Terug
Gepubliceerd op 13/11/2020

2020_CBS_03248 - Omgevingsvergunning - Bouwen eengezinswoning met bijgebouw - 202000406 KS - Duinenstraat 35 afd 1, sectie I, perceel 714G6 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 09/11/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_03248 - Omgevingsvergunning - Bouwen eengezinswoning met bijgebouw - 202000406 KS - Duinenstraat 35 afd 1, sectie I, perceel 714G6 - Vergunning 2020_CBS_03248 - Omgevingsvergunning - Bouwen eengezinswoning met bijgebouw - 202000406 KS - Duinenstraat 35 afd 1, sectie I, perceel 714G6 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 28/11/2020


Verslag van de omgevingsambtenaar


Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020116906

Dossiernummer gemeente: 202000406

 

De gemeente Geel heeft op 04/09/2020 een aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het bouwen van een eengezinswoning met bijgebouw. De aanvraag werd op 29/09/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Petra Cleemput 

Heistraat  132 bus a te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Duinenstraat 35 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13008, sectie I, perceel 714G6

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is gelegen in de goedgekeurde verkaveling 2043 (0).

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag is gelegen in de verkaveling 2043 (0) en dient getoetst te worden aan de voorschriften ervan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek
  • Verkavelingsvergunning (OS): 1907 (0), Nieuwe verkaveling - Niet vergund
  • Verkavelingsvergunning reguliere procedure: 2043 (0), 10 loten voor ééngezinswoningen - Vergund
  • ARAB/milieu informatiedossier: 1972/A/01959, ZANDGROEVE - Niet vergund

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning met bijgebouw.

 

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande ééngezinswoning met bijgebouw.

De woning wordt opgericht op 6 m uit de rooilijn.

De bouwdiepte bedraagt 12 m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,2 m.

Op meer dan 10m achter de achtergevelbouwlijn wordt een bijgebouw opgetrokken van 40 m². De kroonlijsthoogte bedraagt 3 m.

Het bijgebouw staat op de perceelsgrens.

Alle gevels worden afgewerkt met pleisterwerk.

 

  1. Openbaar onderzoek

de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 29/09/2020 werd advies gevraagd aan Geel - openbare werken en verkeer.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
 (Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 30/10/2020 is volledig gunstig met voorwaarden.

 

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. In dit deel van de straat is er een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig. De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm. 

De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel t.h.v. de rooilijn. De bouwheer dient deze zelf op te zoeken en hier op aan te sluiten. Indien men ze niet terugvindt, dient men contact op te nemen met de dienst grondgebonden zaken. Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) mogen niet binnen de 8 m van de as van de weg worden geplaatst. En ze moeten minstens 2 m van de voorgevel af liggen. 

Volgens de hemelwaterverordening is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5.000 L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000 L. 

De afvoeren van de dakoppervlakken van de woning en het bijgebouw dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet hergebruik voor toiletten en buitenkranen. 

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3.150 L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 5,04 m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 3.150 L en oppervlakte van 5,04 m². 

De hemelwaterput en de infiltratievoorziening voldoen aan de hemelwaterverordening. 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. 

Het perceel is gelegen in een vergunde verkaveling waar de toegangen tot de percelen reeds aangelegd zijn. Deze toegang is 4m en dient gebruikt te worden (Cfr. Aangepast inplantingsplan). De bouwheer kan deze toegang laten verbreden tot 5m mits aanvraag bij stad Geel voor aanpassing van het openbaar domein. 

Gunstig met voorwaarden: 

Men dient aan te sluiten op de bestaande huisaansluitputjes. Een toegang van max. 5 m wordt toegestaan. Aanpassing van het openbaar domein dient aangevraagd te worden bij het klantencontactcentrum van de dienst Grondgebonden Zaken van stad Geel.

 

Besluit

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.

Voorwaarden

 

-Riolering: Men dient aan te sluiten op de bestaande huisaansluitputjes:

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm. 

De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel t.h.v. de rooilijn. De bouwheer dient deze zelf op te zoeken en hier op aan te sluiten. Indien men ze niet terugvindt, dient men contact op te nemen met de dienst grondgebonden zaken. Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) mogen niet binnen de 8 m van de as van de weg worden geplaatst. En ze moeten minstens 2 m van de voorgevel af liggen. 

Volgens de hemelwaterverordening is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5.000 L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000L. 

De afvoeren van de dakoppervlakken van de woning en het bijgebouw dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor toiletten en buitenkranen. 

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3.150 L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 5,04 m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 3.150 L en oppervlakte van 5,04m². 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. 

-Toegang: Een toegang van max. 5 m wordt toegestaan:

Het perceel is gelegen in een vergunde verkaveling waar de toegangen tot de percelen reeds aangelegd zijn. Deze toegang is 4 m en dient gebruikt te worden (Cfr. Aangepast inplantingsplan). De bouwheer kan deze toegang laten verbreden tot 5 m mits aanvraag bij stad Geel voor aanpassing van het openbaar domein. Deze aanpassing van het openbaar domein dient aangevraagd te worden bij het klantencontactcentrum van de dienst Grondgebonden Zaken van stad Geel.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


-De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

-Riolering: Men dient aan te sluiten op de bestaande huisaansluitputjes:

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm. 

De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel t.h.v. de rooilijn. De bouwheer dient deze zelf op te zoeken en hier op aan te sluiten. Indien men ze niet terugvindt, dient men contact op te nemen met de dienst grondgebonden zaken. Putten (septische put, hemelwaterput, infiltratievoorziening) mogen niet binnen de 8 m van de as van de weg worden geplaatst. En ze moeten minstens 2m van de voorgevel af liggen. 

Volgens de hemelwaterverordening is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5.000 L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000 L. 

De afvoeren van de dakoppervlakken van de woning en het bijgebouw dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet hergebruik voor toiletten en buitenkranen. 

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening. Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 3.150 L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 5,04 m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 3.150 L en oppervlakte van 5,04 m². 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel. 

-Toegang: Een toegang van max. 5 m wordt toegestaan:

Het perceel is gelegen in een vergunde verkaveling waar de toegangen tot de percelen reeds aangelegd zijn. Deze toegang is 4 m en dient gebruikt te worden (Cfr. Aangepast inplantingsplan). De bouwheer kan deze toegang laten verbreden tot 5 m mits aanvraag bij stad Geel voor aanpassing van het openbaar domein. Deze aanpassing van het openbaar domein dient aangevraagd te worden bij het klantencontactcentrum van de dienst Grondgebonden Zaken van stad Geel.