Terug
Gepubliceerd op 13/11/2020

2020_CBS_03253 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een bijgebouw plus aanleg openluchtzwembad gelegen Borgeleien 44 (202000368SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 09/11/2020 - 13:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Bart Julliams, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_03253 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een bijgebouw plus aanleg openluchtzwembad gelegen Borgeleien 44 (202000368SS) - Vergunning 2020_CBS_03253 - Omgevingsvergunning - het oprichten van een bijgebouw plus aanleg openluchtzwembad gelegen Borgeleien 44 (202000368SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 09/11/2020

  

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020088406

Dossiernummer gemeente: 202000368

 

De gemeente Geel heeft op 09/08/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het oprichten van een bijgebouw plus aanleg zwembad. De aanvraag werd op 29/09/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Lien Cools 

Borgeleien 44 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Borgeleien 44 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13372, sectie C, perceel 350M

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

bestemming: agrarische gebieden

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek
  • Stedenbouwkundige vergunning (OS): 01238, Nieuwbouw eengezinswoning - Vergund
  • Stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure: 2009/00650, Het bouwen van een eengezinswoning met tuinberging - Vergund
  • Stedenbouwkundige overtreding: BM1974/023,  - Andere
  • Stedenbouwkundig attest: 2030, Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning - Positief
  • Melding: M2017/010, Aanbouw van veranda - Aktename

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het oprichten van een bijgebouw plus aanleg zwembad

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

Het ontwerp

De aanvraag handelt over het oprichten van een bijgebouw plus aanleg openluchtzwembad met bijhorende verhardingen.

Het bijgebouw wordt ingeplant op 27 meter achter de voorgevelbouwlijn, tegen de linker perceelsgrens.

Nota wordt genomen van de akkoordverklaring van de aanpalende eigenaar.

De oppervlakte bedraagt 46m², bouwbreedte 6,28 meter en totale bouwdiepte 9,10 meter.

Tegen de perceelsgrens bedraagt de bouwhoogte  2,70 meter uitgevoerd met plat dak over een breedte van 2,28 meter. Het overige gedeelte wordt uitgevoerd met hellend dak, kroonlijsthoogte 2,38 meter en nokhoogte 4,16 meter.

Gevels worden uitgevoerd met houten bekleding, houten buitenschrijnwerk en vlakke pannen of leien als dakbedekking.

Het zwembad met gedeelte moerasplanten wordt aangelegd in de strook voor binnenplaatsen en tuinen op minimum 1 meter uit de zijdelingse perceelsgrens.

 

  1. Openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Er werden 0 opmerkingen ingediend.

 

  1. Adviezen

Op 02/10/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.

Op 02/10/2020 werd advies gevraagd aan provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg / gewestweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project ligt in een mogelijks overstroomd gebied, het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid is hier van toepassing.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.

Resultaat: er werden 0 opmerkingen ingediend.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 12/10/2020 is volledig gunstig

Het advies van provincie antwerpen - dienst integraal waterbeleid afgeleverd op 21/10/2020 is voorwaardelijk gunstig

 

Besluit

Gunstig onder voorwaarden.

Voorwaarden

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier en de gestelde voorwaarden.

Het bijgebouw wordt ingeplant op 27 meter achter de voorgevelbouwlijn, tegen de linker perceelsgrens.

De oppervlakte bedraagt 46 m², bouwbreedte 6,28 meter en totale bouwdiepte 9,10 meter.

Het zwembad wordt aangelegd op minimum 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens en gelijk met het maaiveld.

Alle verhardingen dienen zowel in afwerklaag als in fundering uitgevoerd te worden in waterdoorlatend materiaal.

Gevolg dient gegeven aan het advies van de Dienst Intergraal Waterbeleid d.d. 21/10/2020 ref. DWAD-2020-1317.

Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening gebracht worden. Voor dit perceel bevindt de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand zich op 30 cm onder het maaiveld (gebaseerd op de bodemkaart). Gezien de hoge grondwaterstand dient de infiltratievoorziening herbekeken te worden, zodat het water optimaal kan infiltreren. Voorkeur wordt hierbij gegeven aan open infiltratiesystemen, vb. WADI of infiltratiekom, gezien de efficiëntie, onderhoudsvriendelijkheid en beperktere kosten van dit systeem.
Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier en de gestelde voorwaarden.

Het bijgebouw wordt ingeplant op 27 meter achter de voorgevelbouwlijn, tegen de linker perceelsgrens.

De oppervlakte bedraagt 46 m², bouwbreedte 6,28 meter en totale bouwdiepte 9,10 meter.

Het zwembad wordt aangelegd op minimum 1 meter van de zijdelingse perceelsgrens en gelijk met het maaiveld.

Alle verhardingen dienen zowel in afwerklaag als in fundering uitgevoerd te worden in waterdoorlatend materiaal.

Gevolg dient gegeven aan het advies van de Dienst Intergraal Waterbeleid d.d. 21/10/2020 ref. DWAD-2020-1317.

Om effectief te zijn en drainage van het grondwater te vermijden, dient de infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand te bevinden. Enkel het volume en de oppervlakte van de infiltratievoorziening boven dit peil kunnen in rekening gebracht worden. Voor dit perceel bevindt de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand zich op 30 cm onder het maaiveld (gebaseerd op de bodemkaart). Gezien de hoge grondwaterstand dient de infiltratievoorziening herbekeken te worden, zodat het water optimaal kan infiltreren. Voorkeur wordt hierbij gegeven aan open infiltratiesystemen, vb. WADI of infiltratiekom, gezien de efficiëntie, onderhoudsvriendelijkheid en beperktere kosten van dit systeem.
 Tijdens de uitvoering van de werken moet de locatie van de infiltratiezone gevrijwaard worden van zware belasting om bodemverdichting te vermijden. Zo kan de infiltratiecapaciteit maximaal behouden blijven.