Terug
Gepubliceerd op 03/09/2020

2020_CBS_02601 - Omgevingsvergunning (202000295 krv) Aanvraag voor het verharden van de voortuin langs Retieseweg 90 B - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 31/08/2020 - 12:00 Bureel AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis, Nadine Laeremans, Griet Smaers, Marleen Verboven, Ben Van Looveren, Tom Corstjens, Marlon Pareijn, Francois Mylle

Afwezig

Bart Julliams, Tinne Vandeven, Jade  Mallants, Paul  Wuillaume, Rhea Denissen

Secretaris

Francois Mylle

Voorzitter

Vera Celis
2020_CBS_02601 - Omgevingsvergunning (202000295 krv) Aanvraag voor het verharden van de voortuin langs Retieseweg 90 B - Weigering 2020_CBS_02601 - Omgevingsvergunning (202000295 krv) Aanvraag voor het verharden van de voortuin langs Retieseweg 90 B - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 23/09/2020

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020083699

Dossiernummer gemeente: 202000295

 

De gemeente Geel heeft op 25/06/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het aanleggen van verharding. De aanvraag werd op  volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Florianne Vets 

Retieseweg 90 bus B te 2440 Geel BELGIE

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Retieseweg 90B te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13372, sectie A, perceel 951F30

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden met landelijk karakter

De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.

bestemming: agrarische gebieden

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde verkaveling. De voorschriften van de geldende verkaveling zijn van toepassing.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

 

  1. Historiek
  • Verkavelingsvergunning reguliere procedure: 2032 (0), 1 lot voor een vrijstaande eengezinswoning - Vergund
  • Stedenbouwkundige overtreding: BM2020/0022, Aanleggen verharding in voortuin in strijd met de omgevingsvergunning. Verharde oppervlakte van de voortuin is groter dan 50% van de oppervlakte van deze zone. - Onbeslist
  • Aanvraag omgevingsproject: 201800245, het oprichten van een eengezinswoning - 
  • Aanvraag omgevingsproject: 201800075, het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning - Vergunning onder voorwaarden

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het aanleggen van verharding

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

Het ontwerp
 
Deze aanvraag stelt de aanleg voor van verharding in de bouwvrije voortuinstrook.

Op 03 september 2018 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor de oprichting van een vrijstaande woning. Na de oprichting van de woning werd door onze diensten vastgesteld dat de verharding in de bouwvrije voortuinstrook in strijd is met de omgevingsvergunning; de verharding in de voortuin is meer dan 50%.

De aanvraag nu heeft betrekking op de aanleg van een oprit in klinkers met een oppervlakte van 62 m², een wandelpad naar de voordeur in klinkers over een oppervlakte van 10,6 m² en een kiezelverharding met een oppervlakte van 57,3 m². In totaal bedraagt deze verharding in de bouwvrije voortuin 129,9 m². Er wordt een strook beplanting voorzien tegen de linker perceelsgrens over een oppervlakte van 25,7 m².

 

  1. Openbaar onderzoek

 

  1. Adviezen

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg (Retieseweg).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

 

 

Besluit

ONGUNSTIG advies

 

Redenen

Gelet op art. 65 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen in zitting van 24 mei 2012 :

    De verharde oppervlakte in voortuinen moet beperkt blijven tot deze welke strikt noodzakelijk is voor de toegang van het gebouw. Ter hoogte van de rooilijn blijft de breedte beperkt tot     de breedte nodig voor de strikt noodzakelijk toegang. Deze verharding kan verder uitgebreid worden naar een maximale breedte van 6m zodat het mogelijk is twee wagens naast elkaar     te parkeren op het eigen perceel, tenzij reeds eerder anders vergund en/of tenzij de wegbeheerder verdere beperkingen oplegt.

    Maximum de helft van de voortuin wordt verhard, tenzij reeds eerder anders vergund.

De bouwvrije voortuinstrook heeft een oppervlakte van 152 m². De aangevraagde verharding in de voortuin heeft een oppervlakte van 129,9 m². De verharding bedraagt meer dan 50% van de totale voortuin.

Maximum de helft van de voortuin mag verhard worden met een maximum van 7 meter. 

De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. 


Definitie verharding: niet-overdekt grondoppervlak dat een bewerking heeft ondergaan waardoor het harder wordt en/of beter toegankelijk.

 

 

Lasten

///

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning NIET goed te keuren en een weigeringsbesluit af te leveren aan de aanvrager.