslag en de nieuwbouw van een werkplaats als uitbreiding van een bestaande werkplaats na afbraak van de bestaande bebouwing op de bedrijfssite en de verandering door uitbreiding en wijziging van een exploitatie van een iioa, Acaciastraat 14C - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 26/10/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_03093 - Omgevingsvergunning (202000289sw) - de nieuwbouw van een schrijnwerkerij met houtopslag en de nieuwbouw van een werkplaats als uitbreiding van een bestaande werkplaats na afbraak van de bestaande bebouwing op de bedrijfssite en de verandering door uitbreiding en wijziging van een exploitatie van een iioa, Acaciastraat 14C - Vergunning 2020_CBS_03093 - Omgevingsvergunning (202000289sw) - de nieuwbouw van een schrijnwerkerij met houtopslag en de nieuwbouw van een werkplaats als uitbreiding van een bestaande werkplaats na afbraak van de bestaande bebouwing op de bedrijfssite en de verandering door uitbreiding en wijziging van een exploitatie van een iioa, Acaciastraat 14C - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 29/10/2020

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2019096118

Dossiernummer gemeente: 202000289

 

De stad Geel heeft op 24/06/2020 een aanvraag omgevingsproject ontvangen voor de nieuwbouw van een schrijnwerkerij met houtopslag en de nieuwbouw van een werkplaats als uitbreiding van een bestaande werkplaats na afbraak van de bestaande bebouwing op de bedrijfssite en de verandering door uitbreiding en wijziging van een exploitatie van een iioa. De aanvraag werd op 16/07/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Renotec NV, Acaciastraat 14C, 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Acaciastraat 14C, Acaciastraat 16, Winkelomseheide 223A, Winkelomseheide 223B te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13373, sectie K, perceel 1234A, 1234B, 758C4, 758D4, 759/02F4, 759M4, 759N5, 771B2, 774T2, 774W

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: industriegebieden

Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvestingng van het bewakingspersoneel omvatten.

Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de ander industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

 

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2002/00087, Het bouwen van een industrieel gebouw - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 01319, Nieuwbouw eengezinswoning - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2002/00469, Het uitbreiden van een industrieel gebouw - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09645, Uitbreiding stapelplaats+toonzaal - Onbeslist
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09700, Regularisatie booghallen - Onbeslist
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09700 B, Regularisatie booghallen - Onbeslist
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09347, Nieuwbouw opslagplaats - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 09511, Nieuwbouw voor nijverheid - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 10338, Nieuwbouw industriehal en regularisatie opslagruimte - Onbeslist
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 10364, Het oprichten van een opslagplaats - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 10559, Nieuwbouw vloerdersbedrijf - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 11086, Uitbreiding kantoorgebouw - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 11117, Nieuwbouw toonzaal + opslagplaats - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 11643, Nieuwbouw reklamebord - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 11949, Nieuwbouw 2 hallen - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 12420, Het oprichten van een opslagruimte - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 12521, Het regulariseren van een opslagruimte - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 14120, Het oprichten van een magazijn + bergruimte - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 12756, Het oprichten van een magazijn - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 13122, Het oprichten van een open opslagruimte - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 13189, Het uitbreiden van een kantoorgebouw - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 07128, Het oprichten van een toonzaal, stapelplaats en woning - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 07128 B, Het oprichten van een toonzaal, stapelplaats en woning - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 07395, Het uitbreiden van een stapelplaats - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 08208, Het bouwen van een stapelplaats voor meubels - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2010/00416, Het aanbrengen van terreinverharding - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2013/00114, Het kappen van bomen - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2013/00425, Het ophogen van een terrein tot op het niveau van de aanpalende percelen - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2015/00309, De afbraak van het voorste gedeelte van een bedrijfshal - Vergund
  • Stedenbouwkundige overtreding: BM1992/016,  - Onbeslist
  • VLAREM milieuvergunning: 2005/V2/00609, BOUWONDERNEMING - Vergund
  • VLAREM milieuvergunning: 2007/V2/00715, BOUWONDERNEMING - Vergund
  • VLAREM melding klasse 3: 1998/M3/02507, KOELINSTALLATIE - Aktename
  • VLAREM melding klasse 3: 1999/M3/02776, STOCKAGE UITRUSTING - Onbeslist
  • VLAREM melding klasse 3: 1994/M3/01812, MAZOUTTANK - Niet vergund
  • VLAREM melding klasse 3: 1994/M3/01733, LOZEN HUISHOUDELIJK AFVALWATER - Niet vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1990/A/04693, BOUWONDERNEMING - Niet vergund
  • VLAREM milieuvergunning: 1992/V2/00073, HOUTOPSLAG - Niet vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1984/A/04026, MEUBELMAKERIJ - Niet vergund
  • VLAREM milieuvergunning: 1996/V2/00263, STEENKAPPERIJ - Niet vergund
  • VLAREM milieuvergunning: 1995/V1/00201, BOUWONDERNEMING - Niet vergund
  • VLAREM milieuvergunning: 1999/V2/00386, BOUWONDERNEMING - Niet vergund
  • VLAREM milieuvergunning: 2000/V2/00428, BOUWONDERNEMING - Vergund
  • VLAREM melding klasse 3: 1993/M3/01424, MAZOUTTANK - Niet vergund
  • VLAREM melding klasse 3: 2013/M3/04701, MEUBELMAKERIJ - Aktename
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2015/00439, Bouwen van een kantoorgebouw - Vergund met voorwaarden
  • VLAREM milieuvergunning: 2016/V2/01095, Bouwonderneming - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2016/00174, Uitbreiden van een kantoorgebouw - Vergund met voorwaarden
  • VLAREM milieuvergunning: 2017/V2/01129, bouwonderneming gespecialiseerd in asbestsanering en renovatiewerken - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2017/00076, plaatsen van een middenspanningscabine - Vergund met voorwaarden
  • Aanvraag omgevingsproject: 201800141, het uitbreiden van een bedrijfshal - Vergunning onder voorwaarden

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het stedenbouwkundig luik van de aanvraag heeft betrekking op de nieuwbouw van een schrijnwerkerij met houtopslag en de nieuwbouw van een werkplaats als uitbreiding van een bestaande werkplaats na afbraak van de bestaande bebouwing op de bedrijfssite.

De totale oppervlakte van de nieuw te bouwen industriehallen bedraagt 2060m², waarvan houtopslag en schrijnwerkerij 1500m² en werkplaats 560m².

De nieuwe hallen worden opgericht met een hoogte van 7 m.

De nieuwbouw integreert zich volledig binnen de bedrijfssite.

 

Het milieuluik van de aanvraag betreft de uitbreiding van de reeds bestaande vergunning met een nieuwe schrijnwerkerij en een regularisatie van de vergunningstoestand conform de huidige exploitatietoestand (o.a. actualisatie max. opslagcapaciteit gevaarlijke producten, bijkomende transformator, vaste houders, airco, compressoren, diverse machines en polyvalente zaal). De van toepassing zijnde rubriekentabel op de iioa volgens de aanvrager is:

 

 

Rubrieknummer

Omschrijving

Klasse

17.1.2.1.2°

Opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten

2

12.2.1

Verzwaring van de bestaande transformator van 160 kVa naar 250 kVA en het plaatsen van een bijkomende transformator van 250 kVA tot een gezamenlijk vermogen van 500 kVA

3

6.5.1

1 verdeelslang voor gasolie

3

3.4.2

Lozen van de KWO-installatie met een debiet van 20 m³/uur

2

3.6.1°b)

Lozen bedrijfsafvalwater van de wasserij via een cascadesysteem met een debiet van max. 1m³/u, 2m³/dag en 100m³/jaar)

2

6.4.1

Opslag van 10.000l brandbare stoffen

3

17.3.2.1.2.1°

Opslag 6,1 ton diverse brandbare vloeistoffen cat. 3

3

17.3.2.1.1.2

Opslag van 33100l stookolie en gasolie, verdeeld over 9 vaste houders en deels in verplaatsbare recipiënten.

2

46.1°a)

Wasserij inrichting met een vermogen van 47,4 kW

3

53.6.1

KWO-installatie met 2 winningsputten en 2 infiltratieputten met een debiet van 25550 m³/jaar

2

19.6.1°b)

Opslag van 400 m³ hout in open lucht

3

16.3.2.2°b)

Airco’s en compressoren met een totaal vermogen van 293,75 kW.

2

32.2.2°

Polyvalente zaal en opleidingscentrum

3

29.5.5.1°a)

2 ontvettingstafels met een inhoud van 60l en 120l.

3

17.3.2.2.1°

Opslag van 1500 kg licht ontvlambare vloeistoffen categorie 1 en 2

3

29.5.7.2°a)1

2 ontvettingstafels met een inhoud van 60l en 120l.

3

17.3.8.2°

Opslag van 25 ton milieugevaarlijke stoffen.

2

15.4.1

Wasplaats voor het afspuiten van voertuigen

3

17.4

Opslag van 500l gevaarlijke producten in kleine verpakkingen.

3

17.3.5.1°a)

Opslag van 400 kg giftige stoffen

3

3.2.2°b)

Lozen van 1000m³ huishoudelijk afvalwater

2

17.3.4.2°a)

Opslag van 50 ton bijtende producten

3

15.1.2

Stalling voor 65 voertuigen

2

17.3.7.1.a)

Opslag van 20 ton van op lange termijn gezondheidsgevaarlijke producten

3

3.4.1°a)

Lozen van bedrijfsafvalwater van de wasplaats/tankpiste met een debiet van max. 2m³/u, 3m³/dag en 550m³/jaar

3

15.2

Garagewerkplaats met 1 schouwput en 2 hefbruggen

3

17.3.6.2°.a)

Opslag van 80 ton diverse schadelijke producten.

2

30.7.1°a)

Steenkapperij met een totaal vermogen van 123.5 kW.

3

43.1.1°a)

Stookinstallatie met een totaal vermogen van 709,1 kW.

3

39.4.1°

Warmtewisselaar bij KWO-installatie met een inhoud van 1800l

3

19.6.1°a)

Opslag van 200m³ hout in een lokaal.

3

19.3.1°a)

Houtbewerkingsmachines met een vermogen van 138,9 kW.

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingsmachines met een vermogen van 45,65 kW.

3

23.3.1°a)

Opslag van 50 ton kunststoffen

3

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 24/07/2020 t.e.m. 22/08/2020. Er werden 0 bezwaren ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 16/07/2020 werd advies gevraagd aan brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie.

Op 16/07/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

Op 16/07/2020 werd advies gevraagd aan agentschap wegen en verkeer - awv - district geel.

Op 16/07/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

Op 10/08/2020 werd advies gevraagd aan openbare vlaamse afvalstoffenmaatschappij - vlaremadvies@ovam.be.

Op 10/08/2020 werd advies gevraagd aan departement omgeving - milieu advies.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop (artikel 7 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langs een gewestweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

De natuurtoets wordt besproken bij de milieuaspecten.

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

Water

afvalwater

Er worden geen wijzigingen voor de indelingsrubrieken voor lozing van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater aangevraagd. Er is met andere woorden geen verandering in de lozingssituatie ten opzichte van de reeds vergunde toestand.

oppervlaktewater

De inrichting ligt in een niet-overstromingsgevoelig gebied.

Er is er geen toename van de verharde oppervlakte, uitgezonderd de nieuwe schrijnwerkerij die zal gebouwd worden op de bestaande verharding. De bepalingen opgenomen in de hemelwaterverordening zullen hierbij nageleefd worden

Bodem

De exploitant neemt volgende maatregelen om potentiële bodemverontreiniging tegen te gaan:

Alle brandbare- en gevaarlijke vloeistoffen worden opgeslagen in een ingekuipt lokaal of boven lekbakken.

De vaste houders zijn dubbelwandig of ingekuipt. De houders worden periodiek gekeurd door een erkende milieudeskundige. De keuringsattesten van de vaste houders voor gevaarlijke stoffen werden toegevoegd bij de aanvraag.

Het tanken en wassen van voertuigen gebeurt op een vloeistofdichte betonverharding met afwatering naar een slibvangput en KWS-afscheider.

Omdat de activiteiten hoofdzakelijk in de bedrijfsgebouwen uitgevoerd worden en het terrein verhard is,  wordt de impact naar de bodem beperkt.

Afval

De exploitant dient te voldoen aan de bepaling van artikel 4.3.2 van het Vlarema betreffende de afzonderlijke inzameling van afvalstoffen.

Lucht

De exploitant geeft in zijn aanvraag aan dat hij volgende maatregelen zal treffen om de ompact op de luchtkwaliteit te beperken:

De stookinstallaties worden jaarlijks onderhouden door een erkend technicus.De dampen afkomstig van de afdeling 'glas in lood' worden afgezogen naar een absoluut filter

Het houtstof in de schrijnwerkerij zal afgezogen worden d.m.v. een centrale stofafzuigingsinstallatie.

Er gebeurt op het eigen bedrijfsterrein geen opslag van stuivende stoffen. Er is geen opslag van bulkgoederen. Cement, zand, … worden uitsluitend opgeslagen in zakgoed of afgesloten big-bags

De exploitant dient op de goede werking van de installaties toe te zien.

Ook het verkeer dat naar en van de site rijdt heeft een impact op het verkeeR. Dit betreft eenerzijds personenvervoer van werknemres en anderzijds vrachtverkeer voor leveringen en afvoer naar werven. Deze transportbeweiging zijn inherent aan de bedrijfsactiviteit en zijn aanvaardbaar.

Natuur

De inrichting is gelegen in industriegebied. De nartuurwaarden zijn hier beperkt. De site bevindt zioch op op ca. 1400 m van habitatrichtlijngebied en op ca. 1600 m van VEN gebied. De impact op deze SBZ is hierdoor verwaarloosbaar, rekening houdende met de activiteiten van de iioa. Er kan gesteld worden dat er geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de huidige en toekomstige natuurwaarden zal ontstaan door de activiteit van de iioa.

De biologische waardeingskaart toont in de omgeving enkele waardevolle en zeer waardevolle vegetaties. De site zelf heeft geen natuurwaarden. 

Gevaarlijke producten

De gevraagde uitbreiding voor de opslag van gevaarlijke producten is relatief groot. Zo wordt een uitbreiding voor de opslag van schadelijke producten met 30 ton (tot 80 ton), een uitbreiding voor de opslag van op lange termijn gezondheidsgevaarlijke producten met 10 ton (tot 20 ton), de uitbreiding van de opslag van milieugevaarlijke producten met 15 ton (tot 25 ton) en de opslag van gevaarlijke producten in klein verpakkingen met 200 liter (tot 500 liter) aangevraagd. In het aanvraagdossier wordt in bijlage R.17.3 slechts summier beschreven welk type producten (en in welke aggregatietoestand) het betreft. Er wordt enkel gesteld dat alle brandbare- en gevaarlijke vloeistoffen worden opgeslagen in een ingekuipt lokaal of boven lekbakken. Op basis van de aangeleverde informatie kan niet beoordeeld worden of de opslag voldoet aan de sectorale voorwaarden van rubriek 17 (regels met betrekking tot inkuiping, afstandsregels). De exploitant dient aan de sectorale voorwaarden uit hoofdstuk 5.17 Vlarem II te voldoen wat betreft de opslag van de gevaarlijke producten.

Verder wordt een uitbreiding met 0,170 ton (20 liter) aangevraagd door uitbreiding met 2 bovengrondse houders van resp. 2.600 liter en 2.500 liter, de buitengebruikstelling van een houder van 5.400 liter en regularisatie van de inhoud van een houder (3.000 liter i.p.v. vergunde 2.500 liter). Uit de bijgevoegde keuringsverslagen (uitgevoerd door erkende deskundige) blijkt dat de houders voldoen aan de criteria van art.5. 17.4.3.16., §1 uit titel II van het VLAREM, er werden wel een aantal bemerkingen vastgesteld door de deskundige. 

 Uit het aanvraagdossier is niet af te leiden of de aanwezige transformatoren oliehoudend zijn. Eveneens blijkt niet of deze jaarlijks gekeurd worden.

Geluid en trillingen

De meeste activiteiten van de exploitant worden op verplaatsing uitgevoerd. Op de site zlf, zijn de activiteiten beperkt tot kantooractiviteiten, voorbereidende- en onderhoudswerkzaamheden, werkzaamheden binnen in de ambachtelijke ateliers en opslagactiviteiten van werfmaterialen, gezien het overgrote deel van de arbeiders in buitendienst werkt op de werven, Deze activiteiten, met uitzondering van de laad en losactiviteiten worden in de gebouwen uitgevoerd. De iioa is gelegen in industriegebied. Hierdoor zijn in de onmiddelijke omgeving geen geluidsgevoelige objecten aanwezig. 

De afzuiging van de schrijnwerkerij heeft een moderne, energiezuinige en geluidsarme installatie, waarbij de geluidsnormen steeds gerespecteerd zullen worden 

 Op basis van de informatie uit het dossier kan geconcludeerd worden dat de effecten van geluid en trillingen als niet aanzienlijk beschouwd kunnen worden.:

Licht en straling

Hinder door licht of straling is niet te verwachten.

De exploitant moet de nodige maategelen nemen om lichtpoutie te vermijden. Het richten van de lampen die de site verlichten, moet zo gebeuren dat de impact naar de omgeving beperkt blijft. De voorwaarden uit hoofdstuk 4.6 Vlarem II dienen hierbij nageleefd te worden.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

 

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 24/07/2020 tot 22/08/2020.

Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.

Het openbaar onderzoek wordt als volgt geëvalueerd:

///

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie afgeleverd op 17/08/2020 is volledig gunstig

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 14/08/2020 is volledig gunstig

Het advies van agentschap wegen en verkeer - awv - district geel afgeleverd op 24/07/2020 is volledig gunstig

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 24/07/2020 is volledig gunstig

Het advies van openbare vlaamse afvalstoffenmaatschappij - vlaremadvies@ovam.be afgeleverd op 24/09/2020 is   geen_advies

Het advies van departement omgeving - milieu advies afgeleverd op 11/08/2020 is  geen_advies

Het advies van de omgevingsambtenaar van stad Geel. Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepen beslist de omgevingsvergunning onder voorwaarden af te leveren aan Renotec NV, Acaciastraat 14C, 2440 Geel voor: de nieuwbouw van een schrijnwerkerij met houtopslag en de nieuwbouw van een werkplaats als uitbreiding van een bestaande werkplaats na afbraak van de bestaande bebouwing op de bedrijfssite en de verandering door uitbreiding en wijziging van de exploitatie van een iioa, gelegen Acaciastraat 14C, Acaciastraat 16, Winkelomseheide 223A, Winkelomseheide 223B te 2440 Geel, kadastraal bekend: Afdeling 13373, sectie K, perceel 1234A, 1234B, 758C4, 758D4, 759/02F4, 759M4, 759N5, 771B2, 774T2, 774W en die volgende rubrieken zal omvatten:

Rubrieknummer

Omschrijving

Klasse

17.1.2.1.2°

Opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten

2

12.2.1

Verzwaring van de bestaande transformator van 160 kVa naar 250 kVA en het plaatsen van een bijkomende transformator van 250 kVA tot een gezamenlijk vermogen van 500 kVA

3

6.5.1

1 verdeelslang voor gasolie

3

3.4.2

Lozen van de KWO-installatie met een debiet van 20 m³/uur

2

3.6.1°b)

Lozen bedrijfsafvalwater van de wasserij via een cascadesysteem met een debiet van max. 1m³/u, 2m³/dag en 100m³/jaar)

2

6.4.1

Opslag van 10.000l brandbare stoffen

3

17.3.2.1.2.1°

Opslag 6,1 ton diverse brandbare vloeistoffen cat. 3

3

17.3.2.1.1.2

Opslag van 33100l stookolie en gasolie, verdeeld over 9 vaste houders en deels in verplaatsbare recipiënten.

2

46.1°a)

Wasserij inrichting met een vermogen van 47,4 kW

3

53.6.1

KWO-installatie met 2 winningsputten en 2 infiltratieputten met een debiet van 25550 m³/jaar

2

19.6.1°b)

Opslag van 400 m³ hout in open lucht

3

16.3.2.2°b)

Airco’s en compressoren met een totaal vermogen van 293,75 kW.

2

32.2.2°

Polyvalente zaal en opleidingscentrum

3

29.5.5.1°a)

2 ontvettingstafels met een inhoud van 60l en 120l.

3

17.3.2.2.1°

Opslag van 1500 kg licht ontvlambare vloeistoffen categorie 1 en 2

3

29.5.7.2°a)1

2 ontvettingstafels met een inhoud van 60l en 120l.

3

17.3.8.2°

Opslag van 25 ton milieugevaarlijke stoffen.

2

15.4.1

Wasplaats voor het afspuiten van voertuigen

3

17.4

Opslag van 500l gevaarlijke producten in kleine verpakkingen.

3

17.3.5.1°a)

Opslag van 400 kg giftige stoffen

3

3.2.2°b)

Lozen van 1000m³ huishoudelijk afvalwater

2

17.3.4.2°a)

Opslag van 50 ton bijtende producten

3

15.1.2

Stalling voor 65 voertuigen

2

17.3.7.1.a)

Opslag van 20 ton van op lange termijn gezondheidsgevaarlijke producten

3

3.4.1°a)

Lozen van bedrijfsafvalwater van de wasplaats/tankpiste met een debiet van max. 2m³/u, 3m³/dag en 550m³/jaar

3

15.2

Garagewerkplaats met 1 schouwput en 2 hefbruggen

3

17.3.6.2°.a)

Opslag van 80 ton diverse schadelijke producten.

2

30.7.1°a)

Steenkapperij met een totaal vermogen van 123.5 kW.

3

43.1.1°a)

Stookinstallatie met een totaal vermogen van 709,1 kW.

3

39.4.1°

Warmtewisselaar bij KWO-installatie met een inhoud van 1800l

3

19.6.1°a)

Opslag van 200m³ hout in een lokaal.

3

19.3.1°a)

Houtbewerkingsmachines met een vermogen van 138,9 kW.

3

29.5.2.1°a)

Metaalbewerkingsmachines met een vermogen van 45,65 kW.

3

23.3.1°a)

Opslag van 50 ton kunststoffen

3

Artikel 3

De omgevingsvergunning wordt afgeleverd voor een termijn die afloopt op 12.08.2036

Artikel 4

Voorwaarden

Algemene Voorwaarden

De algemene voorwaarden uit Vlarem II dienen nageleefd te worden.

De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de bijgevoegde plannen.

Er dient gevolg te worden gegeven aan het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dd. 24/07/2020 met kenmerk AV/114/2020/00485 .

Er dient gevolg te worden gegeven aan het voorwaardelijk gunstig advies van brandweerzone Kempen dd. 13/08/2020 met kenmerk BWDP/2016-0317/005/01/GKE.

Alle voorwaarden staan beschreven in het Hydraulisch en Technisch advies van Aquafin en moeten worden opgevolgd. Stad Geel legt een extra voorwaarde op: 2 septische putten in plaats van 1 septische put.

Een eerste septische put voor het fecale water waarvan de overloop naar een tweede septische put gaat waar het grijs water toekomt. De overloop van de tweede put moet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. Na uitvoering van het rioleringsproject GEL3036 moet de tweede put worden afgekoppeld. De eerste septische put blijft zijn functie behouden voor het fecaal afvalwater. De bouwheer plaatst zelf 2 huisaansluitputjes DWA en RWA. De bouwheer moet afwegen of hij enkel voor deze vergunningsaanvraag (deel van de site) een gescheiden systeem aanlegt of dat hij, met het rioleringsproject in het vooruitzicht, dit voorziet voor de gehele site.

De plaatsing van een hemelwaterput is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

  • met een inhoud van min. 10.000 liter die met een pomp wordt uitgerust;
  • de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;
  • de overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratiebed, een gracht, een oppervlaktewater of de regenwederafvoer van de openbare riolering. Indien deze voorzieningen niet voorhanden zijn dan wordt de overloop aangesloten op de openbare riolering;
  • de hemelwaterput dient geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 
  • de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;
  • de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage, terwijl de plaatsing dient te gebeuren voor het gebouw in gebruik genomen wordt;
  • het water uit de hemelwaterput dient te worden herbruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc...

Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimum 69.875 liter te bedragen.
 De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimum 111,8 m² te bedragen.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 200 mm.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsnet.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

De afval- en regenwaters dienen via een gescheiden stelstel te worden afgevoerd.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van het gebouw ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.

Sectorale voorwaarden

De sectorale voorwaarden uit hoofdstuk 5 Vlarem II.

Artikel 4.3.2 Vlarema

 

Bijzondere voorwaarden

 

  • Indien de aanwezige transformatoren oliehoudend zijn dienen ze worden opgesteld boven een inkuiping. De exploitant bezorgt een specificatie van het type van transformator aan de vergunningverlenende overheid binnen de 3 maanden na kennisgeving van de omgevingsvergunning. Dit kan bezorgd worden via milieu@geel.be.
  • De transformatoren dienen jaarlijks gekeurd te worden.
  • Aan de opmerkingen gemaakt in de keuringsverslagen van de tanks dient onverwijld gevolg worden gegeven.
  • De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende inzamelaar / handelaar / makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.
  • De exploitant inspecteert om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen.

Artikel 5

Art.5

 De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.

De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

 

Lasten

///

 

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

 

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid: 

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener; 

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing; 

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek: 

  1. een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
  2. b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden; 

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld. 

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken: 

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks; 

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht; 

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°. 

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014. 

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending. 

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier. 

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden. 

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is. 

 

Mededeling

 

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.